Implementatie akkoord voor een Groen Denemarken: “de grootste verandering in het Deense landschap in meer dan 100 jaar”
Op 17 november jl. is er na drie maanden onderhandelen in Denemarken een akkoord gesloten over de implementatie van het in juni jl. overeengekomen “Akkoord over een Groen Denemarken”.
Door deze overeenkomst zal het Deense landschap aanzienlijk veranderen, er komt meer natuur en een beter watermilieu.
Samenvatting:
- Op 18 november jl. is er overeenstemming bereikt over het “implementatie akkoord voor een Groen Denemarken”. Het proces om tot een breed gedragen akkoord te komen met verschillende stakeholderpartijen, is begin dit jaar gestart.
- Om “de grootste verandering in het Deense landschap in meer dan 100 jaar”, zoals de regering het noemt, te bewerkstelligen is ongeveer 43 miljard DKK (€ 5,7 miljard) belastinggeld gereserveerd om landbouwgrond op te kopen en om te zetten ten behoeve van natuur en biodiversiteit.
- In het 19 pagina’s tellende akkoord wordt een agrarische CO2e heffing van 16 Euro per ton CO2e vanaf 2030 aangekondigd, oplopend tot 40 Euro per ton CO2e in 2035. Er zullen diverse subsidieregelingen zijn voor boeren. Op het gebied van natuur en biodiversiteit wordt er 250.000 ha nieuw bos aangeplant, 140.000 ha veenweide uit productie genomen en 100.000 ha extensivering en ongerept bos beschermd.
- Vanaf nu kan het nieuwe ministerie van Groene Transitie het akkoord gaan uitvoeren. Dit houdt in de wetgeving voorbereiden die nodig is voor de uitvoering en vervolgens de nationale implementatie.
Wat valt op?
- Grote delen van het akkoord zijn gebaseerd op vrijwilligheid en in 2026 zal er een evaluatie zijn met indien nodig dwingendere maatregelen.
- In het akkoord wordt veelvoudig verwezen naar eerdere beleidsstukken en akkoorden, zoals het klimaat-landbouw akkoord van 2021, de tripartite overeenkomst van het begin van zomer 2024 en de drie scenario’s gepresenteerd door professor Svarer.
- Misschien het belangrijkste in het akkoord is de wending waarin de partijen toezeggen de noodzakelijke wetgeving voor implementatie in het parlement te zullen steunen. Want het meeste werk moet nog worden gedaan.
Poldermodel, hoe verliep het proces?
In de zgn. “Groene Tripartite” begonnen begin 2024 de onderhandelingen om te komen tot een akkoord waarin de grootste pijnpunten op het gebied van landbouw en natuur aangepakt moesten worden. De deelnemers aan dit multistakeholderproces waren, naast de regering, de Danish Agriculture & Food Council, de Danish Society for Nature Conservation, de vakbonden NNF en Dansk Metal, de Confederation of Danish Industry en de National Association of Local Authorities. Daarnaast nam de denktank Concito als aparte kennispartij deel aan de tripartite.
Op 2 februari 2024 presenteerde een expertgroep onder leiding van professor Svarer drie modellen voor een CO2e belasting op de landbouw om schadelijke emissies te verminderen. Model 1 zou de meeste milieuwinst opleveren, maar ook het meeste impact hebben op de boeren en model 3 de minste milieuwinst en ook minste impact op boeren.
Vervolgens op 24 juni jl. werd na bijna een half jaar onderhandelen de “overeenkomst voor een Groen Denemarken” bereikt met daarin de veel besproken CO2e belasting voor de Deense agrariërs, maar ook over natuur, biodiversiteit, waterkwaliteit en bossen. De volgende stap was om een brede politieke meerderheid achter dit akkoord te krijgen zodat de implementatie spoedig zou kunnen worden uitgevoerd.
Op 29 augustus jl. werd er een aanzienlijke kabinetswijzing gepresenteerd waaronder een nieuw ministerie voor de Groene Transitie met de sociaaldemocratische Jeppe Bruus als minister. Hij krijgt één hoofdtaak: het ten uitvoer brengen van het tripartite akkoord dat voor een historische verandering van het Deense landschap gaat zorgen ter bescherming van de natuur. Daarnaast moet de minister er zorg voor dragen dat er ook op lokaal niveau tripartite overeenkomsten worden gesloten. Een aantal taken van het Ministerie van Landbouw en Voedsel en het Ministerie van Milieu werd overgeheveld naar dit nieuwe ministerie.
Op 17 november jl. is er dan een breed gedragen politiek meerderheidsakkoord over de implementatie van het akkoord voor een groen Denemarken.
Politieke situatie
Zonder de unieke politieke situatie van Denemarken met een meerderheidskabinet van links (Socialdemokraterne), rechts (Venstre) en midden (Moderaterne) met een klimaatgeoriënteerde blik, had dit akkoord niet tot stand kunnen komen. Ook de Socialistisk Folkeparti, Liberal Alliance, det Konservative Folkeparti en Radikale Venstre konden zich achter het akkoord scharen. Hoewel de Enhedslisten, Alternativet, Dansk Folkeparti en de Denmarksdemokraterne dat niet konden, is er toch sprake van een ruime politieke meerderheid. In het implementatie akkoord is opgenomen dat de partijen zich eraan verbinden de uitvoering van de elementen van het Akkoord over een Groen Denemarken te ondersteunen, met inbegrip van het stemmen voor wetgeving.
Meer natuur, betere waterkwaliteit en voldoende landbouw
De boodschap is dat de voedselproductie in Denemarken sterk zal blijven, maar een deel van het land dat momenteel voor landbouw wordt gebruikt, in de toekomst voor iets anders zal worden gebruikt. Hieronder vallen heidevelden, weilanden, rivierdalen en venen, die in het verleden het Deense landbouwareaal hebben uitgebreid. De areaaltransitie waarvoor deze overeenkomst de basis legt, zal bijdragen aan een goed aquatisch milieu, de impact op het klimaat verminderen en tegelijkertijd veel meer ruimte bieden aan de natuur en betere voorwaarden scheppen voor de biodiversiteit en de bescherming van het drinkwater.
De partijen komen overeen dat tegen 2045 ongeveer 15% van het huidige totale Deense landbouwareaal (10% van het totale Deense areaal) zal zijn omgezet in natuur en bos. De areaaltransitie houdt onder andere in dat 140.000 hectare koolstofrijke laaglandgrond uit productie wordt genomen, 250.000 hectare nieuw bos en steun voor andere vormen van landgebruik wijziging, waaronder wetlands en extensivering en 100.000 hectare ongerept bos.
Stikstof als splijtzwam
De politieke onderhandelingen verwerden tot een strijd over hoeveel stikstof moet worden verminderd om te voldoen aan de EU Kaderrichtlijn Water en een goede toestand voor het aquatisch milieu te bereiken. Hier stonden de regering en een aantal oppositiepartijen lijnrecht tegenover elkaar. Uiteindelijk is besloten dat de emissies uit de landbouw jaarlijks met 13.780 ton moeten worden verminderd om een goed watermilieu te realiseren. De inspanningen uit het akkoord moeten bijdragen aan het compenseren van het zuurstoftekort in de Deense fjorden, dat heeft geleid tot vissterfte en slib onder het zeeoppervlak. Denemarken zal een ‘interkalibratieovereenkomst’ sluiten met Zweden en Duitsland waarin gezamenlijke milieudoelstellingen voor stikstof worden vastgelegd.
Boeren kunnen vanaf 2027 te maken krijgen met een stikstofbelasting als ze land hebben dat te veel stikstof loost in de Deense fjorden en in 2028 komt er een belasting op de laaggegeven gronden die broeikasgas in de atmosfeer vrijgeven.
Beeldvorming en kritiek
Het destillaat wat in de media, binnenlands als buitenlands, overblijft is kort: heel veel geld voor veel meer bos, uit de productie nemen en hernatten van koolstofrijke grond en een CO2e heffing vanaf 2030 om de nodige druk op de agrariërs te zetten om hun productie te verduurzamen. Dit alles om zoveel mogelijk te voldoen aan eigen en EU-klimaat doelstellingen, de Kader Richtlijn Water alsmede natuur en biodiversiteitsdoelstellingen. Dat is in de praktijk: minder klimaat emissies, meer natuur en gezonde, schonere beken, meren, fjorden en kustwateren. Deze korte maar krachtige boodschap is door minister Lars Aagaard van Klimaat en Energie direct in de koffer meegenomen naar COP 29 in Baku, waar het, als we de Deense media mogen geloven, opzicht en belangstelling wekte.
Er is een stemming waarin veel betrokkenen erg positief zijn, zowel bij het agrarische als bij het natuurbescherming establishment. Ook lijken de aangekondigde maatregelen massief en onvermijdelijk, terwijl er nog geen wetgeving op papier staat. Er is echter ook van verschillende kanten kritiek. Hoewel de jonge boerenvereniging blij is dat er nu duidelijke richtlijnen zijn voor hoe ze in de toekomst moeten boeren, zijn er ook boeren die nog niet kunnen overzien in hoeverre ze zich voldoende kunnen aanpassen. De dierenwelzijnsorganisatie, milieubeweging en verschillende natuurwetenschappers vinden het akkoord te weinig ingrijpend, zoals bijvoorbeeld hoogleraar marien milieu Stiig Markager van de Universiteit Aarhus. Hij is erg blij maar ook teleurgesteld dat de overeenkomst slechts iets meer dan de helft dekt van wat nodig is om het leven in de fjorden terug te brengen. ”Het grote probleem is dat stikstof in dit akkoord met bijna 14.000 ton moet verminderen, maar dat er 24.000 ton nodig is om aan de eisen van de KRW te voldoen”. De komende periode zal zich steeds meer aftekenen wat de invulling van het akkoord zal zijn, op welke wijze de gestelde doelen gehaald gaan worden en wat de impact op en ondersteuning voor landbouwers zal zijn.