Groeiende buitenlandse fruitteelt biedt exportkansen
Roemenië en Bulgarije zijn landen waar de fruitteelt concreet uitbreidt. Dat biedt exportkansen voor Nederlandse vruchtbomen en onderstammen. Nederlandse ambassades in die landen geven uitleg over die kansen.
Roemenië: buitenlandse bomen noodzakelijk
Tot 2020 steken de EU en Roemenië €282 miljoen in modernisering van de Roemeense fruitteelt. Doel is om be-staande boomgaarden te verjongen met nieuwe aanplant, moderne irrigatie- en schermtechnieken te gebruiken, en de verwerkings- en opslagcapaciteit van de Roemeense fruitteelt te ontwikkelen.
Soms tot 90% subsidie
Met behulp van subsidies worden er naar schatting 35.000 ha beplant. Roemeense fruittelers kunnen in principe 50% van de kosten vergoed krijgen via het programma. „In sommige gevallen kan dit percentage oplopen tot 90%”, zegt Emar Gemmeke, Landbouwraad in Boekarest. „Als het bijvoorbeeld jonge boeren zijn in minder gunstige gebieden.”
De investeringen in de Roemeense fruit-teelt nemen niet alleen toe door subsidies, aldus Gemmeke. De vraag naar lokaal fruit is ook toegenomen, zowel op lokale markten als vanuit moderne retailers. En de Roemeense btw op voedsel is van 24% naar 9% gezakt.
Vanwege een gunstig klimaat produ-ceert Roemenië van oudsher divers fruit, waarbij de nadruk ligt op pruimen en ap-pels. Maar de huidige lokale productie is niet in staat om de verwachte vraag te bedienen. Na de val van communistisch leider Ceausescu in 1989 is de fruitteelt in verval geraakt, aldus Gemmeke. „Het huidige areaal van 145.000 ha is klein, de opbrengsten zijn laag en fluctueren aanzienlijk door oude boomgaarden en weinige investeringen.”
Het land heeft dus import nodig. De Landbouwraad denkt dat Nederland een groot deel van de extra Roemeense vraag naar zich toe kan trekken. „De exportkansen zijn goed, want de Nederlandse tuinbouw heeft in Roemenië een sterk imago en wordt gezien als een serieuze en betrouwbare partner die producten van hoge kwaliteit levert.”
Lokaal onderstammen
Via het PIB-programma (Partners for International Business) manifesteren Nederlandse bedrijven zich al op de Roemeense markt. Niet alleen met bomen, maar met het aanbieden van complete oplossingen voor Roemeense fruit-telers. „Dit is een duidelijk voordeel van Nederland ten opzichte van andere landen.” Roemenen vragen met name naar bomen en teeltsystemen die aangepast zijn aan lokale omstandigheden. „Daarom zijn testprojecten belangrijk. Roemenen willen de garantie dat bomen het lokaal goed doen.”
Roemeense telers hebben het liefst lokale onderstammen. Willen ze in aanmerking komen voor subsidies vanuit het nationale plattelandsontwikkelings-programma, dan moeten ze bepaald fruit als eerste kiezen. Dat programma geeft namelijk prioriteit aan deze volg-orde van soorten: perzik, nectarine, abrikoos, bosvruchten, kersen en appels.
Er zijn ook subsidies voor buitenlandse boomkwekers die in Roemenië willen produceren. Dat heeft zeker voordelen, aldus de Landbouwraad, gezien de voorkeur naar lokale productie. Roemenen kopen ook het liefst bij bedrijven met een lokale vertegenwoordiger. „Die dus Roemeens spreekt”, zegt Gemmeke. „Maar een samenwerking met een Roemeense partner is geen must.”
De concurrentie van Roemeense kwekers is beperkt. De belangrijkste leveranciers van gecertificeerde vruchtbomen zijn ICDP Maracineni, onderzoeks-instituut voor de fruitteelt, en lokale proefstations. Een paar zijn gekoppeld aan universiteiten en die leveren ook gecertificeerde bomen. Momenteel zijn er veertien particuliere kwekers die basismateriaal leveren. Twee produceren virusvrij. Buitenlandse concurrentie komt uit Italië, Duitsland en Polen. Samen met Nederland zijn dat de belangrijkste bomenleveranciers, aldus Gemmeke.
Ook Bulgarije subsidies
De Landbouwraad in Roemenië heeft ook Bulgarije als werkgebied. In dit land is meer dan €1 miljard beschikbaar aan subsidies, met name voor tuinbouw algemeen (dus inclusief fruit) en zuivel. Ook Bulgarije biedt dus exportkansen. „We promoten Nederland als leverancier van uitstekende en veilige bomen.” Bulgaarse fruittelers geven echter de voorkeur aan lokale bomen, vanwege kortere leveringstijden en bijgeleverd advies over rassen en verzorging. „Bulgaarse telers zijn geïnteresseerd in hoog productieve rassen. Bij aankoop laten ze zich met name leiden door gebruiken van collega’s in de buurt, en adviezen van lokale consultants.”