'Voedselproductie in West-Afrika nog hoger op agenda'
De grootste uitdaging voor landen in West-Afrika is om de eigen voedselproductie te vergroten. Integratie van de keten is daarbij cruciaal. Dat zegt landbouwraad Bram Wits. “Op grote internationale bedrijven wordt druk uitgeoefend om hierin te investeren. Nederlandse bedrijven doen dat ook.” Wits is sinds februari 2018 namens het ministerie van LNV werkzaam voor de Nederlandse agrofoodsector vanuit de Nederlandse ambassade in Ghanese hoofdstad Accra. Nigeria en Ivoorkust behoren ook tot zijn werkgebied.
Dit artikel maakt deel uit van een serie over de landbouwraden in het buitenland. Lees meer over wie zij zijn en wat ze doen. Deze keer in gesprek met landbouwraad Bram Wits in Ghana. Lees de andere interviews.
Het kan bijna niet anders, het interview met landbouwraad Wits komt onmiddellijk op de coronacrisis. “Corona heeft overal in de wereld impact, maar hier in West-Afrika zijn de gevolgen dramatisch. De voedselprijzen zijn fors gestegen, de coronaregels leiden ertoe dat mensen hun werk verliezen. De bestaanszekerheid van veel mensen is direct in het geding.”
Natuurlijk wordt ook de landbouwproductie geraakt. In de beginperiode waren er zorgen over de levering van zaaizaad en andere inputs. De grenzen dreigden gesloten te worden voor import en export van voedingsmiddelen. “Dat is allemaal meegevallen. We gaan wel spannende tijden tegemoet. Voedselproductie in deze landen vraagt veel arbeid. De vraag is of in de komende maanden voldoende arbeidskrachten ingeschakeld kunnen worden.”
Wat zijn de gevolgen voor u persoonlijk?
“Ik ben met mijn gezin ruim vier maanden terug in Nederland geweest. Sinds begin augustus zit ik weer op mijn post. Een landbouwraad kan zijn werk eigenlijk niet goed doen als hij niet fysiek aanwezig is. Digitaal overleg kan niet alles vervangen. Bovendien zaten de lokale medewerkers van mijn landbouwteam ook allemaal thuis. Dan moet je roeien met de riemen die je hebt. We hebben een aantal webinars georganiseerd, bijvoorbeeld over de ontwikkeling in de pluimveesector. Die zijn goed bezocht en werden gewaardeerd. Ik merk wel dat een zekere schermmoeheid begint op te treden.”
Wat zijn belangrijke trends in de agrosector in Ghana, Nigeria en Ivoorkust?
“Corona legt genadeloos de zwaktes bloot van de voedselproductie in mijn werkgebied. Daardoor komt de focus nog meer te liggen op zelfvoorziening. De productie moet echt omhoog. Verdere integratie van de productieketens is daarvoor nodig. Buitenlandse bedrijven kunnen hierbij een rol spelen en een aantal Nederlandse bedrijven is actief geworden op dit front. Heineken werkt bijvoorbeeld samen met groepen van boeren voor de levering van sorghum. FrieslandCampina wil de melkproductie in de regio waar zij fabrieken hebben, opvoeren en werkt samen met lokale melkveehouders. Ook de samenwerking in de mango- en cacaoketen gaat steeds beter.”
'Verbetering van de verwerking van landbouwproducten staat hier hoog op de agenda'
Op welke terreinen liggen er nog meer kansen voor Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen?
“De tuinbouw staat in West-Afrika in de schijnwerpers. De behoefte aan goed zaaizaad, aangepast aan de bodem en het klimaat in de regio, zal zeker toenemen. Dat geldt ook voor de vraag naar lowtech tuinbouwkassen, passend in lokale context.
De pluimveehouderij biedt ook kansen. We hebben afgelopen jaar studies uitgevoerd naar de ontwikkelingskansen van deze sector in zowel Ghana als Nigeria en Ivoorkust. Daaruit blijkt dat er voor Nederlandse bedrijven uit de pluimveeketen mogelijkheden zijn om in deze keten succesvol te investeren. Dat gebeurt overigens al.
Verbetering van de verwerking van landbouwproducten staat hier hoog op de agenda. Wij doen daar onderzoek naar, de resultaten hiervan worden binnenkort bekend gemaakt. Nederlandse bedrijven kunnen op het punt van procestechnologie zeker een bijdrage leveren, bijvoorbeeld door kennis en apparatuur te leveren voor de verwerking van reststromen.”
Staat circulaire landbouw op de landbouwagenda?
“In ieder geval wel op de agenda van mijn landbouwteam. We gaan vanuit LNV een studie doen naar de herintroductie van lokale gewassen. De achterliggende gedachte is dat lokale gewassen die in de vergetelheid zijn geraakt beter bestand zijn tegen bijvoorbeeld droogte. Een voorbeeld is fonio, een graangewas met een hoge voedingswaarde. De productie vraagt ook minder input van chemische middelen en is dus goed voor de biodiversiteit. Fonio past bovendien in het voedselsysteem in de regio. Voedselzekerheid en een circulair productiesysteem zijn twee zijden van dezelfde medaille.”
Wat is lastig aan uw werk als landbouwraad?
“Dit is mijn eerste keer dat ik als landbouwraad in het buitenland werk. Mijn ambities waren torenhoog toen ik hier landde. Ik moest wennen aan het tempo, moest mijn doelen bijstellen, dat was best frustrerend. Inmiddels ben ik er redelijk aan gewend. Een afspraak maken kost tijd en heb je die gemaakt dan is het altijd de vraag of het overleg doorgaat. Dingen lopen anders dan je hoopt. Als je je daaraan gaat ergeren, dan kom je niet ver.”
'Verdiep je in de cultuur, kom hier naartoe en zoek lokale samenwerkingspartners'
Bots je op cultuurverschillen?
“Als het gaat om het overheidsapparaat zijn er grote verschillen. In Nederland kiest de overheid voor samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen. In West-Afrika werkt de overheid centralistischer, zelfs de ministeries werken weinig met elkaar samen, laat staan met potentiële partners buiten de overheid. Dat is wel wennen.
Je kunt deze landen overigens niet over een kam scheren. De cultuur in Ghana is niet hetzelfde als in Nigeria. Ghana kent een praatcultuur, Nigerianen willen gelijk aan de slag. Voor mij is dat elke dag schakelen. Dat maakt dit werk juist interessant.”
Wat zijn belangrijke tips voor ondernemers die in West-Afrika actief willen worden?
“Verdiep je in de cultuur, kom hier naartoe en zoek lokale samenwerkingspartners. Daar kan mijn team bij adviseren. Ook belangrijk: verwacht geen winst op korte termijn, maar maak een vijfjarenplan. Er zijn overigens al veel Nederlandse bedrijven die hier actief zijn. Door de coronacrisis gaat dit mogelijk veranderen. Gaan bedrijven zich terugtrekken? Of kiezen zij voor de lange termijn? Ik ga hierover met Nederlandse bedrijven in gesprek.”
Hoe wordt in bijvoorbeeld Ghana aangekeken tegen de agrofoodsector in Nederland?
“Lang niet iedereen is bekend met de Nederlandse rol in de mondiale voedselproductie. Wie dat wel weet, is verbaasd en wil van mij horen wat ons geheim is. Ik trek hieruit de conclusie dat we ons te bescheiden opstellen. We moeten ons veel beter verkopen. Daar ligt natuurlijk ook een taak voor mij.”