Belgische influentials uit smart farming op studiereis in Nederland voor inspiratie

De Nederlandse en Belgische landbouw verschillen op veel vlakken, maar ze staan ook voor vergelijkbare uitdagingen. Smart farming kan een oplossing bieden voor deze gedeelde uitdagingen. Toch blijft de toepassing ervan in beide landen achter. Veel boeren denken namelijk “nice, but not for me”, als ze demonstraties van smart farming technieken bijwonen. Daarom is het belangrijk dat Nederland en België als buurlanden het gesprek aangaan om de obstakels waar boeren tegen aanlopen, te identificeren. En om vervolgens te onderzoeken waar de mogelijkheden tot grensoverschrijdende samenwerking liggen om deze obstakels gezamenlijk te overwinnen.

een 15-tal mensen staat op een akker met een grijze lucht boven hen. Voor hen staat een bord met de tekst "Nederland, studiereis smart farming".

Dit was de insteek van onze studiereis in juni 2024, waarbij influentials uit het Belgische smart farming ecosysteem Nederland bezochten. Tijdens deze reis gingen wij met deze Belgische influentials langs bij het Agri Innovation Center van de Aeres Hogeschool, de Boerderij van de Toekomst, ERF Landmanagement en Robot Pixelfarming. Ook gingen de Vlaamse en Waalse influentials in gesprek met Nederlandse experts tijdens onze Nederlands-Vlaams-Waalse Trialoog om de obstakels te bespreken en oplossingen te vinden.

Studies over Vlaamse en Waalse smart farming sector

Twee studies over de status van smart farming in Vlaanderen en Wallonië vormden de basis voor deze studiereis. Deze studies werden uitgevoerd door een Vlaams en een Waals onderzoeksinstituut in opdracht van ons. U kunt deze studies opvragen door een email te sturen naar bru-lnv@minbuza.nl

De Nederlandse en Belgische landbouw kent verschillen, maar ook gelijkaardige uitdagingen. Smart farming kan een antwoord zijn op deze gedeelde uitdagingen. Daarom goed om van elkaar te leren en te onderzoeken wat de gezamenlijke barrières en kansen voor een succesvolle implementatie van smart farming zijn, hoe ver het beleid, het onderzoek en de opleidingen in beide landen staan en wat de grensoverschrijdende samenwerkingsmogelijkheden zijn. Kortom, hoog tijd om influentials uit de Belgische smart farmingsector naar Nederland te halen voor een studiereis. Van 19-21 juni 2024 was het dan zo ver. Bekijk hieronder de video voor een samenvatting van de indrukken van de Belgische en Nederlandse deelnemers. 

Gunstige toepassingsomstandigheden

Alle aanwezige deelnemers waren het erover eens dat de toepassingsmogelijkheden voor smart farming in Nederland, Vlaanderen en Wallonië gunstig zijn. Er zijn aankoopsubsidies, aangepast beleid, fiscale voordelen, veel technische innovaties en een goede infrastructuur. Toch blijft de groep koplopers in smart farming toepassingen in deze regio’s klein.

Belemmeringen bij de toepassingen van smart farming technieken

De huidige situatie rond smart farming kan beter omschreven worden als ‘push’ dan als ‘pull’. Boeren zien zich geconfronteerd met grote obstakels, zoals streng beleid, hoge investeringen met daarmee gepaard gaande hoge bedrijfsrisico’s, slechte interoperabiliteit, geen controle over hun eigen data. Vooral dit laatste is een groot punt van zorg, en vraagt om een grondige herziening van de bestaande wetgeving rond data-eigendom. 

Ook werd benoemd dat het gebrek aan controleerbaarheid van deze systemen door overheden de boeren belemmert in hun toepassing van smart farming. Daarnaast zijn de data uit deze systemen vaak niet accuraat, maar worden ze wel gebruikt om modellen te bouwen. Die modellen vormen vervolgens weer de basis voor nieuw beleid, dat daardoor vaak gebaseerd is om onjuiste aannames.

Tot slot werd benadrukt dat niet alleen boeren moeite hebben om de laatste technologische ontwikkelingen bij te houden, maar dat dit ook geldt voor het onderwijs en het beleid.

Welke mogelijkheden zijn er om het gebruik van smart farming technieken te stimuleren ?

Uit het discussiepanel ‘Policy versus Research’  bleek dat de technische innovaties rond smart farming snel gaan en al vergevorderd zijn. Echter, de volgende stap is het ontwikkelen van beslissingsondersteunende systemen. Om dit te bereiken, is het essentieel om in gesprek te gaan met boeren om hun behoeftes precies te begrijpen.

Ook de discussiepanel ‘Education meets practice’ benadrukte het belang van betere afstemming met boeren, omdat de afstand tussen boeren en onderzoekers te groot is. Daarnaast werd onderstreept dat de door technologie en innovatie gedreven ontwikkeling van de landbouw ook moet aansluiten bij de maatschappelijke behoeften. Hiervoor is de kennishelix van de 6 O’s cruciaal : overheid, onderwijs, onderneming, ondernemers, omgeving en onderzoek.

De toepassing van smart farming zou ook kunnen worden verhoogd door meer leasingsconstructies en landbouwcoöperaties te ontwikkelen.  Investeringen in smart farmingtechnieken kunnen immers behoorlijk hoog zijn. Maar waarom zou een boer de technieken altijd moeten kopen, terwijl huren ook toegang tot de nieuwste technieken kan bieden ? En als een boer toch liever de technieken koopt, waarom dan niet zijn financiële slagkracht vergroten door zijn bedrijf om te vormen naar een coöperatie?

Er werd ook de hoop uitgesproken dat de nieuwe generatie boeren, dankzij hun hoge opleidingsniveau, smart farming-technieken vanzelf beter zal omarmen. In dit verband is het vermeldenswaard dat de Aeres Hogeschool in Dronten recent is begonnen met de nieuwe bacheloropleiding ‘Agrotechnology & Engineering’.

Een andere voorgestelde oplossing is het ontwikkelen van testimonial tools door en voor boeren. Boeren laten zich namelijk vooral overtuigen door de positieve ervaringen van andere boeren met smart farming-technieken. Een aanvullende suggestie is de introductie van een zogeheten ‘tech coach’. Deze tech coach zou de kloof tussen de kopgroep van smart farming-gebruikers en de rest van de boeren kunnen verkleinen.

De deelnemers zagen ook kansen om de toepassing van smart farming technieken te vergroten door de samenwerking in de hele keten (onderwijs, onderzoek, beleid, boeren en bedrijven) te verbeteren. En tot slot zou de bereidheid onder boeren om deze technieken toe te passen enorm toenemen als consumenten overtuigd kunnen worden om hogere prijzen voor hun voedsel te betalen.

"Even for robotics and AI, it all comes down to people sharing experiences and collaborating, and this study tour provided a perfect opportunity to do this."

Maxime Bonnave (project engineer bij CARAH - nonprofitorganisatie van agrarische diensten in de Waalse provincie Henegouwen)

Concrete resultaten op de korte termijn

Deze studiereis heeft in de paar weken na afloop al geleid tot enkele concrete afspraken tussen Waalse, Vlaamse en Nederlandse partners. Vanuit Wallonië is bijvoorbeeld contact gezocht met Nederland om persoonlijke ervaringen van boeren met smart farming technieken uit te wisselen. Ook wil het Waalse WalDigiFarm samen met het Vlaamse onderzoeksinstituut ILVO en de Nederlandse sectororganisatie BO Akkerbouw onderzoeken of zij gezamenlijk een Code of Conduct Data Use Agrifood kunnen opstellen. Daarnaast zal de Aeres Hogeschool deze zomer twee keer een Vlaamse hogeschool bezoeken om verdere samenwerkingsmogelijkheden te verkennen. Het LAN-team  Brussel zal in juli 2024, op uitnodiging van WalDigiFarm, deelnemen aan een rondleiding langs smart farming bedrijven tijdens de Waalse landbouwbeurs Libramont. Tot slot zal in samenwerking met het LAN-team Brussel worden gekeken of Nederlandse smart farming bedrijven geïnteresseerd zijn in deelname aan het Waalse biologische event « Journées Interprofesionnelles du Bio”, dat in juli 2025 in de omgeving van Luik zal worden georganiseerd.