Frankrijk: Nederlandse schelpdiersector eregast op beurs
Tijdens de Shellfish and Marine Culture Show vakbeurs, die plaatsvond in Bretagne op 4 en 5 oktober 2022, was een bijzondere rol weggelegd voor Nederland. Deze schelpdierbeurs, die sinds kort in handen is van de Franse gemeente Vannes, wil internationaliseren en nodigde dit jaar vertegenwoordigers van de Nederlandse mossel- en oestersectoren uit als eregast. Deze vakbeurs is overigens de grootste van Frankrijk.
Interesse voor Nederlandse expertise
Addy Risseeuw, voorman van de Zeeuwse mosselkwekers en als vertegenwoordiger van de Nederlandse en Europese schelpdiersector in Brussel ook een goede bekende van de voorzitter van het Franse comité voor schelpdierkweek Comité national de la conchyliculture, werd door de organisatoren van de Shellfish and Marine Culture Show gevraagd om tijdens de officiële opening van de beurs een presentatie te geven over de Nederlandse oester- en mosselsectoren.
Hij deed dit samen met Eva Hartog, onderzoekster bij de Applied research group Aquaculture, van de HZ University of Applied Sciences, en dr. Jeroen Wijsman, onderzoeker bij Wageningen Marine Research.
Addy Risseeuw presenteerde algemene feiten over de mossel- en oestersector inclusief de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst met betrekking tot kweek en afzet.
Jeroen Wijsman presenteerde vervolgens de bijzonderheden van de Nederlandse mosselproductie waar, in tegenstelling tot in Frankrijk, de mosselkweek voornamelijk bestaat uit bodemcultuur. Hij sprak over het onderzoek dat wordt uitgevoerd in Nederland en de uitdagingen die er zijn op het gebied van o.a. mosselzaadvisserij, beschikbare ruimte voor de mosselkweek, gevolgen voor biodiversiteit en draagkracht.
Jeroen Wijsman: “Zowel de Franse als de Nederlandse schelpdierkwekers zijn sterk afhankelijk van de grilligheid van de natuur. Er zijn dan ook veel overeenkomsten in de uitdagingen waar de Franse en Nederlandse kwekers voor staan waardoor men veel van elkaar kan leren.”
Tenslotte gaf Eva Hartog het Franse publiek inzicht in de innovaties op het gebied van zogenaamde “off-bottom” oesterkweek in Zeeland en hoe dankzij nauwe samenwerking met de Nederlandse kwekers tijdens het toegepast onderzoek bijvoorbeeld verbeteringen in de invang van oesterbroed tot stand komen.
Het Franse publiek was zeer geïnteresseerd in de ontwikkelingen in Nederland. In de volle conferentiezaal volgde een geanimeerde uitwisseling met kwekers en vertegenwoordigers van Franse regionale schelpdierorganisaties, zowel uit Bretagne als uit andere Franse regio’s.
Franse en Nederlandse schelpdierkwekers vinden elkaar
Er zijn al geruime tijd contacten tussen de Nederlandse en Franse schelpdiersector. Er vinden uitwisselingen van expertise plaats, met bijvoorbeeld een Franse kweker die op een Nederlands bedrijf meewerkte. En afgelopen zomer was een groep Nederlandse oesterkwekers samen met Eva Hartog in West-Frankrijk voor bedrijfsbezoeken, op uitnodiging van de Franse regionale schelpdierenvereniging CRC Bretagne. De situatie is daarmee allerminst vergelijkbaar met de visserij, waar de Franse en de Nederlandse sector vaak op gespannen voet verkeren.
Bedrijfsbezoek
Ook in de ochtend voorafgaand aan de opening van de vakbeurs in Vannes werd door de lokale schelpdierenvereniging een bedrijfsbezoek georganiseerd voor de internationale delegaties uit Nederland, Vietnam en Marokko. Het hele gezelschap ging per touringcar naar oesterkwekerij Au Rythme des marées, prachtig gelegen in het regionale natuurpark van de Golfe du Morbihan. Tijdens een rondleiding op het bedrijf gaf Ivan Selo, vijfde generatie van oesterkwekers in dit familiebedrijf, uitleg over de kweek, verwerking en afzet van zijn oesters.
Naast kweek heeft de ondernemer ook geïnvesteerd in een schip voor rondvaarten met toeristen en een horecagelegenheid. In de zomer loopt dat goed en de korte keten afzet ter plekke, maar ook op lokale markten, maakt dat het verdienmodel voor de kweker flink verbeterd is. Dat was hard nodig, want sinds 2008 kreeg het bedrijf te kampen met plotselinge en hoge sterfte van de oesters door ziekte en predatoren als zeester en dorade. De productie daalde van 500 ton naar iets minder dan 150 ton.
Uitdagingen voor de oestersector alleen in Frankrijk?
Het diversifiëren van het bedrijfsmodel biedt uitkomst in een sector die in Frankrijk te kampen heeft met flinke uitdagingen bijvoorbeeld door bovengenoemde predatoren en virussen, maar ook op het gebied van kwaliteit van water, afvalverwerking en het tekort aan menskracht en betaalbare huisvesting voor seizoenarbeiders.
"In Nederland zijn er gelijksoortige uitdagingen en voor kwekers is het leerzaam om met hun collega’s uit andere regio’s te spreken", zo gaf Addy Risseeuw aan.
Ook Eva Hartog is blij met de praktijkuitwisseling met Frankrijk: “Leer van elkaars fouten en successen, versterk elkaar door kennis en krachten te bundelen. Nederland en Frankrijk maar ook andere kustlanden hebben soortgelijke uitdagingen en hindernissen. Door de opgedane kennis en oplossingen met elkaar te delen kunnen we elkaar versterken en werken naar een verbeterde, innovatieve en sterkere sector.”
Een prominente plek voor netwerken op de beurs
De landbouwafdeling van de Nederlandse ambassade in Frankrijk en het Netherlands Business Support Office (NBSO) in Nantes hadden op de Franse schelpdierenbeurs een ontmoetingsplek ingericht, waar alle beursbezoekers met interesse in de Nederlandse oester- en mosselkweek verwelkomd werden. Er was in deze Netherlands lounge, waar ook namens de ambassade en PO Mosselcultuur een receptie werd aangeboden, volop gelegenheid om te netwerken met bovengenoemde vertegenwoordigers uit de sector en met de delegatie Nederlandse bedrijven bestaande uit Kopek BV, Mosselkweekbedrijf Dhooge BV, Triton BV, Oesterbaron BV, Ostrea schelpdiercultures BV, Delta Ostrea BV, Roem van Yerseke BV en Oesterkwekerij A.Cornelisse BV.