Kansen voor Nederlandse bedrijven in Algerije en Tunesië
De afgelopen vier jaar was Sabrina Waltmans landbouwraad op de Nederlandse ambassade in Algiers. Haar werkgebied: Algerije en Tunesië. Inmiddels is ze terug in Nederland maar ze kijkt met veel voldoening op haar tijd als landbouwraad terug. ‘Klimaatverandering en waterschaarste spelen in beide landen een grote rol,’ vertelt ze. ‘Zo zijn stuwmeren soms nog maar voor 10% vol. Waterslimme oplossingen zijn hard nodig.’
‘Er is veel op me afgekomen,’ vertelt Sabrina Waltmans. ‘Het was voor mij de eerste keer dat ik op een ambassade ging werken. En toen ik in de zomer van 2019 in Algerije begon, was ik de eerste landbouwraad na lange tijd. Ik heb alles moeten opbouwen, maar het was een geweldige ervaring. Algerije is prachtig en ik heb veel leuke mensen leren kennen.’
Ze woonde in Algiers, een mooie stad vindt ze. ‘Algiers is deels koloniaal en deels mediterraan van architectuur en er is groen. De mensen zijn erg aardig en gastvrij. In de stad spreken ze vaak Frans, daarbuiten vooral Arabisch of de Berbertaal Tamazight. Ik heb Arabisch gestudeerd en ik spreek goed Frans, dus dat was geen probleem.’
Algiers als standplaats vindt ze een logische keuze. ‘De Algerijnse economie is groter dan de Tunesische. Nederlandse bedrijven zijn actiever in Algerije dan in Tunesië. Algerije exporteert olie en gas, de inkomens zijn er hoger dan in Tunesië, dat economisch in zwaar weer verkeert.’
‘We hebben stappen kunnen zetten om de samenwerking tussen Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen en partners in Algerije verder te brengen’
Algerije beter op de kaart bij Nederlandse bedrijven
Een half jaar nadat Waltmans was aangetreden, brak de coronapandemie uit. ‘Alles ging twee jaar op slot,’ vertelt ze, ‘en dat heeft veel impact gehad. Het dwong ons creatief te zijn. Het valt niet mee in een omgeving waarin persoonlijk contact heel erg belangrijk is, om zaken opeens digitaal, online, op afstand te doen. Dat was soms ook improviseren, houtje-touwtje-werk, omdat de verbindingen niet altijd overal goed zijn. En dan ook nog in het Frans of Arabisch. Als je slechte verbindingen hebt en toch een taalbarrière, wordt bijvoorbeeld een gesprek over elektronisch certificeren online heel erg lastig.’
Het is Waltmans gelukt om vooral Algerije beter op de kaart te zetten bij Nederlandse bedrijven. ‘We hebben er stappen kunnen zetten om het vormen van impactclusters te stimuleren, en de samenwerking tussen Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen en partners in Algerije te bevorderen. We hebben ook succesvol projecten afgerond, bijvoorbeeld voor kennisoverdracht over moderne melkveehouderij. Verder hebben we deelgenomen aan onder meer beurzen, waarvoor Nederlandse bedrijven meer belangstelling hadden dan ik had verwacht.’
De rol van water en kansen voor Nederland
Welke ontwikkelingen ziet Waltmans in Algerije en Tunesië? ‘Beide landen willen meer zelfvoorzienend worden als het gaat om de voedselproductie. In Algerije lukt dat wel met groenten en fruit, al loopt de tuinbouw er in vergelijking met de rest van de regio toch achter. In Algerije is het technologieniveau nog relatief laag. In Tunesië is het lastiger, doordat de economie in moeilijkheden zit.’
‘Verder speelt klimaatverandering in beide landen een grote rol. Tunesië is bijvoorbeeld veel droger geworden. Stuwmeren die onder meer voor irrigatie worden gebruikt, zijn soms nog maar voor 10% vol. Maar ook in Algerije is water echt een probleem. Boeren daar zijn wel overgestapt op druppelirrigatie, maar waterslimme oplossingen zijn hard nodig.’
‘We hebben veel onderzoek laten doen, onder meer in samenwerking met het LNV-team in Marokko, naar de rol van water in de landbouw in de regio en hoe Nederland kan bijdragen aan efficiënter watergebruik. Daar liggen zeker kansen voor Nederlandse bedrijven. We moeten kijken hoe we de Algerijnse tuinbouw op een hoger niveau kunnen krijgen, binnen de context van de lokale economische omstandigheden. Hightech-oplossingen op het gebied van kassen bijvoorbeeld, passen daarin niet direct. Maar er zijn genoeg andere mogelijkheden.’
Investeren in relaties
Waltmans heeft haar werkzaamheden inmiddels overgedragen aan de landbouwadviseur van haar team die werkzaam is op de Nederlandse ambassade in Algiers. Hij is namens het ministerie van LNV contactpersoon voor alle spelers die op het gebied van landbouw, natuur en voedsel actief zijn of willen zijn in Algerije. In Tunesië is de Nederlandse ambassade ter plekke nu het aanspreekpunt voor deze onderwerpen.
Wat ziet Waltmans als relevante aandachtspunten op basis van haar ervaring als landbouwraad? ‘Investeren in relaties is hier echt cruciaal. Verder is het relevant om voort te bouwen op de agenda voor duurzaamheid, de vorming van impact clusters en de studies die we hebben laten doen. Algerije is geen gemakkelijke markt, mede door de bureaucratie, maar er liggen zeker kansen’. Investeren in jongeren ziet zij ook als belangrijke focus: ‘er zijn veel jongeren in dit land met visie, die dingen willen veranderen. Gun ze de kans om zich verder te ontwikkelen, maar blijf ook realistisch in je verwachtingen over het tempo waarin dingen gebeuren.’
Zelf is ze inmiddels terug in Nederland en tijdelijk aan de slag voor het ministerie van LNV. ‘In mijn rol als directiesecretaris bij de directie Strategie, Kennis en Innovatie heb ik te maken met belangrijke LNV-thema’s, zoals transitie van de landbouw, natuur en voedsel. Daardoor krijg ik nog meer zicht op wat er in Nederland en internationaal speelt en wat beleid maken in de praktijk betekent.’
Dit interview maakt deel uit van de serie In gesprek met de LNV raden. Via de link onderaan kunt u ook de eerdere interviews lezen.