'Investeer in vertrouwensrelatie met Belgische partner'
België en Nederland zijn buurlanden, toch zijn er behoorlijke cultuurverschillen. Dat uit zich ook in de samenwerking tussen bedrijven en overheden, zegt Caroline Schauvlieger. Zij is landbouwadviseur in het landbouwteam op de Nederlandse ambassade in Brussel. “Partijen uit de Nederlandse agrofoodsector willen snel zakendoen. Dat schrikt Belgische partners soms af.” Dit artikel maakt deel uit van een nieuwe serie over de landbouwadviseurs die een belangrijke rol spelen in het werk van LAN wereldwijd.
Schauvlieger heeft de Belgische nationaliteit en werkt sinds 2014 in het landbouwteam dat werkzaamheden verricht voor het ministerie van LNV en de Nederlandse agrofoodsector. Haar werkgebied omvat naast België ook Luxemburg.
Opbouw vertrouwensrelatie
Door haar Belgische achtergrond en natuurlijk haar langjarige ervaring herkent zij patronen in de onderlinge samenwerking tussen Belgische en Nederlandse partijen. “België is hiërarchischer dan Nederland. Ondernemers en ambtenaren kijken met bewondering naar de innovatieve ontwikkelingen in de Nederlandse landbouw en voedingsindustrie. Belgen willen samenwerken met Nederlanders, zeker, maar dan wel in hun eigen tempo. Nederlanders willen snel stappen zetten. Soms te snel. Mijn advies is: kom hierheen of nodig jouw mogelijke partner uit om naar Nederland te komen. Kortom, neem de tijd en investeer in de opbouw van een vertrouwensrelatie.”
Landbouwteam
Schauvlieger begon haar loopbaan als officemanager bij de Belgische overheid. In 2008 ging zij aan de slag bij de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie. Inmiddels werkt zij al acht jaar in het landbouwteam op de Nederlandse ambassade in Brussel. Het landbouwteam bestaat naast Caroline Schauvlieger uit Carla Boonstra (landbouwraad), Anne-Margreet Sas (landbouwattaché) en Ilse van den Akker (beleidsondersteuner).
'Vooral in Wallonië en Luxemburg is er veel vraag naar biologische voeding. Daar kunnen Nederlandse producenten op inspelen'
Moestuin
Om de agrofoodsector te leren kennen, deed zij een opleiding in Wageningen aan de WUR. “Mijn opa was boer op een klein gemengd bedrijf. Toen hij met zijn bedrijf stopte, hield hij nog wat dieren en een moestuin aan. Ik kwam daar vaak. Daar begon mijn belangstelling voor de landbouw.”
Afwisselend
De voedselketen is breed en divers, zegt ze. “Het begint bij de boer en eindigt bij de consument. Ons team heeft met al die schakels in de keten te maken. Dat maakt mijn werk afwisselend en spannend. Ook omdat de Belgische landbouw bezig is met een veranderingsproces. Klimaat, biodiversiteit en stikstof, de uitdagingen zijn vergelijkbaar met die in Nederland. Dat biedt kansen op samenwerking. Dat gebeurt trouwens ook.”
België is na Duitsland de belangrijkste handelspartner van Nederland op het terrein van agrofood. Dat maakt het werk in Brussel extra interessant, zegt Schauvlieger.
Thuissituatie
Schauvlieger woont met haar man Tom, zoon Maxime (2) en stiefzoon Matteo (10) in Aalst, zo’n 30 kilometer van Brussel. Met de trein gaat ze naar haar werk. Afgelopen twee jaar werkte zij vanwege de Covid-pandemie vaak thuis. “Gelukkig zijn de meeste maatregelen ingetrokken en kan ik weer naar de ambassade.”
Naast haar werk doet ze veel aan sport. “Naast hardlopen ga ik regelmatig naar de sportschool. Tijdens de Covid-pandemie heb ik padellen ontdekt, een heel leuke sport.”
Lees verder onder foto
Bevordering agrohandel
Zij houdt zich bezig met de bevordering van de agrohandel tussen Nederland en België. Vragen van Nederlandse bedrijven beantwoorden, handelsmissies organiseren, onderzoeken welke nieuwe kansen er zijn en meerjarige trajecten opzetten. “Zo’n kans ligt er in de biologische hoek. We hebben daar studie naar gedaan. Vooral in Wallonië en Luxemburg is er veel vraag naar biologische voeding. Daar kunnen Nederlandse producenten op inspelen. Met een webinar en een handelsmissie gaan we geïnteresseerde partijen hierover informeren.”
Webinar biologische handelmissie
Zoekt u mogelijkheden voor uw biologische bedrijf op de Waalse en Luxemburgse markt? Of wilt u meer inzicht krijgen in wie daar uw belangrijkste gesprekspartners zijn (groothandel, retail) en wat de lokale consument wil? Meld u dan aan voor de handelsmissie van 8-11 mei 2022. Ter voorbereiding op de missie vindt op 10 maart het webinar ‘In trio naar Bio’ plaats.
Partners in EU
Naast afzetbevordering richt het team zich op samenwerking tussen de Nederlandse en Belgische overheid. Schauvlieger: “België en Nederland zijn partners in de Europese Unie. Het is slim om samen op te trekken, een coalitie te vormen. Bij de totstandkoming van het nieuwe GLB is dat op onderdelen ook gebeurd. Wij brengen de betrokken partijen bij elkaar. Nu wordt het nieuwe Europese landbouwbeleid ingevuld. Dan gaat het bijvoorbeeld om de eco-regelingen. Hoe pakt Nederland dat aan? Hoe doet België dat? De landen kunnen van elkaar leren. Wij faciliteren dat.”
Netwerk urban farming
Op het gebied van urban farming is er afgelopen jaren een intensieve samenwerking op gang gekomen. “Daar heb ik veel energie in gestoken. Ik zag dat zowel hier als in Nederland initiatieven werden genomen. De betrokken partijen aan beide kanten van de grens hebben we in contact met elkaar gebracht, bijvoorbeeld door seminars te organiseren. Er is ook een bilateraal netwerk opgericht. Als landenteam steken we daar nu nog maar weinig tijd in, maar dat netwerk bestaat nog steeds. Daar ben ik best trots op.”
Eiwitrijke voeding
Ontdekken waar kansen liggen, dat ziet zij als belangrijke opdracht. “Zo’n kans lag er bijvoorbeeld op het gebied van zorg en voeding. Vlaamse zorginstellingen zijn op zoek naar nieuwe voedingsconcepten voor hun patiënten. Ik weet dat een aantal Nederlandse bedrijven gepersonaliseerde producten zoals eiwitrijke voedingsmiddelen produceert. Geïnteresseerde partijen uit beide landen hebben we vervolgens met succes in contact met elkaar gebracht. De export vanuit Nederland komt op gang. Ik ben nu aan het onderzoeken of en hoe we zo’n samenwerking ook in Wallonië en Luxemburg voor elkaar kunnen krijgen.”
Stikstofuitstoot
Net als Nederland kampt Vlaanderen met een stikstofprobleem. Beide regio’s werken aan maatregelen om de impact ervan omlaag te krijgen. Schauvlieger: “Het nieuwe kabinet in Nederland trekt daar veel geld voor uit, er worden concrete maatregelen uitgewerkt. In Vlaanderen is er veel interesse in de Nederlandse aanpak. Dat was voor ons reden om een briefing te organiseren voor betrokken partijen in Vlaanderen met input van LNV uit Den Haag. Ook op dit thema is sprake van kennisdeling.”
Contact
E-mail: bru-lnv@minbuza.nl
Telefoon: +32 2 679 15 50
Twitter: @AgroBelgie