OECD-FAO Agricultural Outlook 2024-2033: Opkomende economieën en duurzaamheid aan zet

De OESO en FAO werpen in de twintigjarige jubileum editie van de Agricultural Outlook 2024-2033 wederom een licht op de trends in de mondiale landbouwsector voor de aankomende tien jaar. Het rapport focust zich vooral op de groeiende invloed van opkomende economieën, veranderingen in calorie-inname, de impact van broeikasgasemissies door landbouw, handel en voedselveiligheid, en de prijzen van landbouwproducten. De vooruitzichten benadrukken zowel de kansen als de uitdagingen die de komende tien jaar de wereldwijde voedselproductie en -consumptie zullen vormgeven. 

OECD-FAO Agricultural Outlook 2024-2033
Beeld: ©OECD/FAO (2024)

In de afgelopen twintig jaar hebben opkomende economieën de mondiale landbouwmarkten gedomineerd, een trend die zich naar verwachting ook de komende tien jaar zal voortzetten. China zal een kleinere rol spelen in de wereldwijde voedsel- en landbouwconsumptie, terwijl India en Zuidoost-Azië aan invloed winnen dankzij hun groeiende stedelijke bevolking en toenemende welvaart. China droeg de afgelopen tien jaar 28% bij aan de mondiale consumptiegroei, maar dit aandeel zal dalen naar 11% in het komende decennium. Daarentegen zullen India en Zuidoost-Azië samen goed zijn voor 31% van de wereldwijde consumptiegroei tegen 2033.

Wereldwijd aandeel in de agrarische consumptie
Beeld: ©OECD/FAO (2024)
Wereldwijd aandeel in de agrarische consumptie.

De calorie-inname in middeninkomenslanden zal naar verwachting met 7% toenemen tegen 2033, gedreven door een hogere consumptie van basis voedselproducten, dierlijke producten en vetten. Lage-inkomenslanden zullen een groei van slechts 4% zien in calorie-inname, onvoldoende om het VN-doel van hongerbestrijding tegen 2030 te bereiken.

Ongeveer 20% van alle calorieën wordt internationaal verhandeld, wat het belang benadrukt van goed functionerende internationale landbouwmarkten voor wereldwijde voedselzekerheid. De handel in landbouwproducten zal verder groeien, vooral tussen regio’s die netto-exporteurs en netto-importeurs zijn. Latijns-Amerika, het Caribisch gebied, Noord-Amerika, Europa en Centraal-Azië zullen hun positie als belangrijke netto-exporteurs versterken, terwijl Azië en Afrika hun netto-importen zullen zien groeien.
 

Bijdrage van verschillende voedselgroepen aan de totale dagelijkse calorie-inname per persoon
Beeld: ©OECD/FAO (2024)
Bijdrage van verschillende voedselgroepen aan de totale dagelijkse calorie-inname per persoon. Note: MDER = Minimum Dietary Energy Requirement

De totale consumptie van landbouw- en visserijproducten zal naar verwachting jaarlijks met 1,0% groeien in het komende decennium, voornamelijk in lage- en middeninkomenslanden. De wereldwijde voedselconsumptie zal jaarlijks met 1,2% toenemen door bevolkings- en inkomensgroei. De groei van het gebruik van gewassen voor diervoeding zal de groei van direct voedselgebruik overstijgen, aangedreven door de verschuiving naar diëten met meer dierlijke producten en de uitbreiding van de veestapels.

De koolstofintensiteit van de landbouwproductie zal naar verwachting blijven dalen, omdat de directe landbouw gerelateerde broeikasgasemissies langzamer zullen groeien dan de productie. Groei in de gewasproductie zal voornamelijk worden gedreven door productiviteitsverbeteringen op bestaand land, in plaats van het gebruik van meer land. Een aanzienlijk deel van deze groei in de veehouderij en visserij zal voortkomen uit productiviteitsverbeteringen, hoewel uitbreiding van de veestapels ook zal bijdragen aan de productiegroei.

Jaarlijkse verandering van broeikasgas uitstoot en uitstoot intensiteit door landbouw, 2021-23 tot 2033
Beeld: ©OECD/FAO (2024)
Jaarlijkse verandering van broeikasgas uitstoot en uitstoot intensiteit door landbouw, 2021-23 tot 2033.

Ondanks de verwachte productiviteitsverbeteringen zullen aanzienlijke productiviteitskloven blijven bestaan, wat de inkomens van boeren (wereldwijd) en de voedselzekerheid zal uitdagen en de afhankelijkheid van voedselimport zal vergroten. Het halveren van voedselverliezen en -verspilling kan leiden tot een vermindering van mondiale landbouw gerelateerde broeikasgasemissies met 4% tegen 2030. 

Tenslotte zullen de lagere reële producentenprijzen voor landbouwproducten, hoewel ze naar verwachting stabiel blijven of licht dalen, niet noodzakelijk zichtbaar zijn in de lokale voedselprijzen. Inflatie of valutadepreciaties kunnen leiden tot een stijging van de voedselprijzen voor consumenten, samen met andere factoren zoals wisselkoersen, transport en handelsbeleid. Deze prijsverschillen vormen uitdagingen voor het levensonderhoud en de voedselzekerheid van kwetsbare consumenten.

Meer informatie

Lees het rapport "OECD-FAO Agricultural Outlook 2024-2033" hier (in het Engels).