Nigeria: Hoe simulatie sociaal gedrag helpt naoogst-verliezen te verminderen
Als Nigeriaanse boeren hun verse tomaten naar de stadscentra van Lagos en Ibadan vervoeren in kunststof kratten in plaats van traditionele rieten manden, dan dalen de naoogst-verliezen, zowel in kwaliteit als in kwantiteit. Dit bleek uit een pilotproject dat Wageningen University & Research in 2017 en 2018 uitvoerde in vijf informele waardeketens van boeren, transporteurs, groothandelaren en retailers.
Het succes van deze maatregelen op langere termijn is afhankelijk van de acceptatie en het juiste gebruik van de kratten door alle partijen in de tomatenketen. Om dit te kunnen inschatten werd de Value Chain Laboratory (VC-Lab) methode ingezet die de impact van sociale factoren als vertrouwen, risicohouding en sociale normen op de acceptatie van kunststof kratten in beeld brengt. Met kwantitatieve analyses, kwalitatieve spellen en modellen wordt een gesimuleerd kijkje in de toekomst gegeven.
Naar aanleiding hiervan adviseren de onderzoekers financiële incentives voor boeren te creëren, mechanismen te ontwikkelen om het risico voor individuele boeren te verminderen en de sociale normen van ketenactoren te versterken.
Prijsbonus als succesfactor
De simulaties wijzen uit dat een belangrijke succesfactor wordt gevormd door een bonus die een boer van de groothandel ontvangt als hij zijn tomaten vervoert in kratten; bij een bonus van 30% op de groothandelsprijs stijgt het percentage boeren dat kratten gebruikt na 30 – gesimuleerde – seizoenen van 25% naar 60%. Het verlies van tomaten van A-kwaliteit werd met bijna 50% verminderd.
Boeren die geneigd zijn risico te mijden grijpen eerder terug naar de rieten manden vanwege de hogere prijs van kratten. Ook de mate waarin ketenpartners voldoen aan sociale normen is een andere belangrijke factor die de bereidheid kratten te gebruiken beïnvloedt; boeren met een lage sociale norm trekken zich minder aan van wat anderen doen en schakelen sneller terug naar manden. Heeft de boer veel vertrouwen in zijn opkoper, dan blijft hij meestal kratten gebruiken. De levensduur en prijs van de kratten hebben slechts een beperkte impact.
Analyseren met spellen en modellen
De onderzoekers gebruikten het Value Chain Laboratory (VC-Lab) om de invloed van gedragsfactoren op de kansen voor opschaling in andere tomatenketens te analyseren. Naast een kwantitatieve Value Chain Analyse (VCA), waarin de tomatenketen wordt geanalyseerd, werden Value Chain Games (VCG) ingezet. In VCG worden vertrouwen tussen ketenactoren, hun sociale normen en hun bereidheid risico te nemen gemeten via experimenten zoals vertrouwensspellen, risicospellen en spellen die bereidheid tot vrijwillige samenwerking laten zien.
Tenslotte werd met een Agent-Based Model (ABM) de impact gesimuleerd van onderling vertrouwen, risicohouding en sociale normen op het de lange termijnontwikkeling van gebruik van kratten in diverse scenario's. Per simulatie worden 3000 simulatieruns uitgevoerd.
Simulatie met een ABM, hoe werkt dat?
Elk van de 3000 simulatieruns omvat 130 boeren, 50 groothandels en 60 retailers gedurende 30 seizoenen (15 jaar met twee oogsten per jaar). Bij de start gebruiken alle partijen plastic kratten en elk volgende groeiseizoen kiest elke gemodelleerde actor, afhankelijk van de verwachte winst, voor kunststof kratten of voor rieten manden. De winst is een rekensom van hoeveelheid en kwaliteit van de tomaten, de verwachte prijs en -kosten. De hoeveelheid en kwaliteit van de tomaten zijn afhankelijk van gebruik van kratten of manden. De verwachte prijs hangt af van het vertrouwen in de handelspartner; een hoger vertrouwen leidt tot een hogere verwachte prijs. Hoe een actor verwachte baten en verwachte kosten afweegt hangt af van zijn risicohouding.
De resultaten laten zien dat sociale factoren als sociale normen, risicohouding en onderling vertrouwen naast prijzen belangrijk zijn bij de lange-termijn uitrol van kunststof kratten om de naoogst-verliezen in de tomatenketen in Nigeria te verminderen. Om dit te laten slagen is het belangrijk te investeren in de ontwikkeling van deze factoren.
Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van Het CGIAR-A4NH Flagship Food Systems for Healthier Diets en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Bron: WUR