België: Opleving in biologische bestedingen, maar daling in productie
Na de sterke groei van biologische bestedingen voor FMCG (vooral voedingsmiddelen en toiletartikelen) tijdens de Corona-jaren vond er in 2022 in België een aanzienlijke terugval plaats (-2,2%). Het jaar 2023 toonde echter weer tekenen van marktherstel. Maar behalve een onstabiele marktsituatie vormen ook de alternatieve concepten voor duurzame landbouw een uitdaging voor de biologisch sector. Desalniettemin heerst er een voorzichtig optimisme voor de toekomst.
Consumptieve bestedingen
Terwijl in 2022 de biologische bestedingen in België met -2,2% terugliepen, overschreden de totale biologische bestedingen in 2023 met 1,15 mrd euro voor het eerst de grens van 1 miljard euro. Door een gewijzigde methodologie is het niet mogelijk om de procentuele evolutie ten opzichte van 2022 weer te geven. Maar door een lichte stijging in het marktaandeel van biologische bestedingen (van 3,4% in 2022 naar 3,5% in 2023) gaan experts uit van een positieve relatieve groei in de biologische bestedingen in 2023. Dit nieuwe absolute omzetrecord is wel voornamelijk te wijten aan inflatie, die in 2023 voor alle voeding (dus gangbaar en biologisch) met 12,9% nog steeds hoog was.
In België vertegenwoordigen de ‘heavy buyers’ 20% van de kopers, maar zij zijn goed voor 81% van de totale biologische bestedingen. De medium biokopers zorgen voor 15% van de bio-omzet, terwijl de light biokopers 4% bijdragen.
Heavy biokopers |
|
Medium biokopers |
|
Light biokopers |
|
Regionale verschillen in aankoopvolumes en bestedingen binnen België
In 2023 gaven Belgen gemiddeld 102 euro per persoon uit aan biologische producten. Zoals in andere jaren spande de Brusselaar ook nu weer de kroon met 137 euro, gevolgd door de Waal met 127 euro en de Vlaming met 83 euro. Maar ondanks deze achterstand is Vlaanderen wel met een inhaalslag bezig, wat o.a. blijkt uit het feit dat Vlaanderen in 2023 als Belgische regio voor het eerst het grootste aandeel in de biologische bestedingen had (47,6%, t.o.v. 39,6% voor Wallonië en 12,7% voor Brussel). Traditioneel nam Wallonië die eerste plaats in.
Het marktaandeel van biologische producten in de totale voedings- en huishoudbestedingen steeg in 2023 van 3,4% naar 3,5%. In Wallonië bedroeg het marktaandeel 4,6% en in Vlaanderen 2,9%.
Prijsverschil met gangbaar
In 2023 nam het prijsverschil tussen biologisch en gangbaar voor versproducten verder af (behalve voor yoghurt en vegetarische vleesvervangers), hoewel het gemiddelde verschil nog steeds 27% bedroeg. Deze daling in prijsverschil is gedeeltelijk te wijten aan de grotere prijsstijging voor reguliere producten dan die voor biologische producten.
Afzetkanalen
Met een marktaandeel van 43% bleven supermarkten het grootste afzetkanaal voor biologische producten in België. Gespecialiseerde winkels volgden met 31%, terwijl de buurtsupermarkten en de discount respectievelijk 8% en 7% van de markt voor hun rekening namen. Korte ketens en de openbare en boerenmarkten hadden alle drie een klein marktaandeel, maar het aandeel biologische aankopen was daar wel hoog.
Biologische landbouw in België
In België wordt biologische landbouw vaak als proeftuin gezien voor het uitwerken van landbouwtechnieken die in een latere fase ook ingang vinden in de gangbare landbouw (denk aan mechanische onkruidbestrijding of het gebruik van minder of meer duurzame bestrijdingsmiddelen). Ondanks deze pioniersrol staat biologische landbouw in België enigszins onder druk. Zo stagneert de marktvraag onder invloed van prijsstijgingen sinds 2021.
Daarnaast ondervindt biologisch voedsel ook concurrentie van alternatieve vormen van duurzame landbouwpraktijken, zoals regeneratieve landbouw en carbon farming. Omdat er voor deze alternatieve duurzame landbouwpraktijken (nog) geen wettelijk kader bestaat met duidelijke definities en certificeringsvereisten, is het voor de consument niet altijd duidelijk hoe deze zich onderscheiden van biologische landbouw. Verder ervaart de sector het ook als een nadeel dat de Vlaamse beleidsdoelstellingen voor biologische landbouw niet goed geïntegreerd zijn in het Vlaamse landbouwbeleid.
Biologische landbouw in Wallonië
Wallonië kent voor Nederlandse en Vlaamse begrippen een relatief goed ontwikkelde biologische landbouw, met 16% van de landbouwbedrijven en 12,5% van het landbouwareaal. Voor het eerst sinds jaren registreerde Wallonië in 2023 echter een lichte daling in beide cijfers (respectievelijk -0,5% en -1,2%). Twee oorzaken liggen hieraan ten grondslag: gebrek aan opvolging van bedrijfsleiders en de omschakeling naar gangbare landbouw.
Daarnaast vindt er ook een verschuiving in landgebruik plaats: het aandeel grasland, goed voor 72% van het biologische landbouwareaal, neemt al jaren af ten gunste van akkers voor voedergewassen. Ook het areaal groenten daalde in 2023, terwijl het areaal fruit en zaden juist toenam.
Bij de biologische veehouderijen registreerde de relatief kleine varkenshouderij een groei in het aantal varkens van 22% en de vleeskoeienhouderij een groei van 5%. Aan de andere kant daalde het aantal vleeskippen (-12%), het aantal schapen (-11%), het aantal melkkoeien (-5%) en het aantal legkippen (-4%).
Biologische landbouw in Vlaanderen
Voor Vlaanderen zijn de cijfers voor 2023 nog niet beschikbaar, maar men gaat uit van eenzelfde licht negatieve trend voor wat betreft het aantal biologische bedrijven en landbouwareaal.