Nederland en Polen zetten samen kennis in voor duurzame oplossingen
Sinds 1 augustus is Jouke Knol werkzaam als LVVN-raad op de Nederlandse Ambassade in Polen. Vanuit Warschau zet hij zich in om de banden met Polen, Slowakije en Tsjechië – de landen in zijn werkgebied – te versterken en de Nederlandse overheid, bedrijfsleven en NGO’s in de landbouw en natuur te verbinden met de markt aldaar. Met name als het gaat om duurzame land- en kassenbouw, diergezondheid, bodemkwaliteit, energietransitie en klimaatadaptatie ziet Knol kansen voor Nederland. ‘Met name Polen is een belangrijke beleidspartner binnen de EU en een markt met veel potentie.’
Bij zijn aankomst in Warschau was Knol onder de indruk van de moderniteit van Polen. Hij vertelt: ‘Het is een welvarend land met een hoogontwikkelde, hardwerkende bevolking en een enorme potentie. Daardoor maakt de economie een grote groei door en dat zie je terug in de infrastructuur.’ Ook het moderne stadsbeeld van Warschau was voor hem een aangename verrassing. ‘Het is een heel comfortabele plaats, met moderne faciliteiten en veel mooie kunst- en uitgaansgelegenheden. In de verte doet het me een beetje aan Rotterdam denken, met al die imposante wolkenkrabbers en nieuwbouw.’
Toch was het in het begin ook wel een beetje wennen voor hem. ‘Ik ervaar de Poolse werkcultuur anders dan in Nederland,’ vertelt hij. ‘In Nederland is er een sterke focus op de relatie, terwijl ik hier ondervind dat de inhoud en kwaliteit van het werk net zo belangrijk zijn. Volgens mij zijn we minder gewend om een relatie te onderhouden op basis van kennis. In de Poolse werkcultuur merk ik dat er veel aandacht is voor de inhoud en feiten. Hun waardering voor nauwkeurigheid is iets waar wij in Nederland misschien nog wat van kunnen leren.’
Kennis en ervaring in het LAN team
Het LVVN Attaché Netwerk (LAN) team op de Nederlandse Ambassade bestaat in totaal uit drie medewerkers. Behalve Knol zelf zijn dat landbouwadviseur Olaf Horbańczuk en beleidsondersteuner Agnieszka Murawska. ‘Olaf houdt zich onder andere bezig met beleids- en marktontwikkelingen als het gaat om landbouw, voedselkwaliteit, natuur en biowetenschappen,’ zegt Knol. ‘Agnieszka richt zich vooral op plantaardige productie met een focus op de tuinbouw. Ik geloof dat we veel van elkaar kunnen leren door onze kennis en ervaring te delen.’
De kennis die hij zelf meebrengt liegt er niet om. ‘Ik ben sinds 2001 in dienst van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Ik heb me onder andere beziggehouden met beleid rond gewasbescherming, diergezondheid en dierenwelzijn en veterinaire export. Ook was ik vier jaar in Brussel werkzaam op de Permanente Vertegenwoordiging als Veterinaire en Fytosanitaire Raad. Toen ik terugkeerde naar Den Haag, heb ik allerlei Europese dossiers opgepakt, zoals de implementatie van nieuwe verordeningen, maar ook beleidsbeïnvloeding in Brussel als het gaat om de Green Deal, Farm to Fork en de Natuurherstelverordening. Mijn laatste project in Nederland was de implementatie van de EU-ontbossingsverordening.’
EU-voorzitterschap en een duurzame energietransitie
Polen neemt vanaf januari 2025 het EU-voorzitterschap op zich, een belangrijke mijlpaal die kansen biedt voor intensievere samenwerking. Knol: ‘Ons doel is om een sterke band met de Poolse ministeries van Landbouw, Infrastructuur en Milieu op te bouwen. We willen nauwere samenwerking tussen Nederland en Polen in Brussel en daarnaast laten zien wat Nederland kan betekenen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzame landbouw en energietransitie.’
Een voorbeeld van de samenwerking in duurzame energie is een studiereis naar Nederland die Knol volgend jaar wil organiseren, gericht op de energietransitie in de landbouw. ‘In Polen worden veel kassen verwarmd met steenkool, wat leidt tot hoge uitstoot. Nederland kan als koploper in duurzame kassenbouw een rol spelen in deze transitie. Hoewel de omstandigheden anders zijn, kunnen Poolse ondernemers mogelijk veel leren van de technologie en de duurzame innovaties die in Nederland al toegepast worden.’
Samenwerking op diergezondheid en preventie van dierziekten
Ook op het gebied van diergezondheid ziet Knol kansen om de samenwerking met Polen verder uit te breiden. ‘Nederland heeft veel ervaring met de preventie en bestrijding van dierziekten, zoals vogelgriep en blauwtong,’ zegt Knol. ‘We delen graag onze kennis en ervaring, zeker nu een ziekte als blauwtong onlangs in Polen de kop heeft opgestoken. Om die reden organiseren we een inkomend bezoek van de Nederlandse Chief Veterinary Officer (CVO), Wim Pelgrim. We hebben net afgesproken dat die medio volgend jaar zal plaatsvinden. Door samen te werken, kunnen we dierziekten effectiever bestrijden. Dat draagt ook bij aan voedselzekerheid. Dat maakt het mogelijk om van elkaars successen en leermomenten te profiteren.’
Noodzakelijke samenwerking in waterbeheer en klimaatadaptatie
Naast de energietransitie en diergezondheid kan ook klimaatadaptatie een belangrijk thema gaan vormen in de Nederlands-Poolse verhoudingen. Polen heeft het afgelopen jaar te maken gehad met extreme weersomstandigheden en overstromingen. In reactie hierop vroeg de Poolse minister van Landbouw aan Nederland om expertise op het gebied van watermanagement te delen. Hoewel een geplande conferentie hierover geen doorgang kon vinden, ziet Knol kansen om de samenwerking op dit terrein op een andere manier te verdiepen.
‘We kijken nu of we in 2025 een bijeenkomst kunnen organiseren waarbij Nederlandse en Poolse kennisinstellingen, boerenorganisaties, waterschappen en andere overheidspartijen kennis en ervaring met elkaar kunnen delen en proberen te identificeren op wat voor terreinen meer onderzoek nodig is of waar ze over door willen praten,’ vertelt Knol. Hij benadrukt dat de Nederlandse expertise in waterbeheer waardevol is voor de regio en bijdraagt aan een veerkrachtige landbouwsector.
‘We willen beleidsmatig nauwer samenwerken, marktkansen verzilveren en laten zien wat Nederland kan bijdragen aan duurzame landbouw en de energietransitie’
Projecten gericht op bodemverbetering, verduurzaming en mestexport
Knol is betrokken bij een aantal doorlopende projecten op het gebied van landbouw en milieu. Een belangrijk project dat hij voortzet is een samenwerking gericht op bodemkwaliteit. Dat maakt deel uit van Partners for International Business (PIB) van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). ‘Bodemgezondheid is essentieel voor biodiversiteit en voor productiviteit,’ zegt Knol. ‘Een gezonde bodem draagt bij aan duurzame landbouw en een veerkrachtig ecosysteem.’ In dit artikel staat meer informatie over dit PIB project bodemverbetering in Polen.
Daarnaast organiseert hij met zijn team diverse missies in de sectoren bloemen, groente, fruit en kassenbouw. ‘Polen is een belangrijke afzetmarkt, en deze missies helpen ons om Nederlandse bedrijven te koppelen aan Poolse partners.’ Verder richt het LAN team in Warschau zich op alternatieve eiwitten, circulaire landbouw en bevordering van de rol van de vrouw in landbouw. We nemen daarvoor deel aan conferenties over deze thema’s, maar dragen ook bij aan het programma, door voor sprekers te zorgen uit Nederland en/of zelf deel te nemen aan bijvoorbeeld paneldiscussies. ‘In 2025 zullen we ook een missie organiseren voor Nederlandse belanghebbenden om de mest export te bevorderen.’ Deze activiteiten sluiten nauw aan bij de Nederlandse ambities.
Perspectief op de toekomst
Knol sluit het gesprek af met een positieve blik op de toekomst. ‘Er liggen kansen voor zowel Nederland om nauwer samen te werken in Brussel en qua handel en onze kennis in te zetten voor duurzame oplossingen.’ Volgens hem is het voor Nederland belangrijk om deze potentie te herkennen en om verder te bouwen aan de relatie. ‘Met name Polen is een belangrijke beleids- en handelspartner binnen de EU en een markt met veel potentie. We moeten onze perspectieven blijven verruimen en openstaan voor de kansen die het land biedt.’
Contact
• Email: war-lvvn@minbuza.nl
• Telefoon: +48 22 559 12 69