SeedNL aan de slag in Ethiopië en Nigeria
Nederlandse zaaizaad- en kweekbedrijven gaan in samenwerking met kennisinstellingen en de ministeries van Buitenlandse Zaken (BZ) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) actie ondernemen om de groenteproductie in Afrika een impuls te geven. In eerste instantie is de aandacht gericht op Ethiopië en Nigeria.
Het publiek-private samenwerkingsverband SeedNL is tijdens de Wereldvoedseldag in oktober 2019 officieel gestart. Al eerder dit jaar is in beide landen geïnventariseerd welke behoeften er zijn om de groenteketen snel te ontwikkelen. Dat is gebeurd in workshops met lokale vertegenwoordigers uit de sector.
Vraag staat centraal
Volgens Anneke van de Kamp – groupmanager Communications & Public Affairs bij Rijk Zwaan en nauw betrokken bij SeedNL – geven de uitkomsten van de workshops richting aan de activiteiten in beide landen. “Belangrijk is om te weten aan welke ondersteuning behoefte is, de vraag staat centraal. In de workshops is dat duidelijk geworden. Nu kunnen we concreet aan de slag.”
Bij de behandeling van de begroting van het ministerie van BZ voor 2020 bleek de Tweede Kamer positief over SeedNL. BZ-minister Sigrid Kaag beloofde jaarlijks te rapporten over de vorderingen. Het platform kan in ieder geval vijf jaar aan de slag; in eerste instantie in Ethiopië en Nigeria, maar later ook in andere landen in Afrika.
Begeleiding telers
Rijk Zwaan is sinds 2001 actief in Afrika. Vanaf 2008 veredelt het bedrijf groentegewassen die zijn aangepast aan de teeltomstandigheden in Afrika en aan de behoeften van lokale consumenten. Ontwikkeling van de groentesector is complex, zegt Van de Kamp. “Het gaat niet alleen om levering van goed zaaizaad, maar ook om begeleiding van de telers, om afzet van de producten naar de lokale markten en om de wetgeving. Dat kunnen de zaaizaadbedrijven niet alleen. De samenwerking binnen SeedNL met de overheid en bijvoorbeeld Wageningen UR biedt veel meer perspectief.”
Gebrekkige wetgeving
De grote zaaizaadbedrijven als East West Seed, Enza Zaden, Bakker Brothers en Rijk Zwaan zijn allemaal actief in SeedNL. Zij richten zich vooral op de levering van kwalitatief goed en betaalbaar uitgangsmateriaal en op teeltbegeleiding. Een groot probleem in veel ontwikkelingslanden is de gebrekkige zaaizaadwetgeving en, als die er al is, de handhaving ervan. Van de Kamp: “Hier ligt vooral een taak voor de ministeries. En voor Plantum, de koepel van zaaizaad- en kweekbedrijven.”
Ervaring met regelgeving
In Nederland kennen we publieke organisaties zoals NVWA en Naktuinbouw. “De kennis die wij hebben opgedaan met regelgeving en handhaving heeft de agrarische sector in Nederland een enorme boost gegeven. Via SeedNL gaan we die kennis ter beschikking stellen aan Ethiopië en Nigeria. Het gaat dan vooral om bescherming van rassen, ontwikkeling van kwaliteitsnormen en om de organisatie van het toezicht op de naleving van de regels. Dat zijn allemaal randvoorwaarden om de groenteketen in die landen verder te ontwikkelen.”
Pilotlanden
Ethiopië en Nigeria zijn als pilotlanden aangewezen, omdat de overheden in deze landen duidelijk hebben aangegeven ondersteuning uit Nederland op prijs te stellen. De landbouwraden op de Nederlandse ambassades hebben bij de inventarisatie van de behoeften een belangrijke rol gespeeld.