‘Golfregio koestert Nederlandse waterkennis’
Landbouwraden zijn wereldwijd op de economische afdelingen van vijftig Nederlandse ambassades werkzaam en bedienen meer dan zeventig landen. Maak kennis met Erik Smidt, landbouwraad in de Golfstaten. Hij is vanuit de Nederlandse ambassade in Riyad (Saoedi-Arabië) ook actief voor het Nederlandse agrobedrijfsleven in de Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Qatar, Bahrein en Koeweit.
Erik Smidt werkt sinds september 2018 als landbouwraad voor de Nederlandse agrofood sector in zes Golfstaten. Dat doet hij vanuit de Nederlandse ambassade in de hoofdstad van Saoedi-Arabië Riyad.
Smidt heeft veel ervaring met de agrarische sector, onder meer opgedaan in landbouwprojecten in Egypte, Turkije, Azerbeidzjan en China.
Tussen 2012 en 2017 was hij landbouwattaché in Moskou. Vervolgens ging hij aan de slag als coördinator van het Dutch Risk Reduction Team bij RVO. Dit team is wereldwijd actief in gebieden waar sprake is van (mogelijke) waterrampen, zoals overstromingen en droogte.
De waterproblematiek is hem dus bekend en dat komt in de Golfstaten ook zeker van pas. Smidt: “Efficiënt gebruik van het schaarse water is in deze regio een van de grootste, zo niet de allergrootste uitdaging. Water is hier duurder dan olie. Dat zegt genoeg. Zuinig gebruik van water in de landbouw is absoluut noodzakelijk. Zo zijn bepaalde gewassen voor animal feed (alfalfa) al verboden. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft enorm veel kennis en ervaring op dit terrein en kan dus assistentie verlenen.” Ook past dit streven goed in de visie van Minister Schouten aangaande een circulair landbouwbeleid.
Diversificatie van economie
De teruglopende inkomsten uit olie zijn voor alle landen in de Golfregio reden om te zoeken naar diversificatie van de economie. Ontwikkeling van de agrarische sector is een van de topprioriteiten, benadrukt Smidt. “Op dit moment wordt veel voedsel ingevoerd, zeker ook uit Nederland. Een land als Saoedi-Arabië wil op termijn de voedselimporten beperken. Dat lukt alleen met de introductie van waterefficiënte landbouwsystemen.”
Wat kan de bijdrage van Nederland hierbij zijn?
Smidt: “Tuinbouw in kassen wordt gezien als perspectiefvol. Dat gebeurt nu al volop. Nederlandse bedrijven als Koppert (biologische gewasbescherming) en kassenbouwer Van der Hoeven zijn hier al jaren actief op de markt. Teelt van zouttolerante en droogteresistente gewassen heeft ook zeker toekomst.
Op initiatief van de Nederlandse ambassade is in november 2017 in Riyad een conferentie georganiseerd over het vraagstuk voedsel, energie en water, met een belangrijke inbreng van bedrijven en kennisinstellingen uit Nederland. Dit heeft geleid tot een intensieve samenwerking tussen Saoedi-Arabië en Nederland.
Een van mijn kerndoelen is om de contacten op dit terrein verder te intensiveren. Resultaat moet zijn dat Nederlandse bedrijven hier meer voet aan de grond krijgen. Een ding is zeker: in dit land wordt met respect gesproken over de Nederlandse kennis op het gebied van water en landbouw. Dat geldt trouwens ook voor de andere landen in de Golfregio.”
‘Tuinbouw in kassen wordt gezien als perspectiefvol. Dat gebeurt nu al volop.‘
Welke kansen zijn er nog meer?
“Een belangrijke ontwikkeling waar het Nederlandse bedrijfsleven op kan inspelen, is de bouw van twee nieuwe steden in de woestijn van Saoedi-Arabië. Het gaat hier om smart and green city’s die worden gebouwd voor vooral toeristen. Bij de stedelijke ontwikkeling is er ruimte voor aanleg van parken. Dit biedt perspectief voor in eerste instantie landschapsarchitecten en later bij de uitvoering voor boomteeltbedrijven. Bovendien moeten deze nieuwe steden van verse groenten worden voorzien, liefst van dichtbij. Kansen dus voor Nederland.
In Saoedi-Arabië biedt het overheidsprogramma Vision 2030 perspectief. Naast ontwikkeling van de lokale landbouwproductie gaat het in deze strategie onder meer om het bevorderen van een gezonde leefstijl. Meer groente en fruit, minder suiker. FrieslandCampina is daar direct bij betrokken, de zuivelcoöperatie is een van de partners van de Saoedische overheid die is gevraagd om hierover mee te denken.”
Zijn al veel Nederlandse bedrijven actief in de Golfregio?
“Zeker, al jarenlang. Nederlandse bedrijven zijn hier niet alleen actief in de bedekte tuinbouw en agrarisch watermanagement, maar bijvoorbeeld ook in de aquacultuur. In de regio zijn grote melkveebedrijven met een veestapel uit Nederland. Ook in de pluimveesector zijn Nederlandse bedrijven actief; complete slachtlijnen zijn hier geïnstalleerd.”
Liggen er moeilijke dossiers op het gebied van markttoegang?
“Dat valt mee. De ontwikkeling van de eigen voedselproductie heeft hoge prioriteit, maar voorlopig zijn de landen in mijn werkgebied nog aangewezen op import. Veel groenten zijn in Nederland geproduceerd of komen via Nederland hier naartoe. Het is mijn taak als landbouwraad om ervoor te zorgen dat deze handel soepel verloopt. Dat gaat meestal goed, soms ook niet. Recent waren er in Koeweit problemen met de invoer van vlees. In een container waren sporen aangetroffen van varkensvlees. De normen zijn hier zeer streng. Gelukkig ging het in dit geval om een container die via Nederland naar Koeweit was vervoerd, de NVWA was er niet bij betrokken. Het is in zo’n geval wel belangrijk om hierover in gesprek te gaan en zo de contacten goed te houden.”
Contactgegevens
LNV afdeling Nederlandse ambassade Riyadh:
E-mail: riy-lnv@minbuza.nl
Tel: +966 11 44 22 320
E-mail Erik Smidt: Erik.Smidt@minbuza.nl
Oktober 2018