OESO: Nederlandse en internationale landbouw- focus op duurzaamheid en innovatie

De landbouwsector staat wereldwijd voor uitdagingen: van klimaatverandering tot geopolitieke spanningen. Nederland, als één van de grootste landbouwexporteurs ter wereld, speelt een belangrijke rol in de overgang naar duurzame en innovatieve landbouwpraktijken. Begin november verscheen het OESO-rapport “Agricultural Policy Monitoring and Evaluation 2024,” dat inzicht biedt in landbouwbeleid en steunmaatregelen in 54 landen (38 OESO-landen en 16 niet-OESO landen), met een focus op innovatie en duurzaamheid. 

crops and tractor

Tussen 2021 en 2023 bedroeg de wereldwijde landbouwsteun gemiddeld €800 miljard per jaar ($842 miljard VS dollar). De grootste bijdragers zijn China (37%), de Verenigde Staten (15%), India (14%) en de Europese Unie (13%). Via de Europese Unie (EU) speelt Nederland indirect een rol in dit wereldwijde landschap.

Nederland: voorloper in duurzaamheid en technologie

Nederland staat bekend om haar productieve, innovatieve en efficiënte landbouwsector, mede dankzij technologische innovaties zoals precisielandbouw en digitalisering. Het OESO-rapport benadrukt dat het belang van investeringen in onderzoek en kennisinfrastructuur cruciaal zijn voor duurzame productiviteitsgroei. In Nederland wordt ongeveer 3% van de landbouwondersteuning gericht op onderzoek en innovatie, wat onder de gemiddelde 7% ligt van andere landen, zoals Zwitserland en Japan.

GLB: Strategisch Plan en eco-regelingen

Het Nederlandse landbouwbeleid valt onder het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) van de EU, dat sinds 2023 duurzaamheid verder benadrukt. Met subsidies, voor bijvoorbeeld bodembeheer en biodiversiteit, stimuleert het beleid boeren om milieuvriendelijke praktijken toe te passen. 

Het belangrijkste beleidsdocumenten dat de OESO voor Nederland noemt, is het Strategisch Plan (2023-2027). Hierin ligt de nadruk op drie pijlers, namelijk: duurzaamheid, voedselzekerheid en inkomensondersteuning voor boeren. Het beleid bevat eco-regelingen (o.b.v. een puntensysteem) die boeren stimuleren landbouwpraktijken toe te passen die bijdragen aan deze drie pijlers. Zo namen in de periode van 2023-2024 zo’n 35.000 boeren deel aan de Nederlandse eco-regelingen en waren dus betrokken bij milieugerichte initiatieven. Door dit hoge aantal boeren is er extra nationale financiering beschikbaar gesteld (€50 miljoen) om de inspanningen voor duurzaamheid te ondersteunen.

Onderzoek, educatie en data-gedreven landbouw

Nederland excelleert in de toepassing van geavanceerde technologieën om de landbouwsector te verduurzamen. Onderzoeksinstellingen zoals Wageningen University & Research spelen een grote rol in de ontwikkeling en de verspreiding van nieuwe landbouwtechnieken. Ook educatie speelt een cruciale rol. Het sterke onderwijssysteem van Nederland bevordert kennisoverdracht naar boeren en vergemakkelijkt de implementatie van nieuwe technieken. Daarnaast is data één van de speerpunten in het Nederlandse landbouwbeleid bij het verbeteren en monitoren van milieuprestaties. Het land streeft naar een data-gedreven sector die economische en milieuprestaties continu kan meten en verbeteren. Dit verhoogt de transparantie en biedt boeren meer zekerheid bij investeringen.

Ipad laying on top of pile of lemons
Beeld: Pexels.com

Uitdagingen en vooruitzichten

Ondanks de uitdagingen op het gebied van klimaatverandering en productiviteitsgroei daalt wereldwijd de investering in landbouwonderzoek en -ontwikkeling (R&D). In de vroege jaren 2000 bedroeg dit nog 0.9% van de productiewaarde, nu is dat slecht 0.5%. Een dergelijke daling kan betekenen dat landbouwsystemen kwetsbaarder worden op de lange termijn. Voor Nederland betekent dit dat verdere investeringen in innovatie essentieel zijn, gecombineerd met beleid dat economische en milieudoelstellingen in balans brengt. Hoewel Nederland vooroploopt met innovatie, is het huidige beleid nog te traag en bevat het nog geen duidelijke milieugrenzen. De OESO roept Nederland op om haar sterke innovatiecapaciteit te benutten om zowel productiviteit als duurzaamheid te versterken. Dit vereist een snellere transitie en meer focus op concrete milieudoelstellingen, om een wereldwijde koploper te blijven in duurzame landbouw. 

Frankrijk

Ook het Franse landbouwbeleid valt onder het GLB van de EU (en het Strategisch Plan). Frankrijk heeft een budget van ongeveer €49.7 miljard, waarbij 41% van de EU-financiering naar milieu- en klimaatinspanningen gaat. Middels het GLB focust Frankrijk voornamelijk op de volgende punten:

  • Het waarborgen van voedselzekerheid en het versterken van de duurzame concurrentiepositie;
  • Het ontwikkelen van een veerkrachtigere landbouw middels het verminderen van inputgebruik en het diversifiëren van de sector;
  • Het bevorderen van agro-ecologie en biologische landbouw, inclusief het behoud van permanente graslanden en eiwitgewassenproductie.

Sinds oktober 2021 investeert Frankrijk in het France 2030 programma. Dit is Frankrijks versie van het Nederlandse Groeifonds en daarmee investeert het land in de transformatie naar een duurzamer, gezonder en transparanter model. Het programma richt zich op digitalisering en robotica in de landbouw, onderzoek naar genetische bronnen en infrastructuur, en de ontwikkeling van digitale tools voor precisielandbouw. Meer over France 2030 leest u in de artikelen onderaan deze pagina.

Ook lanceerde Frankrijk een pact voor generatiewisseling in de landbouw dat zich richt op verzoening tussen landbouw en samenleving, versterking van lokale voedselketens, en het ondersteunen van jonge boeren met innovatieve ideeën.
 

Negatieve netto-ondersteuning

Zowel in Nederland (<20% bruto boerderijopbrengsten) als Frankrijk (>20% bruto boerderijopbrengsten) ontvangen boeren positieve netto-ondersteuning, maar er zijn ook landen waar dit niet zo is. Hoewel India één van de grootste bijdragers is aan de wereldwijde landbouwsteun, is de netto ondersteuning aan boeren in dat land negatief (-15%), net als in Vietnam (-12%) en Argentinië (-10%). Dit betekent dat in die landen de beleidsmaatregelen de prijzen verlagen die boeren voor hun producten ontvangen. Dit heeft als reden voedsel betaalbaar te houden voor de consument, maar gaat helaas wel ten koste van de winstgevendheid van boeren. Dat zou kunnen leiden tot armoede onder boeren en een gebrek aan investeringen in landbouwinnovatie

Meer informatie

Voor meer details per land/regio kunt u het OESO-rapport lezen, te vinden onderaan deze pagina.

U kunt ook contact opnemen met het LVVN Attaché Netwerk team bij de PV OESO via PAO-LVVN@minbuza.nl