'Probeer aan te sluiten bij prioriteiten Indonesische overheid'
In een aantal aangewezen gebieden wil de Indonesische overheid de landbouwproductie fors verhogen. Een van de zogeheten Food Estates ligt op Sumatra. Deze ontwikkelingsgebieden bieden kansen voor de Nederlandse agrofoodsector, zegt Joost van Uum, de nieuwe landbouwraad op de Nederlandse ambassade in Jakarta. Dit artikel maakt deel uit van een serie over landbouwraden. Lees meer over wie zij zijn en wat ze doen.
Van Uum is in februari 2021 op zijn post aangekomen. Naast Indonesië behoren Maleisië en Singapore tot zijn werkgebied. “Drie landen, bij elkaar een enorm gebied. Dat betekent keuzes maken. Mijn focus ligt op Indonesië, maar dat wil niet zeggen dat mijn landbouwteam Maleisië en Singapore laat liggen. Integendeel, een van mijn teamleden werkt op de ambassade in Kuala Lumpur en een ander op de ambassade in Singapore. Ook in die twee landen is de landbouwketen in beweging.”
Tropische cultuurtechniek
Van Uum studeerde in de jaren negentig tropische cultuurtechniek aan de WUR. Als landbouwingenieur was hij enkele jaren werkzaam in Kenia en Egypte. Vervolgens kwam hij terecht bij de Dienst Landelijk Gebied. De afgelopen zes jaar werkte hij bij het ruimtevaartagentschap van de Nederlandse overheid (Netherlands Space Office).
Hij hield zich daar onder meer bezig met het gebruik van satellietdata voor landbouwdoeleinden, bijvoorbeeld op het gebied van irrigatie en bemesting. “Ik had vanuit die functie veel contacten met Indonesië en ook met de ambassade in Jakarta. Zo hoorde ik dat hier een nieuwe landbouwraad werd gezocht. Voor mij de ultieme kans om in dit land aan de slag te gaan.”
Schoonfamilie
Er was nog een belangrijke reden voor hem om te solliciteren. “Mijn vrouw is Indonesisch, ik ben hier afgelopen vijftien jaar vaak geweest. Ik heb hier schoonfamilie en vrienden, houd van dit land. Deze functie biedt mij de kans om hier vier jaar te wonen en te werken. Dat gaf de doorslag om te solliciteren.”
Toch had hij enige twijfels. “Mijn vrouw werkt op dit moment voor de Verenigde Naties in Libanon. We hebben komende tijd dus een latrelatie. Niet makkelijk, maar dat komt wel goed.”
'Kerndoel van de Indonesische overheid is om in aangewezen gebieden de hele voedselketen te versterken'
Strategie uitstippelen
Zijn grootste uitdaging? “Ik kan er vele noemen. Eentje springt eruit. In Indonesië worden veel projecten uitgevoerd, zeker in de landbouw. Nederland steekt daar veel geld in. Prima dat er zoveel wordt gedaan, maar het effect is groter als deze projecten elkaar versterken. Mijn uitdaging is om de impact van de Nederlandse inzet te vergroten door prioriteiten te stellen. Wat doen we wel en wat niet? Kortom, ik ga daarvoor een strategie uitstippelen.”
Prioriteiten stellen dus. Van Uum wijst als voorbeeld op Vietnam. “Daar concentreert Nederland, en trouwens ook de grote multilaterale organisaties, zich op de landbouwontwikkeling in de Mekong-delta. Zo’n geografische invalshoek versterkt de inzet van de afzonderlijke partijen. Die mogelijkheden zijn er ook in Indonesië.”
Landbouwontwikkeling op Sumatra
Hij wijst op het beleid van de Indonesische overheid. Een aantal gebieden wordt aangewezen als landbouwontwikkelingsgebied. Kerndoel is om in deze gebieden de hele voedselketen te versterken. Op dit moment zijn twee locaties aangewezen. Een van de food estates ligt in Centraal Kalimantan, gericht op rijst en cassave, de ander in Noord-Sumatra waar vooral naar tuinbouw wordt gekeken. “Vooral het gebied in Noord-Sumatra is interessant voor Nederland. De regering is van plan om in de eerste fase 30.000 hectare landbouwgrond te ontwikkelen in het district Humbang Hasundutan voor productie van gewassen zoals sjalotten, knoflook en aardappelen. Andere districten in Noord-Sumatra volgen snel.
Juist in zulke kerngebieden zie ik mogelijkheden voor duurzame landbouwtechnieken, bijvoorbeeld in de bedekte tuinbouw. Meer groenten telen met minder inputs van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. En met maximale benutting van grondstoffen, eind- en bijproducten en reststromen. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen kunnen daar absoluut een bijdrage aan leveren met kennis en innovatie en gezamenlijk een integraal plan presenteren. Voordeel is dat veel van die bedrijven hier al aanwezig zijn, bijvoorbeeld enkele grote groenteveredelings- en zaadproductiebedrijven.”
Lees verder onder foto
Handelsmissie naar food estate
Ondanks de COVID-19 beperkingen is Van Uum in volle vaart met zijn werkzaamheden gestart. Bijvoorbeeld met de organisatie van een Nederlandse handelsmissie naar de eerdergenoemde food estateop Sumatra met een tweetraps benadering. "Dit voorjaar verkennen we de kansen en mogelijkheden voor het bedrijfsleven online via digitale informatiesessies en matchmaking en eind 2021 - als COVID-19 het toelaat - een fysiek bezoek aan het district".
Ook komen er drie webinars aan, gericht op overheden en kennisinstellingen in de drie landen van zijn werkgebied. “Deze webinars zijn vooral bedoeld om ons eigen netwerk uit te bouwen en helder te maken welke ondersteuning Nederland kan bieden bij versterking van de voedselketen. Duurzame landbouwtechnieken en vermindering van voedselverliezen zijn belangrijke thema’s.”
Meer samenwerking
Verder wil hij met een zekere regelmaat ontbijtsessies organiseren met vertegenwoordigers van Nederlandse bedrijven in Indonesië. “Uitwisseling van ervaringen leidt hopelijk tot meer samenwerking en dus tot meer impact. Ook hier hebben we te maken met de beperkingen van de pandemie. Het eerste ontbijt vindt digitaal plaats. Helaas, maar het is niet anders.”
'Een Nederlands zuivelbedrijf gaat dit jaar beginnen met de bouw van een nieuwe zuivelfabriek en een distributiecentrum in de buurt van Jakarta'
Pluimveeketen versterken
Naast tuinbouw zijn er ook kansen voor Nederland in de pluimveesector en melkveehouderij. Pluimvee is de tweede belangrijke bron van dierlijke eiwitten in Indonesië. De sector groeit met 5 tot 7% per jaar. Momenteel loopt een publiek-privaat initiatief om de pluimveesector in Indonesië te versterken. “Het gaat hierbij om de hele keten, zoals genetica, stalsystemen, diervoeders, diergezondheid en slachtlijnen. Met demonstratiebedrijven en trainingen wordt aangetoond dat investeren in Nederlandse producten en oplossingen commercieel aantrekkelijk is voor Indonesië en aansluit bij de behoeften.”
Nieuwe zuivelfabriek
Op het gebied van zuivel wil Indonesië van 20% nu naar 50% zelfvoorziening in 2025. Een Nederlands zuivelbedrijf gaat dit jaar beginnen met de bouw van een nieuwe zuivelfabriek en een distributiecentrum in de omgeving van Jakarta. De totale investering bedraagt circa 250 miljoen euro. “Dit biedt boeren in Indonesië de kans om hun positie te verbeteren en draagt bij aan het verbeteren van de voedselzekerheid.”
De sector bestaat in Indonesië vooral uit kleinschalige melkveebedrijven. De meeste boeren hebben maar twee of drie koeien en weinig of geen land. Daardoor is eigen voerproductie een uitdaging en kan mest niet worden benut voor bemesting van eigen land. Van Uum: “De mest wordt vaak in een nabijgelegen sloot geloosd. Dit heeft gevolgen voor het milieu. Er lopen verschillende Nederlandse initiatieven op het gebied van voer- en mestmanagement om zo de productiviteit, gezondheid van melkvee en uiteindelijk de kwaliteit van de melk te verbeteren. Aan mij de uitdaging om te zorgen voor kennisverspreiding naar andere gebieden om zo de impact te vergroten.” Als voorbeeld vond in januari een webinar over verduurzaming van de melkveehouderij plaats.
Circulaire landbouw
Een ding is helder, het thema circulaire landbouw staat komende jaren hoog op zijn agenda. “Dat is overigens niet alleen een Nederlands wensbeeld. Voedselkwaliteit en voedselveiligheid worden in dit land en ook in Maleisië en Singapore steeds belangrijker. Dat geldt zeker voor de groeiende middenklasse in Indonesië.”
Ook bij de overheid staat circulariteit hoog in het vaandel, stelt Van Uum. “De uitdaging is om de beleidsdoelen te vertalen naar de dagelijkse praktijk op landbouwbedrijven. Het gebruik van pesticiden en kunstmest kan fors omlaag, maar de kennis om de bedrijfsvoering te verduurzamen ontbreekt, zeker op de kleine bedrijven. Juist de food estates bieden een kans om dit op te pakken.”
Singapore: indoor farming en vertical farming
30% van de voedselconsumptie in Singapore moet in 2030 in eigen land worden geproduceerd. Dat wil de overheid in de stadstaat waar de vraag naar kwaliteitsvoedsel hoog is. Vooral indoor farming en vertical farming bieden hiervoor mogelijkheden. Nederlandse bedrijven kunnen hierop inspelen met hightech landbouwtechnologie, zegt landbouwraad Joost van Uum. Daarnaast wil Singapore koploper worden in alternatieve eiwitten, ook wel nieuwe eiwitten genoemd, uit peulvruchten, algen, zeewier en kweekvlees. Dit biedt kansen voor Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen in de voedselverwerkingsindustrie.
Maleisië: groenteproductie verhogen
In Maleisië heeft het landbouwteam de eerste contacten gelegd met het sultanaat van Johor over tuinbouwontwikkeling. In deze regio zijn er plannen om de groenteproductie te verhogen met Singapore naast de deur als ideale afzetmarkt. Behalve productieverhoging wil de overheid van Maleisië de tuinbouw moderniseren en verduurzamen. Dit vraagt om kennis, technologie, mechanisatie en het juiste uitgangsmateriaal.
Contact
Landbouwraad: Joost van Uum
E-mail: jak-lnv@minbuza.nl
Twitter: @AgriNL_InMalSin