Verbetering melkkwaliteit topprioriteit voor Iran

Het Nederlandse agrobedrijfsleven kan een grote bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de zuivelketen in Iran. De uitdagingen op het gebied van melkkwaliteit, veevoer, watergebruik en bijvoorbeeld scholing zijn groot. Dat zijn precies terreinen waarin Nederland uitblinkt.

Beeld: ©Wageningen UR

Dat zegt Jelle Zijlstra, melkveehouderij-econoom bij Wageningen Livestock Research. Samen met Alfons Beldman van Wageningen Economic Research heeft Zijlstra afgelopen jaar verkennend onderzoek gedaan naar de ontwikkelingen in de Iraanse zuivel.

Goed imago van Nederland

Ketenpartijen in Iran – actief in de primaire melkveehouderij, maar ook in de zuivelwerking en veevoersector - hebben een hoge dunk van het kennisniveau binnen de Nederlandse melkveesector. De problemen waar deze ketenpartijen tegenaan lopen, zijn helder. Aan de oplossing daarvan kunnen niet alleen grote agrobedrijven als FrieslandCampina een bijdrage leveren, maar ook kleinere agrobedrijven uit het MKB, bijvoorbeeld softwareontwikkelaars en irrigatie-experts, zegt onderzoeker Zijlstra.

Financiering uit Topsectorenbeleid

FrieslandCampina (zuivelverwerking), CRV (rundveeverbetering) en Trouw Nutrition (veevoer) zijn nauw bij het onderzoek betrokken. Deze bedrijven hebben al contacten in Iran of zien daarvoor mogelijkheden. Het onderzoek is gefinancierd vanuit het Topsectoren-beleid.

Volgens het ministerie van EZ biedt Iran kansen voor het exporterende Nederlandse agrobedrijfsleven. Om die reden heeft ons land sinds kort dan ook een eigen landbouwraad op de Nederlandse ambassade in Teheran.

In de jaren ’60 en ‘70 van de vorige eeuw bestonden er al relaties tussen Nederland en Iran. Scheepsladingen vol met Nederlandse vaarzen werden in die jaren naar Iran verscheept. Veel van de huidige bedrijfsleiders zijn opgeleid op de toenmalige praktijkschool in Oenkerk. Na de Iraanse revolutie (1978) is een groot deel van die relaties verbroken.

De Iraanse melkveehouderij wordt gedomineerd door grootschalige bedrijven met veestapels van 500 tot meer dan 5.000 koeien. De totale melkproductie ligt op zo’n 9 miljard kilo per jaar. Daarmee is het land ongeveer zelfvoorzienend.

Beeld: ©Wageningen UR

Mogelijkheden voor zuivelexport

De Iraanse zuivelketen en de landelijke overheid zien mogelijkheden om de export van zuivel op gang te brengen. Uitvoer naar omringende landen in het Midden-Oosten en vooral naar Rusland waar ruimte op de markt is sinds de boycot van agrarische producten uit de Europese Unie. Om te kunnen exporteren moet de keten forse verbeteringsslagen maken.

Verbetering melkkwaliteit

Topprioriteit is verbetering van de melkkwaliteit, blijkt uit het WUR-onderzoek. Zijlstra: “Er bestaat geen systeem van onafhankelijke kwaliteitsborging en monitoring, laat staan dat producenten op een transparante manier worden uitbetaald naar kwaliteit. Dit zorgt voor wantrouwen tussen melkproducenten en verwerkers. Dit werkt belemmerend voor kwaliteitsverbetering.”

Onafhankelijk instituut

De partijen uit de Iraanse zuivelketen waarmee Zijlstra en Beldman en de betrokken Nederlandse bedrijven hebben gesproken, geven allemaal aan behoefte te hebben aan een onafhankelijk instituut dat de melkkwaliteit vaststelt. “Er moeten criteria worden vastgesteld en protocollen gedefinieerd. En er moeten instrumenten zijn om de kwaliteit daadwerkelijk te meten. Op al die terreinen kunnen Nederlandse bedrijven en organisaties ondersteuning bieden. Bijvoorbeeld Qlip, de organisatie die in Nederland kwaliteitsborgingsprogramma’s maakt en uitvoert voor de melkveehouderij.”

Dispuut over kwaliteit veevoer

Een tweede prioriteit betreft het veevoer. Over de kwaliteit van krachtvoer is er veel dispuut tussen afnemers en producenten. Net als met melk is er hier grote behoefte aan een transparant kwaliteitsborgingssysteem. Alleen dan kan de eigen mengvoerindustrie zich verder ontwikkelen.

De landbouw biedt in Iran werkgelegenheid aan 21% van de bevolking. De bijdrage van de sector aan het BNP schommelt rond de 10%. De sector wordt gekenmerkt door kleine bedrijven en lage opbrengsten per hectare en per dier. De melkveehouderij springt er positief uit. Iran is netto-importeur van agrarische producten, vooral van vlees, granen, sojabonen en plantaardige oliën. Het land exporteert groenten, fruit en noten.

Efficiënter watergebruik

Veel melkveehouders maken hun eigen krachtvoer op basis van losse componenten, mede door hun wrevel over de kwaliteit van gekocht voer. Voor de productie van ruwvoer en krachtvoercomponenten is veel water nodig en daaraan is in Iran een groot gebrek. Volgens Zijlstra kunnen Nederlandse bedrijven een bijdrage leveren aan een efficiënter watergebruik. Zowel op bedrijfsniveau - more crop per drop – als op regionaal niveau. Bij dit laatste gaat het erom de beschikbaarheid van water en het verbruik inzichtelijk te maken om vervolgens een efficiencyslag te kunnen maken. De Nederlandse waterschappen hebben hierover veel kennis.

Beeld: ©Wageningen UR

Behoefte aan scholing

Scholing van medewerkers op melkveebedrijven is zeker ook een kans voor Nederlandse agrobedrijven en – instellingen. Zijlstra denkt daarbij aan praktijktrainingscentra, agrarische hogescholen en de WUR. “Het agrarisch onderwijs in Nederland weet theorie en praktijk aan elkaar te koppelen. Studenten kunnen direct met hun kennis aan de slag in de praktijk. De hele zuivelketen in Iran heeft een hoge pet op van het Nederlandse agrarische onderwijs. Nederland kan opleidingen opzetten in Iran, maar ook studenten naar Nederland halen.”

Consortium

Het WUR-onderzoek geeft zicht op de behoeften in de Iraanse zuivelketen aan ondersteuning. Het is volgens Zijlstra nu aan het agrobedrijfsleven om in actie te komen. Verschillende bedrijven zijn nu aan het bekijken welke stappen zij gaan zetten. “De meest logische weg is om een consortium te vormen. Samenwerking heeft absoluut meerwaarde om in Iran voet aan de grond te krijgen. De landbouwraad in Teheran kan bemiddelen om de juiste contacten te leggen.”

Het onderzoeksrapport Dairy farming and dairy industry in Iran is hier te vinden.

Meer informatie:

Jelle Zijlstra, WUR, jelle.zijlstra@wur.nl

Hans Smolders, Landbouwraad in Iran, hans.smolders@minbuza.nl