Eerste aanbevelingen nationale voedselstrategie VK gepubliceerd
In het Verenigd Koninkrijk is het eerste deel van voorstellen voor een nationale voedselstrategie verschenen (vooral gericht op Engeland, want Wales, Schotland en Noord-Ierland hebben als ‘devolved nations’ allen hun eigen voedselstrategie). De National Food Strategy, of eigenlijk een ‘review’ daarvan, wordt geschreven in opdracht van de regering, die in reactie daarop in de loop van 2021 een eigen beleidsvoorstel zal maken. Dit eerste deel gaat in op de impact van de coronapandemie en het aanstaande einde van de Brexit-transitieperiode. In deel 2, gepland voor januari 2021, volgt een “alomvattend plan voor een transformatie van het voedselsysteem”, met aandacht voor banen en klimaat. De nu door Henry Dimbleby (independent lead voor de nationale voedselstrategie) gepubliceerde aanbevelingen betreffen onder meer directe interventies ten behoeve van achtergestelde kinderen, zoals uitbreiding van het programma voor gratis schoolmaaltijden, en de bescherming van standaarden in handelsakkoorden.
Standaarden in handelsakkoorden
Nu het VK uit de EU is gestapt zullen de Britten zelf moeten bepalen hoe ze (na de Brexit-transitieperiode) met de rest van de wereld willen handelen. Bij zowel Britse boeren als een groot gedeelte van de Britse bevolking bestaat de zorg dat in toekomstige handelsovereenkomsten voedsel het VK zal binnenkomen dat is geproduceerd tegen lagere standaarden dan in het VK zijn toegestaan voor de eigen productie. Dimbleby stelde in de pers heel duidelijk dat het onlogisch zou zijn om voedsel te importeren dat niet aan de binnenlandse hoge standaarden voldoet en daarmee onder meer milieuschade elders in stand houdt. De tekst van het rapport is niettemin genuanceerd en beweegt dichter toe naar de regeringslijn tot zoverre, erkennend dat bij een “universeel verbod” op import van tegen lagere standaarden geproduceerd voedsel het sluiten van akkoorden nagenoeg onmogelijk wordt. Dimbleby doet daarom de volgende aanbevelingen:
- De regering moet in onderhandelingen alleen akkoord gaan met het reduceren van tarieven als de betreffende producten voldoen aan Britse “core standards”. Verificatie- en certificeringsprogramma’s moeten controleren of producenten die hun producten op de Britse markt willen afzetten voldoen aan de minimum standaarden. Deze verificatie- en certificeringsprogramma’s moeten op zijn minst zorgen rondom dierenwelzijn, milieu en klimaat dekken. De Britse “core standards” moeten volgens Dimbleby worden gedefinieerd door de nieuwe Trade and Agriculture Commission, samengesteld vanuit voornamelijk de agrifoodsector.
- De regering zou voor elk voorgesteld handelsakkoord een onafhankelijke effectbeoordeling moeten laten uitvoeren en publiceren. Het is aan de regering om te bepalen of die dienen te worden uitgevoerd door een nieuw op te richten organisatie of door een al bestaande organisatie of onafhankelijke consultants. De effectbeoordeling moet volgens Dimbleby het volgende adresseren: productiviteit; voedselveiligheid en volksgezondheid; het milieu en klimaatverandering; de samenleving en arbeid; mensenrechten; en dierenwelzijn. De effectbeoordeling en de reactie van de regering daarop zouden dan samen met het betreffende handelsverdrag moeten worden toegezonden aan het parlement.
- De regering moet het parlement voldoende tijd en gelegenheid bieden om een handelsakkoord grondig te bestuderen. Er moet voldoende tijd zijn voor de relevante vaste kamercommissies (select committees) om een rapport te produceren en voor een debat in het Lagerhuis.
Interventies ten behoeve van achtergestelde kinderen
De coronaviruscrisis heeft in het VK een enorme impact op het voedselsysteem. Werknemers in de voedselverwerkende industrie en de horeca lopen bijvoorbeeld meer risico om besmet te raken met het virus. Bovendien heeft de horecasector een grote financiële klap opgelopen door Covid-19 en naar verwachting zullen daar nog veel ontslagen vallen. Dat het hebben van een dieetgerelateerde ziekte (zoals obesitas) de kans op overlijden aan Covid-19 significant verhoogt heeft ook gezorgd voor hernieuwde aandacht voor slechte eetgewoonten in het VK. In het VK overleden vόόr de coronaviruscrisis al 90.000 mensen per jaar aan dieetgerelateerde ziekten (veel meer dan de 1.780 personen die per jaar omkwamen bij een verkeersongeluk en bijna net zoveel als de 95.000 die overleden aan de gevolgen van roken). Dimbleby noemt de eetgewoonten in het VK dan ook een “slow-motion disaster” en steunt de onlangs aangekondigde obesitasstrategie van de regering. Hij waarschuwt tegelijkertijd dat Covid-19 tot meer werkloosheid, armoede en daardoor honger zal leiden. Om ervoor te zorgen dat een hele generatie van de meest achtergestelde kinderen niet nog verder wordt achtergesteld door de coronaviruscrisis en toegang heeft tot voedzaam voedsel doet Dimbleby de volgende aanbevelingen:
- Breidt het programma voor gratis schoolmaaltijden uit naar alle kinderen (tot 16 jaar) uit huishoudens waar de ouder of voogd een werkloosheidsuitkering (Universal Credit) ontvangt.
- Breidt het Holiday Activity and Food Programme uit naar alle regio’s van Engeland, zodat ook tijdens de zomervakantie hulp beschikbaar is voor alle kinderen die gratis schoolmaaltijden ontvangen tijdens het schooljaar.
- Verhoog de waarde van de Healthy Start vouchers naar £4,25 per week en breidt het programma uit naar alle zwangere vrouwen en alle huishoudens met kinderen onder 4 jaar waar een ouder of voogd een werkloosheidsuitkering (Universal Credit) ontvangt.
- Verleng de werkzaamheden van de Food to the Vulnerable Ministerial Task Force met nog eens 12 maanden tot juli 2021. De taskforce moet gegevens verzamelen, evalueren en monitoren over het aantal personen dat op enig moment te maken heeft met voedselonzekerheid en, waar nodig, interdepartementale maatregelen vaststellen om diegenen die geen toegang tot voedsel hebben of voedsel niet kunnen betalen te ondersteunen.