Frankrijk: overheid zet in op de ontwikkeling van zonne-energie in combinatie met landbouw

De Franse overheid wil de productie van zonne-energie op landbouwgrond, waarbij de agrarische functie wordt behouden (agrivoltaïsme), volop stimuleren. Ook de energiesector in Frankrijk wil hier graag werk van maken. Projectontwikkelaars bieden zich aan, en partijen stappen in. Tegelijkertijd is de praktijk weerbarstiger en liet wetgeving lang op zich wachten. Maar, er is nu een decreet gepubliceerd.

Beeld: wikimedia commons

Algemeen

Ten algemene geldt dat de Franse overheid de agrivoltaïsche sector - een combinatie van landbouw en het opwekken zonne-energie - in woord en daad stimuleert. Men ziet dit als een manier om de effecten van klimaatverandering op te vangen. Op dit moment nog met name in Zuid-Frankrijk, bijvoorbeeld in de wijnbouw, maar landbouwgrond in het noorden zou ook steeds meer agrivoltaïsche installaties kunnen gebruiken om deze tegen de zon te beschermen. Men wil de boer een interessante extra inkomstenbron bieden, met name in afgelegen gebieden waar de veeteelt niet meer erg rendeert. En het wordt natuurlijk gezien als een belangrijke bron van groene energie.

Tegelijkertijd is er ook veel kritiek. Delen van de landbouwsector vrezen voor onttrekking van grond aan de voedselproductie, de toeristenbranche vreest voor schade aan het landschap en daarmee teruglopend toerisme, en omwonenden zien het als ontsiering van hun woonomgeving. Daarom duurde het opstellen van alle regelgeving, die agrivoltaïsme moet inkaderen, langer dan verwacht. Met name uitvoeringsbepalingen laten op zich wachten. Projecten kunnen daardoor veel vertraging oplopen.

Intussen zit de energiesector niet stil, wordt er veel geïnvesteerd in innovatie en promoot de energiesector het agrivoltaïsme ruimschoots onder boeren. Op beurzen zoals de recente Salon International de l’Agriculture in Parijs is de energiesector duidelijk aanwezig. Ook in de vakpers is er ruimschoots aandacht voor.

Beeld: lnv team France

Beleid en regelgeving

Volgens de Franse federatie van agrivoltaïsche producenten (Fédération Francaise des Producteurs Agrivoltaïques) is agrivoltaïsme op nationale schaal gelanceerd door president Macron, in zijn toespraak in Belfort begin 2022 over het Franse energiebeleid.

Begin 2023 werd een wetstekst aangenomen die randvoorwaarden vastlegde voor de combinatie van zonnepanelen en landbouw. We schreven hier eerder een artikel over.

Deze wet van 10 maart 2023 betreffende de versnelling van de productie van hernieuwbare energie, of APER-wet, heeft een boost gegeven aan de agrivoltaïsche sector door een specifiek wettelijk kader te creëren.

Echter, de publicatie van het decreet met toepassingsbepalingen werd meerdere malen uitgesteld, waardoor veel projecten vertraging opliepen. De tekst van het decreet, die gezamenlijk is opgesteld door de ministerie van Energietransitie, van Landbouw en Voedselsoevereiniteit en van Ecologische Transitie, is tot stand gekomen in nauw overleg met de stakeholders: landbouworganisaties, de zonne-energie sector en lokale overheden. Het gaat om een uitvoeringsbesluit van artikel 54 van de wet.

In afwachting van de publicatie van het decreet  werd aan de verantwoordelijke lokale overheid (de departementale commissie voor het behoud van natuur-, landbouw- en bosgebieden), gevraagd om de geest van de wet als basis te gebruiken voor het goed- of afkeuren van projecten. Projectpromotoren klaagden echter over de grote verschillen tussen de Franse departementen.

Definitie agrivoltaïsme

Volgens bovengenoemde wetstekst wordt Agrivoltaïsme als volgt gedefinieerd:

‘Een agrivoltaïsche installatie is een installatie voor elektriciteitsproductie die gebruik maakt van de stralingsenergie van de zon en waarvan de modules zich bevinden op een landbouwperceel waar zij op duurzame wijze bijdragen aan de installatie, het onderhoud en de ontwikkeling van de landbouwproductie’.

Om als agrivoltaïsch te worden beschouwd, moet de installatie ten minste één van de volgende vier diensten rechtstreeks aan het landbouwperceel leveren:

  1. Verbetering van agronomisch potentieel

Dit bestaat uit het verbeteren van de agronomische kwaliteiten van de bodem en het verhogen van de opbrengst van de landbouwproductie. Als dat niet het geval is, moet de installatie het mogelijk maken om de opbrengst op peil te houden of een dalende trend in de opbrengst die op lokaal niveau wordt waargenomen, te verminderen. Ook elke installatie waarmee een perceel landbouwgrond dat meer dan vijf jaar niet is gebruikt, opnieuw in gebruik wordt genomen, wordt beschouwd als een verbetering van het agronomisch potentieel van de bodem. De ministeries van Landbouw en Energie zullen een decreet uitvaardigen met een lijst van indicatoren om deze verbetering te beoordelen.

  1. Aanpassing aan klimaatverandering

Dit betekent het beperken van de schadelijke effecten van klimaatverandering door de kwaliteit van de landbouwproductie te verbeteren of de opbrengst ervan te verhogen. Als dat niet lukt, moeten de panelen ervoor zorgen dat de landbouwopbrengsten behouden blijven of de dalende trend die lokaal wordt waargenomen, verminderen. Deze aanpassing aan de klimaatverandering wordt beoordeeld aan de hand van de thermische impact, de impact op de waterhuishouding of de stralingsimpact.

  1. Bescherming tegen risico’s  van weersextremen

Dit wordt beoordeeld op basis van de bescherming die de zonnepanelen bieden tegen ten minste één vorm van meteorologisch risico dat de kwantiteit of kwaliteit van de landbouwproductie kan beïnvloeden.

  1. Verbeterd dierenwelzijn

Het betreft het verbeteren van het thermisch comfort van de dieren en wordt aangetoond door het meten van een verlaging van de temperatuur op plaatsen die toegankelijk zijn voor de dieren (onder de zonnepanelen) of door het aanbieden van diensten of structuren die de leefomstandigheden van de dieren verbeteren.

Wat is géén agrivoltaisme?

De definitie bepaalt ook dat een installatie niet als agrivoltaïsch kan worden beschouwd indien die ‘aanzienlijke schade’ aan een of twee van de bovengenoemde diensten zou veroorzaken. Een installatie kan evenmin als agrivoltaïsch worden beschouwd indien zij niet toelaat dat de landbouwproductie de hoofdactiviteit op het landbouwperceel is.

Langverwacht decreet is gepubliceerd

Op dinsdag 9 april werd het decreet met de toepassingsbepalingen eindelijk gepubliceerd in het Journal Officiel. Het schept een kader voor de ontwikkeling van zonne-energieproductie op landbouw-, natuur- of bosgrond. De tekst van het decreet, die gezamenlijk is opgesteld door de ministerie van Energietransitie, van Landbouw en Voedselsoevereiniteit en van Ecologische Transitie, is tot stand gekomen in nauw overleg met de stakeholders: landbouworganisaties, de zonne-energie sector en lokale overheden. Het gaat om een uitvoeringsbesluit van artikel 54 van de wet.

Het decreet legt het kader vast voor twee activiteiten:

  1. agrovoltaïsche energie, dat verwijst naar installaties die verband houden met landbouwpraktijken (gewassen of vee), die het mogelijk maken om de productie in stand te houden en die agronomische voordelen bieden, en
  2. de ontwikkeling van fotovoltaïsche grondprojecten op landbouw-, natuur- of bosgrond, die alleen mogelijk zullen zijn in niet-gecultiveerde of niet-gecultiveerde gebieden.

Het decreet is gericht op de ontwikkeling van hernieuwbare energie in de landbouwsector en beschermt tegelijkertijd de landbouwactiva dankzij het principe van non-concurrentie tussen landbouwactiviteiten en energieproductie, dat in de wet is vastgelegd.

  1. Agrivoltaïsme: landbouw als hoofdactiviteit

Het decreet bepaalt dat landbouw de hoofdactiviteit moet blijven op het landbouwperceel: de oppervlakte van de agrivoltaïsche modules mag niet meer dan 40% van het landbouwperceel beslaan voor de meeste installaties, om het risico van lagere opbrengsten te beperken.  

In de praktijk zal het behoud van de landbouwproductie op verschillende manieren worden gecontroleerd en gemeten door de DDT (Directions Départementales des Territoires), inclusief een vergelijking met de opbrengsten op controlepercelen.

Het decreet bepaalt dat de landbouwopbrengst voor de hele agrivoltaïsche installatie behouden moet blijven. In het geval van gewassen, bijvoorbeeld, moet de productie ten minste 90% zijn van die welke is waargenomen in een controleperceel. Er zullen controles uitgevoerd worden op dit criterium en de sancties bij niet-naleving kunnen gaan tot de ontmanteling van de installatie in kwestie en het herstel van het perceel. In geval van bewezen fraude kan het contract voor de terugkoop van elektriciteit ook worden opgeschort of beëindigd. De komende weken zullen de voorwaarden voor het controleren van installaties worden gespecificeerd, in een ministerieel besluit, dat tot 5 april 2024 in consultatie is.

De ontwikkeling van agrovoltaïsche energie moet gebaseerd zijn op een strikte wetenschappelijke aanpak. Eerst moet worden aangetoond dat een bepaald type gewas, bodem en technologie compatibel zijn, alvorens deze technologie in te kunnen zetten. Deze "bewezen" technologieën zullen worden gedefinieerd bij ministerieel besluit, op aanbeveling van het Franse milieu agentschap Ademe.

  1. Fotovoltaïsche panelen op de grond

Het decreet bepaalt dat fotovoltaïsche installaties op de grond alleen mogelijk zijn in gebieden die duidelijk zijn gedefinieerd door de Chambres d’agriculture, door middel van "kaderdocumenten".

Beeld: flickr

Deze moeten onbebouwde grond omvatten, grond die al 10 jaar of langer niet meer wordt bewerkt, evenals percelen die geschikt worden geacht voor dergelijke projecten (industrieel braakland, voormalige steengroeven, watermassa's, enz.)

Deze bepalingen moeten ervoor zorgen dat grond die recentelijk nog voor landbouw werd gebruikt niet kan worden omgevormd tot een fotovoltaïsch veld op de grond.

Subsidies

Er worden in Frankrijk verschillende vormen van subsidie ingezet om de ontwikkeling van agrivoltaïsme te stimuleren: gesubsidieerde tarieven voor de afname van de energie door het nationale electriciteitsbedrijf EDF, een zelfverbruikpremie, BTW-teruggave voor de aankoop en installatie van agrivoltaïsche installaties, verlaging van forfaitaire belasting voor netwerkbedrijven , financiële bijdrage van de staat in de kosten voor de aansluiting van een fotovoltaïsche installatie op het nationale elektriciteitsnet en soms lokale subsidies.

Gemengde gevoelens

Er is veel belangstelling voor de ontwikkeling van agrivoltaïsme in Frankrijk, maar ook veel kritiek. Zoals gezegd betreft dit kritiek van omwonenden, de toerismebranche, boeren maar ook de wetenschap. Zo demonstreren leden van de linkse boerenvakbond ‘La Confédération paysanne’ regelmatig tegen projecten, en ging deze vakbond ook naar de rechter om te proberen jurisprudentie te krijgen over agrivoltaïsme.

Maar ook uit de hoek van de wetenschap is er regelmatig sprake van kritiek. Christian Huyge, wetenschappelijk directeur bij INRAE, vindt bijvoorbeeld dat het decreet te ver gaat. Hij vindt het principe van agrivoltaïsche energie het juiste, maar onder voorbehoud van een optimale dekkingsgraad. Inrae adviseert een dekkingspercentage van ongeveer 20-25%.  

Christian Huyge, INRAE: “Het risico is dat we eindigen met een agrivoltaïsch systeem in naam alleen, waar landbouwproductie snel zal verdwijnen door gebrek aan winstgevendheid. Als je de productie met 40% verlaagt, wetende dat je dezelfde productiekosten hebt omdat je nog steeds moet zaaien, behandelen en oogsten, en dezelfde hoeveelheid arbeidstijd, is het dan echt de moeite waard om door te gaan?”