Franse overheid zet voedselproducenten aan prijzen te verlagen
Deze maand moet blijken of de prijzen in supermarkten echt dalen. Minister van economie Bruno Le Maire had de grootste voedselproducenten van Frankrijk opgeroepen de verkoopprijzen te verlagen, nu de grondstofprijzen op de wereldmarkt waren gezakt. Hij zou ‘naming and shaming’ toepassen voor bedrijven die hier niet op ingaan, en zou zijn controleurs opdragen extra controles uit te voeren bij die bedrijven. Hoog spel dus!
Jaarlijkse cyclus van onderhandelingen doorbroken
Elke jaar worden prijzen (en leveringsvoorwaarden) van levensmiddelen onderhandeld tussen producenten en retailers, in de periode van november t/m eind februari; in principe is dat 1x per jaar, onder toezicht en begeleiding van de Franse overheid. Dit is ook wettelijk ingekaderd.
Lees ook op ABB " Inflatie en prijsonderhandelingen in Frankrijk" (link onderaan onderaan dit artikel).
Vorig jaar ontstond door de inval van Rusland in Oekraïne een situatie waarbij prijzen van grondstoffen zodanig stegen dat er tussentijds moest worden heronderhandeld door retailers en producenten. De prijzen van consumentenproducten stegen daardoor ook flink.
Sindsdien is sprake geweest van een stevige inflatie van de prijzen van levensmiddelen, met een daling van koopkracht van de consument. Burgers en (bepaalde) politieke partijen wilden dat de overheid hier iets aan zou doen.
Supermarkten bieden goedkope producten aan
De Franse regering heeft eerst geprobeerd afspraken te maken met ketens van supermarkten, om een vast aanbod van laaggeprijsde essentiële levensmiddelen (primaire levensbehoeften) beschikbaar te stellen: ‘le panier anti-inflation’ (het anti-inflatie mandje). Supermarkten weigerden dit echter. Toen is met de supermarkten afgesproken dat ze drie maanden lang een eigen keuze van essentiële levensmiddelen tegen lage prijzen beschikbaar zouden stellen voor de consument: ‘le trimestre anti-inflation’. Dit is min of meer gelukt. De supermarkten wilden echter dat in ruil daarvoor er opnieuw onderhandeld zou worden met producenten zodra de prijzen van grondstoffen zouden dalen.
Uit de beschikbare statistieken blijkt ook dat de supermarkten hun marges niet hebben zien groeien in de afgelopen maanden van hoge inflatie. Supermarkten hebben dus niet geprofiteerd. Voor de verwerkende industrie ligt dat iets anders: die lijken een lichte stijging van hun marges te hebben gehad.
Daling van prijzen afgedwongen
De afgelopen maanden zijn de prijzen van grondstoffen stevig gedaald op de wereldmarkt, en was er dus alle reden om opnieuw te onderhandelen en te komen tot een daling van prijzen van levensmiddelen. Producenten (met name grote spelers en multinationals) werden daarom stevig onder druk gezet door de overheid (en de retailers) om opnieuw om de tafel te gaan zitten.
Minister Le Maire van financiën en economie heeft daarbij een grote broek aangetrokken. Veel wettelijke drukmiddelen had hij niet, maar hij ging primair uit van fair play. Daarnaast dreigde hij bedrijven die niet mee zouden doen ‘te namen en shamen’, en bovendien extra controles (op leveringsvoorwaarden en dergelijke) te laten uitvoeren bij die bedrijven.
In de maand mei is dus onderhandeld tussen producenten en retailers, en de overheid heeft een vinger aan de pols gehouden. In hoeverre de prijzen van levensmiddelen vanaf juli ook echt zullen dalen in de winkels valt nog niet helemaal te voorspellen, maar volgens Le Maire zou de daling van prijzen tot 10% kunnen oplopen.
De primaire producenten (boeren) krijgen op basis van de Franse wet Egalim een prijs voor hun producten die in ieder geval de kosten van productie dekt, dus ze zijn in principe door de wet beschermd tegen onredelijke prijsdalingen. Zij zullen echter ook (enige) druk ondervinden van deze heronderhandelingen. De boeren waren geen vragende partij in dit verhaal.
Lees ook op ABB " Frankrijk: EGAlim 2, een wet ter verbetering van het inkomen van de boer" (link onderaan onderaan dit artikel).
De ‘cheque alimentaire’ sluimert op de achtergrond
Deze voedselbon, die sinds 2020 herhaaldelijk door de overheid is toegezegd, blijft op de achtergrond een rol spelen. Bruno Le Maire had het recent nog over de lancering van een experiment "in de komende maanden", dat op "lokale basis" zou moeten worden uitgevoerd. Hij specificeerde dat de voedselbon uitsluitend gericht zou zijn op de meest kwetsbare huishoudens.
De steun zou kunnen worden gebruikt om specifieke producten te kopen, afhankelijk van hun herkomst of productiemethode. Zo zou het mogelijk gaan om biologische producten of producten die in Frankrijk zijn geproduceerd.
Er zouden dus twee doelen met deze voedselbon zijn gediend: enerzijds het behoud van koopkracht voor de minstbedeelden en anderzijds het ondersteunen van bepaalde (duurzamere) sectoren van de landbouw. Dat is ook de reden dat de grootste Franse boerenbond, de FNSEA, bij herhaling blijft aandringen op het introduceren van deze ‘cheque alimentaire’.
Het is echter de vraag of, hoe en wanneer hij er echt gaat komen, want de overheid vindt invoering om verschillende (praktische) redenen heel ingewikkeld. Toch zal op korte termijn in het departement Seine-Saint Denis, een experiment starten met 1000 huishoudens, die een voedselbon van 50 euro per persoon zullen ontvangen (met bonus bij aanschaf van duurzame producten).