Grotere rol voor duurzaam en veilig geproduceerd voedsel in Zuid-Korea
Sinds augustus is Rick Nobel als LNV raad gestationeerd op de Nederlandse ambassade in Seoel, Zuid-Korea. Daarvoor was hij LNV attaché in New Delhi, in India. Hij ziet veel kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven in Zuid-Korea. ‘We kunnen een rol spelen in de productievergroting, maar met oplossingen als melkrobots ook een bijdrage leveren aan het tekort aan arbeidskrachten en de vergrijzing in het land.’
Rick Nobel had het naar zijn zin in India. ‘Ik heb een voorliefde voor dynamische landen waar geen dag hetzelfde is,’ vertelt hij. ‘India kent vele werelden in een land en ik vind dat fascinerend.’ Het verschil met zijn nieuwe standplaats Zuid-Korea is groot. ‘Het is hier veel rechtlijniger,’ zegt hij. ‘Als fervent fietser merk ik dat ook. ‘Ik ben wielrenner. In India ben je als fietser kwetsbaar, maar heb je ook veel vrijheid. In Korea is het allemaal iets meer rigide, er liggen hier dan wel weer kilometerslange strakke fietspaden.’
‘Ik fiets elke dag,’ gaat hij verder. ‘Door het wielrennen maak ik veel vrienden. Het is een soort stoomcursus inburgeren en het helpt mij ook in het werk. Ik ben vaak op pad met lokale wielrenners, die mij veel leren over cultuur en eetgewoonten in Zuid-Korea. Tegelijkertijd zien we heel veel van dit mooie land! De werkcultuur in India lijkt in enkele opzichten op die in Zuid-Korea: het is hiërarchisch en status is belangrijk. Ik heb geleerd daarmee om te gaan.’
Markt voor veilig en duurzaam geproduceerd voedsel
Voedsel is volgens Nobel een spiegel van de maatschappij. ‘Wat er op het bord ligt, tekent de inhoud van ons werk. Wat de consument wil, stuurt de ontwikkeling van de sector. In India speelt tuinbouw een grote rol. Veel inwoners zijn vegetariër. Bovendien kent het land een opkomende middenklasse. Die wil veilig en duurzaam geproduceerd voedsel. Je ziet het verhaal dat daarbij hoort bijvoorbeeld terug in de online marketing.’
In Zuid-Korea ziet hij ook meer aandacht voor de manier waarop er wordt geproduceerd. ‘Maar daar is de veehouderij juist belangrijk, want er wordt veel vlees gegeten. Groente en fruit zijn hier naar verhouding duur. Het is zaak om samen met Zuid-Koreaanse partijen te werken aan dierlijke sectoren die hoogkwalitatief produceren, op een manier die meer oog heeft voor dierenwelzijn, reductie van uitstoot van broeikasgassen en behoud van natuur- en biodiversiteit.’
Zuid-Korea is sterk afhankelijk van import, gaat hij verder. ‘Het is bergachtig en er zijn veel kleine boeren. De overheid steekt veel geld in de plattelandseconomie, maar is nog niet in staat geweest schaalvergroting in gang te zetten. Onder andere daardoor loopt de ontwikkeling van de landbouwsector achter op bijvoorbeeld die van de industrie. Zuid-Korea zou meer kunnen investeren in innovatie, schaalvergroting en productieverhoging.’
Toewerken naar hightech landbouw
Nobel: ‘Zuid-Korea is een hightech minded land. Grote bedrijven als LG en Samsung zijn wereldwijd toonaangevend in de elektronica-industrie. Bovendien zijn steden als Seoel en Busan hypermodern. Het Koreaanse platteland heeft zich echter niet evenredig ontwikkeld met de stedelijke gebieden. Landbouw is op veel plekken kleinschalig en gefragmenteerd. Zowel publiek en privaat is er een grote drang om te moderniseren. Dit uit zich in de ontwikkeling van demonstratiebedrijven, proefboerderijen en food hubs met moderne technologie. Deze projecten bieden kansen voor Nederlandse bedrijven, bijvoorbeeld in de glastuinbouw en agrologistiek. Sinds de handelsmissie met demissionair minister Schreinemacher in maart dit jaar is er speciale aandacht voor de energietransitie en worden kansen verkend om in te zetten op aquifers voor thermische opslag.
Teamspirit
Teamwerk is belangrijk, aldus Nobel. ‘Als LNV raad ben je geen wonderdokter die alles oplost, succes heb je niet volledig in eigen hand. Samen met de andere leden van het team ben ik vooral bezig met het verbinden van overheden, bedrijven en kennisinstellingen. Door het netwerk in te zetten, of advies te geven over de zakelijke cultuur en zo nu en dan te bemiddelen tussen Nederlandse en Koreaanse partijen, kunnen wij het verschil maken. Terugkijkend op de afgelopen twee jaar in India, ben ik er trots op dat ik de leiding heb genomen in het ontwikkelen van een samenhangende tuinbouwstrategie in de landbouwrelatie tussen India en Nederland.’
Het team houdt alles draaiende, ook in Zuid-Korea. Nobel: ‘Het zijn mensen met veel ervaring. Toen ik in Zuid-Korea kwam, stapte ik letterlijk en figuurlijk in een sneltrein: er was meteen een grote veehouderijbeurs met een Nederlands paviljoen. Die teamspirit moeten we verzilveren.’
Online master voor varkensboeren
Nobel noemt innovatie en kennis als belangrijke terreinen voor Nederland. ‘We kunnen een rol spelen in productievergroting, maar met oplossingen als melkrobots ook een bijdrage leveren aan het tekort aan arbeidskrachten en de vergrijzing in Zuid-Korea. En denk aan de tuinbouw: er zijn hier veel plastic kassen die aan een upgrade toe zijn. Er is veel interesse voor Nederlandse kennis, met Wageningen University & Research is bijvoorbeeld een online master ontwikkeld voor varkensboeren; het zou mooi zijn om zoiets voort te zetten.’
‘Nederland kan een rol spelen in verduurzaming en productievergroting, maar kan met automatiseringsoplossingen ook een bijdrage leveren aan het tekort aan arbeidskrachten op het Zuid-Koreaanse platteland’
Op zoek naar raakvlakken in Taiwan
Taiwan is ook onderdeel van het werkgebied van Nobel. ‘Zowel publiek als privaat is er vanuit Taiwan interesse om samen te werken met Nederland. In de Taiwanese markt is het een uitdaging om verliezen in de keten te beperken, er liggen kansen om te investeren in de gekoelde keten.’
‘Vanuit Taiwan is er bovendien interesse om samen te werken met Nederlandse instellingen op het gebied van precisielandbouw en verduurzaming van de veehouderijketens.
Daarbij is er behoefte aan training- en capaciteitsopbouwprogramma's voor Taiwanese boeren en agrarische professionals om kennis op het gebied van duurzame landbouw en geavanceerde landbouwtechnieken te vergroten.’
Dit interview maakt deel uit van de serie In gesprek met de LNV raden en LNV attachés. Via de link onderaan kunt u ook de eerdere interviews lezen.