'Export naar Duitsland is niet vanzelfsprekend'
Voor de Nederlandse agrofoodsector is Duitsland de belangrijkste afzetmarkt. Maar behoud, laat staan uitbreiding van die markt, is niet vanzelfsprekend. Dat zegt Dennis Kraaijeveld. Hij is sinds september 2020 als landbouwattaché actief op de Nederlandse ambassade in Berlijn. “Afnemers in dit land worden kritischer. Bijvoorbeeld over residuen van bestrijdingsmiddelen.”
Nederlandse bedrijven die producten afzetten in Duitsland gaan er soms vanuit dat Duitsers en Nederlanders dezelfde waarden en normen hebben. Bijvoorbeeld als het gaat om aankoop van voedsel. Is niet waar, zegt Kraaijeveld. “De Nederlandse consument wordt kritischer als het gaat om dierenwelzijn en duurzaam produceren, voor Duitsers geldt dat in versterkte mate. Nederlandse bedrijven die hier actief zijn of willen worden, moeten kunnen aangeven waarom hun product uniek is. Behoud van deze markt is niet vanzelfsprekend.”
Wonen in Berlijn
Begin september 2020 is Kraaijeveld met zijn vrouw en twee kinderen (14 en 16 jaar) naar Berlijn verhuisd. “Dat is niet de makkelijkste leeftijd voor kinderen om opeens naar het buitenland te verhuizen. Ze zitten op een internationale school en dat maakt het wel makkelijker voor hen om hier te aarden.”
Wonen in Berlijn is fantastisch, weet hij nu al. “Berlijn is een metropool, tegelijkertijd heeft de stad ook een dorps karakter met veel groene en stille binnenhofjes. Dit is een mooie plek om een aantal jaren door te brengen.”
Groot landbouwteam
Landbouwraden en -attachés, waar ook ter wereld, geven leiding aan hun landbouwteam op de ambassade. Dat team telt in Duitsland 8 medewerkers en 1 in Kopenhagen. Het is daarmee een van de grootste Nederlandse landbouwteams in de wereld. In Berlijn is Peter Vermeij de landbouwraad en Kraaijeveld landbouwattaché. “Peter en ik verdelen het werk onderling. Belangstelling, kennis en werkervaring zijn hierbij bepalend.”
'Duitse supermarktketens willen zich profileren en stellen daarom hoge eisen aan hun leveranciers, vaak zelfs bovenwettelijk'
Gestudeerd in Wageningen
Kraaijeveld is qua opleiding een Wageninger, hij studeerde plantenveredeling en gewasbescherming aan de WUR. Hij werkte bij de brancheorganisatie Plantum en het Productschap Tuinbouw en kwam vervolgens bij het ministerie van LNV terecht. Daar hield hij zich bezig met onder meer fytosanitair beleid en voedselveiligheid in de vleessector. En toen kwam de vacature in het landbouwteam in Berlijn voorbij. “Ik heb direct gereageerd. Duitsland is dichtbij, dat heeft voordelen, en is tegelijkertijd voldoende verschillend van Nederland om dit werk interessant te maken.”
Informatie verzamelen en ontsluiten
Hij is op het moment dat dit interview (november 2020) plaatsheeft ruim twee maanden aan het werk op de Nederlandse ambassade. De essentie van zijn werkzaamheden vat hij samen in: informatie verzamelen, analyseren, ontsluiten en mensen verbinden. En dat vooral op het terrein van agro en food. “Wat gebeurt er in de markt, in het landbouwbeleid en bijvoorbeeld op fiscaal terrein? Het is onze taak en dus ook die van mij om dat niet alleen te volgen, maar ook te analyseren en toegankelijk te maken voor Nederlandse bedrijven. In de vorm van rapporten, handelsdelegaties hierheen halen en komende maanden, noodgedwongen door de coronapandemie, door webinars te organiseren.”
Korte ketens
Er gebeurt veel in Duitsland, het landbouwteam in Berlijn moet dus prioriteiten stellen. Kraaijeveld: “Een van onze speerpunten is gericht op de veranderende consumentenmarkt. Korte ketens, streekproducten, duurzaamheid en dierenwelzijn, de belangstelling voor deze thema’s groeit enorm. Supermarktketens willen zich profileren en stellen daarom hoge eisen aan hun leveranciers, vaak zelfs bovenwettelijk. Willen Nederlandse bedrijven in deze veranderende afzetmarkt hun positie behouden of versterken dan moeten ze een goed verhaal hebben. Aan ons team de opdracht om hen hierbij te ondersteunen.”
Langdurige droogte
Klimaatverandering is een ander speerpunt, het is een thema dat Kraaijeveld interesseert en waar hij zich daarom graag mee gaat bezighouden. Drie jaar op een rij kampen de Duitse boeren met langdurige droogte, net als in Nederland. De bodems zijn ook vergelijkbaar. “In beide landen wordt onderzocht welke maatregelen zinvol en toepasbaar zijn om de voedselproductie op peil te houden. Juist op dit thema kunnen de landen van elkaar leren. Ik zie het als mijn taak om de hierbij betrokken partijen met elkaar in contact te brengen. Netwerken en verbinden, daar komt het in essentie op neer.”
Samenwerking in de keten
De Nederlandse landbouw heeft zijn mondiale positie voor een belangrijk deel te danken aan de intensieve samenwerking in de keten. Publieke en private partijen zoeken elkaar op en maken afspraken. Of het nu gaat om vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen of verbetering van het dierenwelzijn. “Duitsland is daar jaloers op en wil toe naar een soortgelijk ketenmodel, op Duitse leest geschoeid. Nederland kan daar, mede door activiteiten van ons landbouwteam op de ambassade, bij assisteren.”
Contact
Landbouwattaché: Dennis Kraaijeveld
E-mail: bln-lnv@minbuza.nl
Twitter: @AgriBerlijn