Nederland steunt duurzame transitie in Roemenië, Bulgarije en Moldavië
Sophie Neve is sinds augustus 2023 LNV-raad voor Roemenië, Bulgarije en Moldavië. Samen met het LAN team op de Nederlandse ambassade in Boekarest levert ze een bijdrage aan verduurzaming van de landbouw en voedselsystemen in de drie landen. ‘Bijvoorbeeld met Partners for International Business-programma’s (PIB’s) voor fruit- en groenteproductie en de verduurzaming van die ketens,’ zegt ze, ‘en daarmee ook kortere ketens helpen realiseren. Verder doen we veel aan kennisuitwisseling rond groen onderwijs.’
Als kind was Sophie altijd in de buitenlucht te vinden. In de zomer speelde en hielp ze altijd op een boerderij. Na haar middelbare school studeerde ze Spaanse taal- en letterkunde. ‘Ik ben altijd geboeid geweest door het buitenland en andere talen en culturen,’ vertelt ze. ‘De studie bleek erg gericht op letterkunde. Dat trok mij minder, ik wilde liever iets doen wat praktischer was. Daarom heb ik mij gespecialiseerd in internationale bedrijfscommunicatie.’
Brede ervaring bij LNV
Nederland liet ze al gauw achter zich. ‘Ik heb een tijd in Spanje gewoond en gewerkt.’ Door haar internationale belangstelling wilde ze graag deelnemen aan het “diplomatenklasje” in Den Haag. ‘Maar dat was in die jaren tijdelijk stopgezet. Ik ben voor het ministerie van LNV gaan werken, op het stafbureau van de buitenlandse dienst. Zo leerde ik de LNV-raden en hun werk kennen. Hun functie leek me erg interessant.’
Ze werkte de afgelopen jaren als beleidsmedewerker/coördinator, projectmanager en adviseur aan internationale, Europese en nationale dossiers. ‘Ik heb daardoor een brede kennis en ervaring, maar ook een breed netwerk binnen LNV dat me goed van pas kan komen in mijn nieuwe baan’. Duurzaamheid, water, natuur en milieu, maar ook topsectoren, GLB (Gemeenschappelijk Landbouw Beleid) en plattelandsontwikkeling vormen rode draden daarin.’
Samenwerking als team
Sinds zomer 2023 werkt Neve als LNV-raad voor Roemenië, Bulgarije en Moldavië op de Nederlandse ambassade in Boekarest. ‘Er zijn in ons LAN team standaard twee landbouwadviseurs,’ vertelt ze. ‘In Roemenië zijn dat Anda Popescu (momenteel met langdurig verlof) en Gabriela Mirela Gîrboan (ter vervanging), en in Bulgarije Stiliyan Grebenicharski vanuit de Nederlandse ambassade in Sofia. In Boekarest maakt Ilinca Ionescu als managementondersteuner ook onderdeel uit van ons team. In Moldavië hebben we geen teamlid, maar werken we samen met een lokale collega van de Nederlandse ambassade. De samenwerking met de economische afdelingen van de ambassades is heel goed. Prettig en belangrijk, want we werken regionaal als een team. In het LAN team werken we op basis van de visie die ik heb gemaakt, die we praktisch vertalen in jaarplannen.’
Rijkste biodiversiteit van Europa
Wat zijn Neves indrukken van de regio en van haar standplaats? ‘Roemenië vind ik een land van grote contrasten, bijvoorbeeld tussen de steden en het platteland. Het heeft met Bulgarije samen de rijkste biodiversiteit van Europa. Als nieuwe inwoner is het belangrijk om geduld te hebben in het opbouwen van relaties. Gezien hun geschiedenis is het logisch dat de Roemenen daar wat terughoudend in zijn. Ik woon in Ilfov, het district waarin mijn standplaats Boekarest ligt, net iets ten noorden van de stad. Boekarest is een stad met veel beton, maar er zijn gelukkig ook parken. Het verkeer is uitdagend. Ik ga op de fiets naar mijn werk want als Nederlandse is dat mijn gevoel van vrijheid, maar het is niet zonder risico.’
‘Roemenië, Bulgarije en Moldavië verschillen echt van elkaar,’ aldus Neve. ‘Mijn indruk is dat in Bulgarije de mensen wat meer open zijn dan hier. De hoofdstad Sofia is groener, kleiner en gemoedelijker dan Boekarest. Bulgarije is net als Roemenië lid van de EU, maar het is armer. Dat geldt ook voor Moldavië, maar de hoofdstad Chisinau is een opvallend moderne en schone stad met een goede infrastructuur. Als eerste indruk vind ik dat de mentaliteit van de Moldaviërs lijkt op die van de Nederlanders, met vergelijkbare ondernemersvaardigheden.’
Sterke onderlinge banden met Europa
Wel zijn er in alle drie de landen veel regeringswisselingen. Neve: ‘Dat maakt het soms moeilijker om een netwerk met de overheden op te bouwen. Ook kan dat lastig zijn voor bijvoorbeeld buitenlandse bedrijven en investeerders. Daardoor zijn Roemenië, Bulgarije en Moldavië denk ik, mede, niet altijd de eerste landen waaraan Nederlandse bedrijven denken als ze zaken in het buitenland willen doen’.
Maar dat kan veranderen, aldus Neve. ‘Roemenië en Bulgarije zijn kandidaat-leden van de OESO en als EU-lidstaten recentelijk al gedeeltelijk aangesloten bij de Schengenregio, ook is er de komende jaren vooruitzicht op toetreding tot de eurozone. Alleen over toegang via land wordt nog onderhandeld. Moldavië is kandidaat-lid van de EU. Dus de banden met Europa zijn sterk.’
Ontsluiting landbouwpotentieel en droogte zijn grote uitdagingen
Wat ziet Neve als de grootste uitdagingen in de regio? ‘De ontsluiting van het landbouwpotentieel is een groot vraagstuk. Er zijn hier enkele grote producenten en investeerders en heel veel kleine boeren. Ruim 90% is backyard farmer, met minder dan 5 hectare aan grond en een enkele koe. Bovendien is het landbouwareaal in Roemenië erg versnipperd en niet overal geregistreerd (Kadaster). Bij schaalvergroting hebben of krijgen boeren dus veelal met veel landeigenaren te maken. Dat maakt schaalvergroting, meer en efficiëntere productie en daarmee aansluiting op de vraag van de markt en zelfvoorziening voor het land lastig. Roemenië en Bulgarije zijn netto-importeur terwijl er feitelijk een schat is aan oppervlakte aan landbouwareaal. Ook is er sprake is van relatief goede bodems, gunstig klimaat en gunstige geografische ligging.
‘En net als elders in de wereld is het veranderende klimaat een uitdaging. Langere en hetere zomers zorgen voor (langdurige) waterschaarste, met name in het zuiden en zuid westen van het land. Met consequenties voor de kwaliteit (en het verliezen) van de oogsten.’
‘Roemenië en Bulgarije zijn netto-importeur terwijl er feitelijk een schat is aan oppervlakte aan landbouwareaal en er sprake is van relatief goede bodems, gunstig klimaat en gunstige geografische ligging’
Samenwerken aan groen onderwijs
Groen onderwijs is een belangrijk aandachtspunt voor Neve en haar team. ‘Mijn voorganger heeft veel geïnvesteerd in de relatie en samenwerking tussen Nederland en Roemenië. Er is een partnerschap tussen de ministeries van Landbouw en er is een MoU (Memorandum of Understanding) tussen GroenPact en het Roemeens Agri Edu Center of Excellence. Daar geven we met de aangesloten partners verder invulling aan.’
‘Het is belangrijk dat het onderwijs aansluit op de behoefte van de praktijk. Veel Roemeense studenten gaan als kennismigrant naar het buitenland en blijven weg. Daarnaast is er een tekort aan arbeidskrachten in de agrarische sector. Met het faciliteren van praktijkgericht onderwijs, maar ook van meer uitwisselingen en stages proberen we dat vraagstuk gezamenlijk aan te pakken.’
European Horticulture Congress en PIB’s voor fruit en groente
Naast groen onderwijs is Neve met haar team ook met verschillende andere projecten en activiteiten bezig. In Roemenië kijken ze met grote investeerders als supermarktbedrijf Mega Image, een onderdeel van Ahold Delhaize, naar verduurzaming van de ketens. ‘Verder zijn we bezig met het komende European Horticulture Congress, in mei in Boekarest. Wij zetten groen onderwijs op de agenda en verbinden dat met het bedrijfsleven. Ook voorzien we in een keynote speaker van Wageningen University & Research. Daarnaast is het een interessante gelegenheid voor Nederlandse bedrijven om te netwerken en te tonen wat ze te bieden hebben.’
‘In Bulgarije werken we aan twee PIB’s, eentje voor fruit loopt al en een voor groente gaat binnenkort starten, maar daarvoor hebben al elf Nederlandse bedrijven belangstelling getoond. In Moldavië is een USAID-missie geweest, onder meer om de groenteteelt te versterken. Die proberen we te steunen.’
Biodiversiteit
‘Op het gebied van biodiversiteit zijn we nog aan het verkennen wat we vanuit onze rol kunnen doen. Daarbij haken we aan op ontwikkelingen in Brussel, denk bijvoorbeeld aan de plattelandsstrategie en de bossenstrategie, maar ook aan de sociaal economische uitdagingen rond beschermde soorten als beren en wolven. Ook starten we binnenkort met een pilotproject over regeneratieve landbouw, met als doel in de praktijk meer kennis op te doen over mogelijke verdienmodellen Ook willen we een bilaterale samenwerking initiëren van Nederlandse en Roemeense meteorologische instituten rond agrometeorologie, dat zeer nuttige informatie en diensten kan bieden voor de sector, maar wellicht voor ook tot nieuwe inzichten kan leiden.’
Minder hightech oplossingen werken ook
‘Er zijn grote kansen voor Nederlandse innovaties, kennis en technologie in de landen van mijn werkgebied’, zegt Neve. ‘Producenten en ketens hier hebben daar grote behoefte aan. Dat hoeft niet altijd de modernste hightech oplossing te zijn, want de sector hier is zeer gefragmenteerd en de meeste boeren kunnen geen hypermoderne kassen betalen. Bundeling van krachten, zoals dat in Nederland gebeurt, is hier gevoelig door de gedwongen coöperatievorming uit de Sovjettijd. Maar je ziet dat bijvoorbeeld een grote retailer als Mega Image hierin een rol speelt, door hun producenten te adviseren en faciliteren in het voldoen aan kwaliteitseisen van de EU.’
‘Verder zijn er kansen door de stijgende vraag naar melk in de wereld, in het bijzonder als het gaat om producten van hogere toegevoegde waarde, door de Europese steun voor een groene transitie en hervormingen in onder meer de infrastructuur. De regio ontwikkelt zich momenteel tot nieuwe corridor tussen Europa en het oosten. Dat is van belang in de context van de Russische inval in Oekraïne.’
Op weg naar een duurzaam systeem
Wat hoopt ze als LNV-raad de komende jaren te bereiken? ‘Dat we zichtbare stappen en resultaten kunnen boeken in de samenwerking, op weg naar een duurzamer landbouw- en voedselsysteem. In de praktijk, met onderwijs en bedrijven, en beleidsmatig. Ik wil bijvoorbeeld bijdragen aan de eiwittransitie. Het zou mooi zijn als de basis ingrediënten (erwten, bonen, sojabonen) voor de vegaburgers in de Nederlandse schappen in de toekomst uit deze regio komen. Mooie businesskansen en een duurzaam alternatief voor ingrediënten en basisproducten met een grotere voetafdruk.’
European Horticulture Congress
Van 12 tot en met 16 mei 2024 vindt in Boekarest, Roemenië het European Horticulture Congress plaats. Dit congres is een initiatief van de International Society for Horticultural Science (ISHS) en wordt elke vier jaar georganiseerd. Naast symposia, maken diverse technische tours onderdeel uit van het programma.
Op het congres zullen wetenschap en innovatie de industrie en natuur ontmoeten in een open dialoog over waarom, wanneer en hoe we kunnen en moeten samenwerken voor de duurzame ontwikkeling van de Europese en mondiale tuinbouw. Het congres streeft ernaar antwoorden te vinden op drie hoofdvragen:
- Wat is de werkelijke toestand van de tuinbouw, regionaal en mondiaal?
- Wat zijn de uitdagingen om volledige duurzaamheid te bereiken?
- Wat verwacht de samenleving van de tuinbouw in de 21e eeuw?
Meer informatie is te vinden op The European Horticulture Congress 2024 in Romania. Ook kunt u mailen naar het LAN team in Boekarest op bkr-lnv@minbuza.nl.
Contact
LAN team Nederlandse ambassade Boekarest (Roemenië)
- Email: bkr-lnv@minbuza.nl
- Telefoon: +402 120 860 51/ 2
- X: @NLAgroROBG
- LinkedIn: Linkedin.com/sophieneve
LAN team Nederlandse ambassade Sofia (Bulgarije)
- Email: sof-lnv@minbuza.nl
- Telefoon: +359 281 603 80