Nederland moet zichtbaar blijven in Oekraïne
Reinoud Nuijten was nog maar kort landbouwraad op de Nederlandse ambassade in Kyiv, toen de coronapandemie uitbrak. En de problemen die daardoor ontstonden, waren vorig jaar amper beteugeld, toen Rusland Oekraïne binnenviel. Per 15 september heeft Nuijten zijn post verlaten. ‘De oorlog heeft alles veranderd. Thema’s zoals duurzaamheid en dierenwelzijn zijn en blijven belangrijk, maar toen de oorlog begon, kregen de Oekraïners iets anders aan hun hoofd.’
In augustus trad Nuijten, toen 45 jaar, op zijn nieuwe post in Oekraïne aan. ‘Daarvoor had ik gewerkt voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, bij het Centrum ter Bevordering van Import uit Ontwikkelingslanden. In die functie kwam ik vaak op de Balkan en in landen zoals Georgië, Armenië, Moldavië en ook Oekraïne. Ik kende de regio dus al goed. Mijn werk bracht me in aanraking met allerlei economische sectoren, waaronder de landbouw, dus ook dat terrein was niet nieuw voor mij.’
Hij kon in Kyiv aan de slag samen met twee zeer ervaren Oekraïense collega’s. Allebei werkten ze al jaren voor de Nederlandse ambassade. Dat is fijn want je kunt steunen op hun kennis, groot netwerk en ervaring. Ik kwam als nieuweling binnen en heb geprobeerd om met een frisse blik te kijken naar nieuwe en andere mogelijkheden.’
Epidemie en verwoestende oorlog
Hoe goed beslagen hij ook ten ijs kwam, niets kon hem voorbereiden op de ingrijpende veranderingen die zich al gauw zouden voordoen: een wereldwijde epidemie en een verwoestende oorlog. Nuijten: 'Het was in 2019 een andere wereld dan nu. Oekraïne was bezig zijn markten te openen om in de Europese Unie te kunnen integreren. Die dynamiek was er al en begon ook echt vorm te krijgen.'
Nederland stelde zich destijds wat terughoudend op tegenover Oekraïne. Dat kwam volgens Nuijten onder meer doordat Oekraïne op een aantal terreinen niet voldeed aan de wet- en regelgeving van de EU. 'Als je kijkt naar de landbouwsector ging het bijvoorbeeld om het gebruik van genetisch gemodificeerde zaden. Ook speelden er kwesties rondom de export van kippenvlees en dierenwelzijn. De omstandigheden zijn nu anders geworden.'
‘Tijdens de wederopbouw kunnen we ons richten op duurzame en diervriendelijke oplossingen’
Nederland voorop bij hulpverlening
Nuijten is blij dat het beeld van Oekraïne is gekanteld. ‘Daar hebben mijn collega’s en ik ons steentje aan kunnen bijdragen. Voor de oorlog begon, bestond er van het land een beperkter en negatiever beeld. Het ging met name om het referendum in Nederland in 2016 en over de ratificatie van het associatieverdrag tussen Oekraïne en de EU. Er waren ook zeker problemen, maar het land was bezig die aan te pakken om lid van de EU te kunnen worden.’
‘Nu staat Nederland op de voorgrond in Europa om Oekraïne te helpen. Dat is mooi. Ook op de samenwerking met Wageningen University & Research ben ik trots, het is gelukt om die ondanks de omstandigheden tot stand te brengen.’
Tractoren en andere machines noodzakelijk om te overleven
‘Toen ik als landbouwraad begon, was ik ambitieus en wilde mij richten op zaken zoals duurzaamheid en dierenwelzijn. Daarin ben ik maar gedeeltelijk geslaagd. Door de coronapandemie zijn veel activiteiten afgeblazen en kon er vooral nog digitaal worden gewerkt. Ik wilde bijvoorbeeld Louise Fresco naar Oekraïne halen. Zij was toen voorzitter van Wageningen University & Research. Dat bleek onmogelijk, ze kon alleen digitaal aanwezig. zijn.’
‘De oorlog heeft alles veranderd. Thema’s zoals duurzaamheid en dierenwelzijn zijn en blijven belangrijk, maar toen de oorlog begon, kregen de Oekraïners iets anders aan hun hoofd. Er zijn nu gewoon tractoren en andere machines nodig, allerlei basisbenodigdheden om te kunnen overleven en bedrijven voort te zetten.’
Gevolgen voor Oekraïense collega’s
Nuijten: ‘De oorlog heeft ook enorme gevolgen gehad voor mijn twee Oekraïense collega’s. Kort voor de Russische inval was duidelijk dat er wat stond te gebeuren en zijn we op de Nederlandse ambassade gaan afschalen. Ik ging met anderen naar Lviv om een noodvoorziening op te zetten, voor het geval Nederlanders het land uit moesten vluchten. Het ambassadepersoneel zelf moest Oekraïne verlaten.’
‘Sindsdien werkten we veelal vanuit Nederland. We zijn nu bezig om weer in Oekraïne op te schalen, we werken steeds meer daar dan hier. Een van mijn Oekraïense collega’s heeft besloten in Nederland te blijven, terwijl de andere collega vanuit Kyiv blijft werken. Ze ervaren allebei de gevolgen die de oorlog met zich meebrengt.’
Zichtbaarheid Nederlands bedrijfsleven blijft belangrijk
Welke ontwikkelingen ziet Nuijten in Oekraïne? ‘Om met de woorden van onze ambassadeur te spreken: hope for the best and prepare for the worst. Het verloop van de oorlog is moeilijk te voorspellen en dat heeft natuurlijk veel invloed op wat er gebeurt. Voor de Nederlandse landbouwsector is het nu lastig te bepalen wat je kunt doen. Je kunt nu wel een kas of een stal neerzetten, maar als die vervolgens wordt getroffen door een luchtaanval is dat zinloos.’
Dat wil niet zeggen dat je nu niks kunt of moet doen. Nuijten: 'die oorlog houdt ooit een keer op, dat is zeker. Dus moet je je als Nederlands bedrijfsleven toch ook nu laten zien. Als je te lang wacht, kun je kansen verspelen. We moeten Oekraïense bedrijven helpen om te overleven. En tijdens de wederopbouw kunnen we ons richten op duurzame en diervriendelijke oplossingen. Als we daarin investeren, betaalt zich dat zeker uit.’
Inspiratie uit veerkracht Oekraïners
Het is belangrijk om zelf op pad te gaan om ergens te kijken, aldus Nuijten. ‘Je kunt heel veel dingen goed digitaal, op afstand, doen, zoals vergaderen. Maar echt de zaken in ogenschouw nemen, kan niet via een scherm. Ik ben nu weer veel op reis geweest door Oekraïne, en zien is begrijpen. Over schade door de oorlog kun je veel lezen, maar pas als je bij een boer op bezoek bent en de kapotte silo’s ziet, krijg je echt door wat er aan de hand is.’
Hij kijkt met gemengde gevoelens terug. ‘Toen ik kwam, was ik jong en fris, maar ik kom er nu uit met oorlogservaring. Ik zat in Kyiv toen er raketten op de stad vielen en ik de volgende dag autowrakken op straat zag en besefte dat de mensen die daarin zaten, waren omgekomen. De verhalen die je hoort, laten ook sporen na. Mijn wereldbeeld is gaan trillen.’
Dat neemt niet weg dat hij positief blijft. ‘Ik heb veel inspiratie kunnen halen uit de enorme veerkracht van de Oekraïners. Tijdens een luchtalarm zag ik iemand een luidspreker op een brug zetten en gingen mensen dansen op straat. Het leven gaat door, ook al vechten ze voor hun voortbestaan, voor waarden die voor ons al sinds de Franse Revolutie gewoon zijn.’
Nuijten hoopt dat er in Nederland in de toekomst geen oorlogsmoeheid ontstaat. ‘We moeten ze blijven steunen.’ Over zijn eigen toekomst gaat hij de komende tijd nadenken.
Eerst heb ik tijd nodig voor rust en bezinning. Het was een bumpy ride.’
Missie Groen Onderwijs
Van 1 tot en met 6 oktober 2023 komt een inkomende missie van Oekraïense groene onderwijsinstellingen naar Nederland met als doel de samenwerking op het gebied van ‘regeneratieve landbouw’ tussen Nederland en Oekraïne verder te verkennen en voor te bereiden. Het initiatief is gebaseerd op eerdere samenwerking tussen WUR en HAS green academy met Oekraïense kennisinstellingen, een brede inventarisatie onder groene kennisinstellingen in Oekraïne en Nederland ten aanzien van lopende samenwerking / toekomstige interesse (initiatief LNV / Groenpact voorjaar 2023), en een digitale netwerkbijeenkomst die op 30 maart 2023 is georganiseerd door LNV / Groenpact. Tijdens deze bijeenkomst is de problematische situatie in Oekraïne geschetst vanuit het perspectief van de Oekraïense overheid en kennisinstellingen, en zijn hun wensen en behoeften met betrekking tot versterking van groen onderwijs en wederopbouw gedeeld. Vanuit het perspectief van de Nederlandse overheid en kennisinstellingen zijn interesses en expertises ten aanzien van toekomstige samenwerking aangegeven.
Dit interview maakt deel uit van de serie In gesprek met de landbouwraden. Via de link onderaan kunt u ook de eerdere interviews met onze landbouwraden en landbouwattachés lezen.