Toekomstboer in Duitsland: Duurzaam en een hoge melkproductie?
Bauernhof Decker heeft zich tot doel gesteld het Melkveebedrijf in Bierbergen zo vorm te geven dat de nutriëntenkringloop, zowel wat betreft de voederteelt als de dierlijke organische meststof, zoveel mogelijk gesloten is en hun CO2-voetafdruk geminimaliseerd. Kortom ze zijn op weg naar een moderne, ecologisch en verantwoorde landbouw. Opvallend genoeg niet BIO, en binnen de reguliere melkketen rendabel. Uiteindelijk doel is natuurlijk een eerlijke meerprijs voor de extra inspanningen.
Daar waar velen in de vruchtbare akkerbouwregio Hildesheim Börde zijn gestopt met hun melkveebedrijf, is dit familiebedrijf zich blijven specialiseren in de melkveehouderij. Dit in een openstal met grasland als de basisvoederproductie. Uitgangspunt is Het grootste deel van het grasland ligt ongeveer 5 - 6 km ten noorden van de boerderij, aan het Mittellandkanaal. Hier vinden we zware kleigronden die niet geschikt zijn voor akkerbouw. Ook ten noorden van Peine verbouwt men grasland op overwegend zandige bodems. In totaal bestaat het bedrijf uit 160 hectare akkerbouw- en 80 hectare grasland. Daarnaast 270 Holstein-Friesian melkkoeien, die zo’n 43 kilo melk per dag/per koe produceren. Momenteel wordt een nieuwe stal gebouwd, waarmee het aantal koeien op zo’n 480 uit zal komen. Dit alles mede mogelijk gemaakt door de 12 vaste medewerkers uit de regio.
Vermindering van de CO2-uitstoot en diervoeder
Een sleutelfactor in het streven naar koolstofneutraliteit - vooral in de zuivelproductie – is, aldus de heer Decker, de intensiteit van het productiesysteem. Met name hoogproductieve dieren, hebben een lage koolstofvoetafdruk per liter melk. De huidige koolstofvoetafdruk van Hof Decker bedraagt momenteel 490 g CO2-eq per liter melk. Dit komt overeen met ongeveer de helft van de gemiddelde in Duitsland (1000 g CO2-eq).
Maar met alleen de juiste koe is deze reductie niet haalbaar. Ook in het dagelijks proces moet een en ander geoptimaliseerd worden. Denk aan een verhoogde voerefficiëntie, efficiënt gebruik van stalruimte en nutriëntenefficiëntie met betrekking tot de opbouw van organische meststoffen in de bodem.
Een onderscheidend kenmerk van het bedrijf is dat vrijwel al het diervoeder, deels op contractbasis, in de regio wordt verbouwd, waarbij bovendien de mest van de melkveehouderij wordt benut om de desbetreffende arealen te bemesten. Daarnaast wordt het lokaal verbouwde diervoeder volgens de zogenaamde "regeneratieve landbouw" geteeld. Dit in een constante rotatie van suikerbieten, granen, maïs, soja, veldgras en veelzijdige mengsels van tussengewassen en gebaseerd op 5 principes:
- De grond is zo lang mogelijk bedekt en staat zo minimaal bloot aan zonlicht, wind en regen.
- Het hele jaar is er een levende wortel in de bodem.
- Maximale biodiversiteit door vele verschillende gewassen op één stuk grond te verbouwen.
- Het bodemleven minimaal verstoren en zo min mogelijk gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Dit onder andere doormiddel van een minimale grondbewerking en directzaai.
- Actieve humusopbouw waarbij de vastgelegde CO2 niet wordt doorverkocht, maar ingezet wordt voor het klimaatneutraal maken van de eigen productie.
Gedurende de winter worden de tussengewassen begraasd. De runderen blijven tot half mei in de tussengewassen en verhuizen dan naar het permanente grasland. Volgens Decker moet de begrazing van de tussengewassen in combinatie met een grasherbicide in de toekomst voldoende zijn om het areaal daarna zaaiklaar te maken voor de mais in het voorjaar. "Daarom zetten we ook granen in de tussengewassen en minder grassen", legt de landbouwer uit. Vanwege de te verwachten stopzetting van glyfosaat in Duitsland denkt Decker ook na over alternatieven voor de werkzame stof. Zo is hij geïnteresseerd in de apparaten van het bedrijf Cropzone, waarbij het onkruid wordt gedood door een elektrische stroom. Bij deze technologie wordt aan de voorkant een vloeistof gespoten, waardoor het "elektronische glyfosaat" een grotere werkbreedte en hogere snelheid zou krijgen door een betere geleiding.
Zijn arealen heeft de heer Decker laten analyseren volgens de Bodem in Balans/ Kinsey-methode, op basis waarvan hij uiteindelijk ook zijn nutriëntengift heeft aangepast. Voor berekening van de rantsoenen wordt gebruik gemaakt van het Amerikaanse Cornell Net Carbohydrate and Protein System (CNCPS). Binnen het CNCPS-systeem wordt de afbraak van celwanden en eiwitten in de tijd gemodelleerd, om zo op pensniveau een beeld te kunnen vormen van de ruwvoerafbraak en daarmee de optimale rantsoenen. Volgens de heer Decker heeft het CNCPS-systeem hem meer inzicht gegeven dan de, voorheen ook door hem benutte, gebruikelijke systemen zoals VEM/DVE.
Energieproductie
Doormiddel van een biogasinstallatie wordt op het bedrijf ook elektriciteit geproduceerd. De output bedraagt 3060 kW elektriciteit en warmte voor ongeveer 120 gezinnen in Bierbergen. In de winter wordt de gegenereerde warmte ook benut voor verwarming van de stallen.
De grondstoffen voor de biogasinstallatie worden geleverd door boeren uit de regio. Voor de energieproductie worden jaarlijks in totaal 35.000 ton maïs, 2.000 ton suikerbieten en 2.000 ton rundermest, alsmede ca. 15.000 m³ runderdrijfmest gebruikt, waarvoor gemiddeld 750 ha landbouwgrond nodig is. Na vergisting van de grondstoffen in de fermentoren van de biogasinstallatie wordt een vloeibare organische meststof geproduceerd als digestaat, die in nutriëntenequivalent wordt teruggegeven aan de landbouwers die de grondstoffen voor de biogasinstallatie hebben geleverd. Het resultaat is een gesloten nutriëntenkringloop. Bovendien is de grondstofproductie hierdoor minder afhankelijk van het prijsfluctuaties van de diverse inputs, aangezien er nauwelijks meststoffen hoeven te worden aangekocht.
Einddoel
Einddoel van de heer Decker is het voor zijn bedrijf realiseren van een volledig gesloten nutriëntenkringloop. Belangrijke bouwstenen daarbij zijn eigen diervoeder, gezonde dieren en vooral de binnen het bedrijf geproduceerde nutriënten weer op de eigen akker te benutten. En daar waar toch aangekocht moet worden, dan regionaal in B2B afspraken met een betere prijs voor beide partijen. Ook in de afzet zou hij uiteindelijk een eerlijke meerprijs voor zijn melk willen krijgen. Dit als compensatie voor de extra inspanningen om zijn melk duurzamer te maken.
Meer informatie over Hof Decker
Contact
Landbouwteam Duitsland
Email: bln-lnv@minbuza.nl
Twitter: @AgriBerlijn
LinkedIn: Netherlands Agricultural Network in Germany | LinkedIn