Dierenwelzijn in Denemarken

In grote lijnen kan gesteld worden dat dierenwelzijn hoog op de beleidsagenda staat in Denemarken. De overheid, producenten én consumenten vinden een dierwaardige veehouderij erg belangrijk. Vergeleken met Nederland is de houding ten opzichte van dieren minder sentimenteel en meer pragmatisch, maar nooit hardvochtig, dat wordt in geen enkele context geaccepteerd. Qua veehouderij zijn er verschillen, zo ook qua beleid en focus. Lees meer inclusief een update van oktober 2023

Dierenwelzijn

Verschillen

Denemarken heeft, vergelijkbaar met Nederland, een veehouderij (met name varkenshouderij) die op export gericht is. Een verschil is dat de hogere kosten de Denen eerder dan Nederland gedwongen hebben in de richting van kwaliteit in plaats van bulkproductie. Kwaliteit is in dat kader: een hogere veterinaire standaard en meer dierwelzijn. Beide elementen zijn gemakkelijker dan in Nederland te bewerkstelligen omdat er in Denemarken meer ruimte is en een meer extensieve veehouderij.

Vegetariërs kende Denemarken tot een klein decennia geleden nauwelijks. Door de klimaatdiscussie is vlees- en zuivelconsumptie ter discussie gesteld en is het aantal mensen dat minder of geen vlees meer eet toegenomen. De reden is het klimaat en nauwelijks om reden van dierwelzijn.

Pragmatisch

In Denemarken is de pelsdierhouderij niet verboden en zal dat op de middellange termijn ook niet worden. Het tijdelijk stop zetten van de nertsenhouderij in verband met Covid-19, heeft daar géén  wijziging in gebracht.

Een tv-programma over jacht onder de titel ‘Schiet dood en eet!’ (Nak og æd!) waarin elke aflevering op een nieuwe soort gejaagd wordt, zou het in Nederland niet goed doen.  Als de jacht onsuccesvol is, moet een culinair minder (of absoluut niet) aantrekkelijk dier worden klaargemaakt en gegeten. In Denemarken kijkt men hier niet van op, jacht is gewoon.

In de dierentuin in Kopenhagen werd een giraf in aanwezigheid van publiek, waaronder veel kinderen met ouders, afgemaakt en ontleed. Het werd als interessant en educatief beschouwd.  Er was wat protest tegen, maar vooral uit het buitenland. De dierentuin erkende dat het een slecht idee was dat de giraf een naam (Marius) had gekregen.

Ook de traditionele jacht op grienden (walvisachtigen) op de Faeröer eilanden, die wereldwijd wordt veroordeeld, kan in Denemarken op een zeker begrip rekenen.

Ook het andere uiterste kan pragmatisch worden genoemd; overwegingen over de kwestie of vis uit visteelt wel voldoende humaan wordt afgemaakt en of de nieuwe productie van insecten mogelijk ethische dilemma’s oplevert.

Actuele onderwerpen

In Denemarken is voor wat betreft de landbouw onder meer debat over of en hoe de mortaliteit onder biggen kan worden teruggebracht. Het evenwicht tussen streven naar een zo groot mogelijk aantal biggen en de overlevingskansen van die biggen, is moeilijk te bereiken.

Ook blijft de export en vooral het transport van heel jonge kalveren naar met name Nederland onderwerp van kritiek vanuit de maatschappij. De sector zelf wil dergelijke exporten ook graag beperken en heeft diverse programma’s lopen. Zoals het kruizen van bepaalde rassen om betere vleeskalveren te krijgen en de promotie voor Deens kalfsvlees, waardoor het transport overbodig zou worden.

Een ander dierwelzijn onderwerp waar heftig en door veel mensen over gesproken wordt, is hoe dieren te behandelen (of juist niet) die in natuurgebieden voor rewilding worden ingezet. Dit lijkt vergelijkbaar met de Oostvaardersplassen discussie. Over dit soort dilemma’s buigt de Raad voor Dierethiek zich en komt dan met weloverwogen uitspraken en eventueel aanbevelingen voor beleid.

Benchmarking

Dierethicus Peter Sandøe is een bekende stem in het openbare debat. Door zijn heldere, oprechte en nuchtere kijk op complexe en vaak emotioneel geladen onderwerpen inspireert hij de meeste belanghebbenden tot een herziening van eerder ingenomen posities.

Zijn team en hijzelf hebben dierenwelzijn vergeleken in Denemarken, Duitsland, Nederland, het VK en Zweden met behulp van benchmarking door vijf experts in dierenwelzijn.  

Nederland scoort daarbij voor de varkenshouderij een beetje beter dan Denemarken en Duitsland, maar alle drie scoren ze veel lager dan de landen die niet op grote schaal exporteren: het VK en Zweden. De verschillen lagen bij o.a. ruimte per dier en tijdstip van ontspenen.

De overkoepelende Deense landbouw organisatie heeft in 2021 een benchmark gepubliceerd waarin de Deense varkens- en rundveehouderij worden vergeleken met die in Zweden, het VK, Duitsland, België, Nederland en Polen. De vergelijking heeft natuurlijk tot doel duidelijk te laten zien dat de Deense landbouw te maken heeft met aanvullende of strengere wet- en regelgeving of vrijwillige afspraken, blijkt ook dat men het dierenwelzijn serieus neemt.

Voor wat betreft de rundveehouderij kunnen de volgende punten genoemd worden: koeborstels zijn verplicht, tenminste 1 per 50 dieren, er is een vrijwillige overeenkomst over het niet meer afmaken van nuchtere kalveren, het slachten van runderen zonder verdoving is verboden (nationale wetgeving).

In de varkenshouderij zijn de volgende verschillen te zien tussen Denemarken en Nederland; in Denemarken moet de breedte van de hokken tenminste 3 meter zijn, stro is verplicht, kettingen als enige ‘speelgoed’ is niet toegestaan, er is aandacht voor staart couperen, wat niet routinematig mag gebeuren en het is verplicht om sprinklers te hebben om de dieren in warm weer koel te houden.

De gedetailleerde documenten zijn in het Engels verkrijgbaar via het Landbouw Attaché Netwerk in Kopenhagen.
 

EU

Denemarken vormt samen met Zweden, Duitsland, België en natuurlijk Nederland deel uit van de zogenaamde Vught groep, die 'ambitieuze regelgeving' op het gebied van dierenwelzijn indient bij de Commissie.

Denemarken zal altijd proberen dierwelzijnsoplossingen te zoeken op EU niveau. Een gelijk speelveld is belangrijk voor dit exporterende land, maar ook het streven naar meer dierenwelzijn wordt breed gevoeld. In de EU zal Denemarken dan ook altijd dierwelzijnsvoorstellen steunen. Dit geldt niet alleen voor de huidige regering, maar weerspiegelt de houding van alle partijen en mogelijke coalities.

De landbouworganisaties menen dat er op veel gebieden strengere welzijnsregels gelden in Denemarken, dan in andere EU landen.

Sommige Deense implementering gaat verder dan de EU basis wet- en regelgeving, andere nationale regels betreffen onderwerpen waarvoor geen EU regelgeving bestaat, zoals bijvoorbeeld over paarden.

Renske Nijland, landbouwadviseur Scandinavië, oktober 2022

Update oktober 2023

  • Er is 200.000 euro voor onderzoek beschikbaar waardoor proefdieren door techniek vervangen worden. Danish 3R-Center - Danish 3R-Center (3rcenter.dk)
  • Onderzoek van YouGov wijst uit dat 7 van de 10 Denen, als ze in de supermarkt staan, het belangrijk vinden dat dierwelzijn in orde is. 70%  kent het overheidsmerkje voor dierwelzijn en heeft er vertrouwen in. Onder familie smet kinderen is dat percentage zelfs 80%. Dat komt overeen met de cijfers van 2021. Lees meer: PowerPoint Presentation (fvm.dk)
  • Dit jaar wordt onder andere specifiek gecontroleerd of het afmaken van dieren (varkens en runderen) op boerderijen volgens de regels gebeurd. Onnodig lijden moet worden voorkomen door correct afmaken. Daarbij is het van belang dat de eigenaar en het personeel de nodige competenties en kennis heeft, dat er procedures zijn en gebruikt worden en dat de noodzakelijke instrumenten voor handen zijn.
  • In 2010 bleek dat het beter ging dan in 2008. Daarna hebben de landbouworganisaties campagnes en handleidingen gemaakt en wordt nu dus opnieuw steekproefgewijs, de stand van zaken gecontroleerd. Lees meer:  Fødevarestyrelsen kontrollerer aflivning af dyr i grise- og kvægbesætninger - Fødevarestyrelsen (foedevarestyrelsen.dk)

Engelstalige informatie over dierwelzijn van de Deense Voedsel autoriteit: Animal welfare - Danish Veterinary and Food Administration (foedevarestyrelsen.dk)