Frankrijk: op weg naar een ‘Pact voor de toekomst van de landbouw’
Op verzoek van president Macron wordt gewerkt aan een Pact voor de toekomst van de Franse landbouw. De brede consultatie van publiek en stakeholders is inmiddels afgerond, en de aanbevelingen die uit die consultatie voortkwamen, zijn door drie werkgroepen samengevat. Op dinsdag 6 juni 2023 ontving de Franse minister van Landbouw en Voedselsoevereiniteit Fesneau de samenvattende verslagen van de voorzitters van de 3 werkgroepen.
Brede consultatie
Op 7 december 2022 vond de aftrap plaats van een brede consultatie van publiek en stakeholders, om te komen tot een Pact en een bijbehorende wet ‘voor de oriëntatie en de toekomst van de landbouw’ (zei artikel ABB: Frankrijk: start werkzaamheden voor Pact voor de toekomst van de Franse landbouw | Nieuwsbericht | Agroberichten Buitenland).
Doel van dit Pact is in de eerste plaats om te garanderen dat er in de toekomst in Frankrijk genoeg boeren zullen zijn, die genoeg verdienen en een goed bestaan leiden, en die bovendien optimaal zijn toegerust op klimaatverandering en verduurzaming van de landbouw.
Om op een verscheidenheid aan standpunten te kunnen rekenen, bestond de consultatie uit verschillende onderdelen:
- De raadpleging op nationaal niveau, geleid door 9 covoorzitters van drie werkgroepen, elk bestaande uit 100 tot 130 stakeholders en experts.
- De raadpleging op regionaal niveau, onder leiding van de landbouwkamers (Chambres d’agriculture).
- De raadpleging van jongeren in het landbouwonderwijs; met een steekproef van 37 instellingen en 2.550 deelnemers is een overzicht gegeven van hun verwachtingen en zorgen. Tientallen openbare en particuliere instellingen voor technisch en hoger onderwijs hebben ook debatten met jongeren georganiseerd.
- Tot slot werd het brede publiek geraadpleegd en werden meer dan 44.000 bijdragen ontvangen via een vragenlijst op internet.
Verwerking van alle ideeën en voorstellen uit de consultatie
In 3 werkgroepen is de oogst van ideeën en voorstellen uit de verschillende consultaties geordend, verwerkt en samengevat. Meer dan 120 personen, die de diversiteit van de landbouwwereld, de belanghebbenden, de wereld van opleidingen en investeringen vertegenwoordigen, hebben meegewerkt hieraan.
Dit heeft 3 rapporten opgeleverd, over de volgende drie hoofdthema’s:
- Oriëntatie en scholing
- Vestiging en bedrijfsopvolging
- Aanpassing en transitie met het oog op klimaatverandering.
Deze drie rapporten zijn integraal te raadplegen op: https://agriculture.gouv.fr/pacte-et-loi-dorientation-et-davenir-agricoles-les-rapports-de-synthese-des-propositions
Hieronder volgt een zeer beknopte samenvatting van deze 3 rapporten.
Rapport 1: oriëntatie en scholing
De werkgroep heeft de aanbevelingen ingedeeld in twee hoofdthema’s: "Meer jongeren en werknemers aantrekken en opleiden”, en "Opleidingen hervormen (inhoud, methoden, toegang)”.
Voor wat betreft het eerste thema wordt o.a. voorgesteld meer voorlichting te geven over het groene onderwijs op scholen en via social media, partnerschappen te ontwikkelen tussen groene en andere scholen (met meer mogelijkheden om over te stappen), bijscholing van docenten in het groene onderwijs (over klimaatverandering en duurzaamheid) en betere betaling van die docenten (om het aantrekkelijk te maken om te doceren in het groene onderwijs). De werkgroep stelt in het bijzonder voor om nieuwe diploma's te creëren voor studenten afkomstig van buiten het groene onderwijs om "zich snel te specialiseren in een groen beroep". Een ander voorstel betreft de oprichting van een "landbouwdienst" om studenten op scholen en hogescholen voor te lichten en aan te moedigen over te stappen naar de landbouw.
De werkgroep stelt ook voor groene beroepen beter onder de aandacht te brengen bij werkzoekenden (o.a. via arbeidsbureaus) en te kijken hoe leerlingen die zijn uitgevallen bij andere schooltypen misschien in het groene onderwijs passen.
Voor wat betreft het tweede thema wordt aanbevolen de curricula aan te passen aan actuele thema’s (klimaatverandering, agro-ecologische transitie, digitalisering, etc…), de docenten bij te scholen, specialisten van buiten het groene onderwijs gericht in te zetten, meer demonstratie- en proefbedrijven te gebruiken, meer praktijk in het onderwijs te introduceren, en de link met innovatie en onderzoek te versterken.
De werkgroep stelt vijf dagen nascholing per jaar voor alle agrariërs voor. Deze nascholing is bedoeld om voeling te houden met de huidige veranderingen. De beoogde thema's zijn onder andere:
- “transitie in de landbouw”,
- "veranderingen in praktijken" (waaronder irrigatie, hygiëne en gezondheid) evenals digitale technologie en personeelsbeheer.
Daarnaast wordt voorgesteld een breed en rijk aanbod aan permanente scholing aan te bieden, inclusief financiële steun voor het volgen van permanente educatie (ook om voor vervanging op het bedrijf te kunnen zorgen). De relatie tussen scholen en bedrijfsvervanging moet verder worden ontwikkeld.
Rapport 2: vestiging en bedrijfsopvolging
De werkgroep definieert voor Frankrijk als prioritair doel het aantal nieuwe bedrijfsvestigingen (al dan niet als opvolging) significant te verhogen (oftewel: er is in Frankrijk in de landbouw vergrijzing en een groot gebrek aan bedrijfsopvolgers). Daarvoor zijn twee zaken leidend: diversiteit en pluralisme.
De maatregelen die worden voorgesteld zijn:
- Identificeer de relevante doelgroepen waar toekomstige agrariërs uit voort kunnen komen (al dan niet uit de agrarische wereld, en in het bijzonder ook uit stedelijke milieus).
- Ontwikkel de mogelijkheden om in dienstverband te werken in de landbouw, omdat dat steeds belangrijker zal worden.
- Ontwikkel mogelijkheden om proef te draaien in de landbouw, en beroepen uit te proberen, om te kijken of het past en bevalt.
- Zorg dat in principe dezelfde voorzieningen en arbeidsomstandigheden beschikbaar zijn voor mensen in de landbouw als daarbuiten (vakantiedagen, deeltijd werken, uitbesteden van werkzaamheden, digitale netwerken, etc).
- Goede en eenduidige advisering en begeleiding bij vestiging (1-lokket-gedachte).
- Grondbeleid, zodat grond makkelijker beschikbaar komt voor intreders.
- Goede tools voor het op alle fronten doorlichten van een bedrijf ter overname (zowel in het belang van de uittreder als de intreder).
- Leningen van banken bij voorkeur richten op maatregelen ter verduurzaming, opleiding en begeleiding.
- De overheid moet zich in financiële zin met name richten op dekking van (klimatologische) risico’s, garantstelling en fiscale maatregelen.
Rapport 3: aanpassing en transitie met oog op klimaatverandering
De werkgroep heeft als hoofdaanbevelingen: "interdepartementaal" beheer van de "agro-ecologische en voedseltransitie", waardoor het mogelijk wordt om "duidelijke doelstellingen en middelen" vast te stellen. Op het gebied van voedsel zou dit inhouden:
- "een verandering in het voedselaanbod plannen",
- "trends in de ontwikkeling van het dieet versnellen",
- "veranderingen in consumptie ondersteunen" zoals "een nieuw evenwicht tussen dierlijk en plantaardig voedsel", door o.a de import uit derde landen te verminderen (en level-playing field binnen de EU) en de meest duurzame landbouwpraktijken te bevorderen.
Op het gebied van governance stelt de werkgroep voor om een "Wetenschappelijke Raad voor Landbouw en Voedsel" op te richten, die (minimaal) rapporteert aan de ministers van Landbouw en van Onderzoek. Ook zou er een brede maatschappelijke dialoog moeten zijn over voedsel en de transitie van de landbouw.
Het tweede belangrijke idee is om de "de-specialisatie" van regio's aan te moedigen, waardoor regio’s (en bedrijven) minder eenzijdig gericht zijn op monocultuur (bijvoorbeeld alleen maar graanproductie, zonder dat er ook veeteelt plaats vindt).
Ook wordt herstructurering van agrarische bedrijven die te groot zijn geworden aangemoedigd. Er is echter geen consensus over de middelen om dit te bereiken, zoals het idee van quota of bodemprijzen per regio.
Overgens liet dit derde rapport het langst op zich wachten. Er was kennelijk veel verschil van mening. En er kwamen aanvullende aanbevelingen boven drijven, o.a.:
- Streef naar aanvullende bronnen van inkomsten voor de boer door diversificatie van agrarische productie (alimentair en non-alimentair, energie), beloon ecosystemische diensten en diversificatie van activiteiten op het platteland.
- Bevorder innovatie via publiek-private consortia, gespecialiseerde fondsen en leningen, het betrekken van startups bij overheidsbeleid en ruimte voor ‘open innovatie’.
- Bevorder ruimte voor allerlei soorten experimenten (technisch, sociaal), financiële compensatie voor tijdelijk verlies van marge bij experimenten en bij mislukkingen.
- Betrek korte-keten projecten om transities te bevorderen, evenals de catering van overheidskantines (school- en bedrijfsrestaurants; inkoopmacht van de overheid)
- Besteed aandacht aan de menselijke factor, waaronder het psychische en fysieke welbevinden van agrariërs.
Vervolgtraject
De rapporten zullen door de diensten van het Franse ministerie van landbouw en voedselsoevereiniteit worden gebruikt om deze zomer een ‘Pact’ op te stellen, en een wetsvoorstel dat daaraan is gekoppeld. De bedoeling is dat deze twee documenten in de herfst beschikbaar komen.