Landbouwraad Stigter verhuist van Peking naar Moskou

Henk Stigter, landbouwraad in China, vertrekt na de zomer naar Rusland in dezelfde functie. Weer een enorm werkgebied, weer actief onder moeilijke politieke en economische omstandigheden. “Dat is precies de reden waarom ik heb gesolliciteerd. Ik houd van uitdagingen.” Stigter is sinds de zomer van 2017 namens het ministerie van LNV werkzaam voor de Nederlandse agrofoodsector vanuit de Nederlandse ambassade in Peking. We spreken hem voor zijn vertrek naar zijn nieuwe standplaats Moskou.

Dit artikel maakt deel uit van een serie over de landbouwraden in het buitenland. Lees meer over wie zij zijn en wat ze doen. Deze keer in gesprek met landbouwraad Henk Stigter in China.

Begin februari 2020 stapt hij op het laatste vliegtuig dat vanuit Peking naar Nederland vertrekt. Het hele land gaat vanwege de coronapandemie op slot, veel buitenlanders keren terug naar hun huis. Zo ook Stigter. Eind mei is hij weer teruggevlogen naar China.

Henk Stigter
Henk Stigter

‘Waarom solliciteer je niet op de functie van landbouwraad in Moskou?’, werd hem in Nederland een paar keer gevraagd. Hij dacht erover na, overlegde met zijn familie, sprak een paar keer met Meeuwes Brouwer die deze functie de afgelopen vier jaar bekleedde en in augustus naar Ethiopië vertrekt om daar landbouwraad te worden.

Gespannen verhoudingen

De enthousiaste verhalen van Meeuwes hebben hem over de streep getrokken. In een vorige functie bij de NVWA kende hij het land overigens al vrij goed. “Wat een mooi land, wat een geweldige uitdagingen! De verhouding tussen Rusland en de Europese Unie is gespannen, de Russische sancties maken het ingewikkeld voor de Nederlandse agrofoodsector om te exporteren. Maar het land is niet dicht, er zijn kansen, bijvoorbeeld in de sector uitgangsmaterialen. Aan mij de taak om het werk van Meeuwes voort te zetten en nog meer ruimte voor export te creëren.”

Stigter is straks als landbouwraad in Moskou ook actief in de voormalige Sovjetrepublieken Wit-Rusland, Kazachstan, Oezbekistan, Armenië en Kirgizië. “Ook dat is natuurlijk een uitdaging. Elk land heeft zijn eigenheden. Ook daar zijn Nederlandse bedrijven op zoek naar mogelijkheden. Ze zitten er trouwens al, vaak dezelfde ondernemers die ik in China tegenkom.”

'Markttoegang creëren vraagt veel geduld. Steeds opnieuw overleggen over randvoorwaarden en criteria'

Metropool met 27 miljoen inwoners

Hij woont nu drie jaar in Peking, in een appartement op de 15e verdieping. De metropool telt 27 miljoen inwoners. Zijn huis in Nederland staat in Lienden, een dorp met 6.000 inwoners. “Het leven in zo’n metropool is hectisch. Toch hoorde ik de eerste ochtend dat ik hier sliep een specht roffelen. Dat stelde mij gerust, zelfs in Peking is de natuur dichtbij.”

Hij verplaatst zich door de stad op een elektrische step, vaak maakt hij gebruik van de metro. “Als je eenmaal de weg weet, kun je overal snel komen. Het metronet in deze stad is uitstekend.”

Lees verder onder foto

Bezoek van LNV-minister Schouten aan South China Agricultural University (2018)
Bezoek van LNV-minister Schouten aan South China Agricultural University (2018).

Markttoegang creëren

Op de Nederlandse ambassade in Peking werken twee landbouwraden, Wouter Verhey en Henk Stigter. Henk houdt zich voornamelijk bezig met veterinaire en fytosanitaire zaken, ofwel markttoegang. Geen eenvoudige taak in China. “Om het simpel te zeggen: in dit land kan niets, tenzij. Markttoegang creëren vraagt veel geduld. Steeds opnieuw overleggen over randvoorwaarden en criteria. Mijn taak is om bruggen te slaan tussen de Nederlandse en Chinese autoriteiten en vooral om vertrouwen op te bouwen. En uiteindelijk gaat de grens dan open. In de afgelopen jaren is dat bijvoorbeeld gelukt met kalfsvlees en paprika’s.”

Marktbehoud

Maar het gaat niet alleen om markttoegang. Marktbehoud is zeker zo belangrijk. “Nederland exporteert bijvoorbeeld veel babymelkpoeder naar China, maar dat zegt weinig over de toekomst. Het landbouwteam hier op de ambassade, maar ook mijn collega’s bij LNV en NVWA steken minstens evenveel tijd in marktbehoud als in markttoegang. Dat wordt vaak vergeten.”

Lees verder onder foto

Bezoek aan de douane in Tianjin in kader e-certificering (2019)
Bezoek aan de douane in Tianjin in kader e-certificering (2019).

Razendsnelle ontwikkelingen

China is voor de Nederlandse agrofoodsector van groot belang. Bedrijven exporteren onder meer snijbloemen, bloembollen, babymelkpoeder, peren en natuurlijk varkensvlees. En technologie, zo installeerde Lely eerder dit jaar zijn eerste melkrobot in China. De landbouwexport stijgt. “Als het gaat om agrofood-import staat Nederland hier in China op de eerste plaats. Andersom is China op de Nederlandse ranglijst nummer 1 voor export naar landen buiten de EU. De ontwikkelingen gaan hier razendsnel. Zeker op het gebied van tuinbouw, zuivel en varkenshouderij.”

Zelfvoorziening heeft topprioriteit

Door uitbraken van Afrikaanse varkenspest is de varkensvleesproductie in China met tientallen procenten gedaald. Nederlandse vleesexporteurs hebben daarvan geprofiteerd. “China wil echter niet van import afhankelijk blijven, zelfvoorziening heeft topprioriteit. Zo wordt op dit moment gewerkt aan een groot innovatie- en educatiecentrum voor de varkenssector. Een consortium van veertien Nederlandse bedrijven is daar nauw bij betrokken. Er wordt dus niet alleen vlees geëxporteerd, maar ook technologie en kennis. Dat zal in de toekomst nog veel meer gebeuren, ook in andere sectoren.”

Bezoek van Rutte en Schouten

Het bezoek van minister-president Rutte en LNV-minister Schouten aan China in 2018 was een van zijn hoogtepunten in China. Hij trok een week op met de landbouwminister. “Dat bezoek heeft veel goodwill opgeleverd voor de Nederlandse agrosector. Dat merk je nog steeds. Er zijn contracten getekend en samenwerkingsverbanden tussen kennisinstellingen gesmeed. Mooi om van dichtbij mee te mogen maken.”

'De vraag naar zaden, technologie en kennis is onvoorstelbaar groot. Andere landen zijn ook actief, maar kwalitatief kan Nederland de concurrentie aan'

Kalfsvlees en paprika’s

Het gesprek komt weer op markttoegang. Hij stak er veel energie in. Zo ging de Chinese grens voor kalfsvlees en paprika’s uit ons land open. Hij plaatst een kanttekening. “Dat de grens opengaat, is een succes, maar het gaat er uiteindelijk om dat de exportstroom echt op gang komt. Het bedrijfsleven is aan zet om marktvraag te creëren. Bij paprika’s is dat helaas niet gelukt. De grens is open sinds 2017, maar de export komt niet echt op gang. Ik snap dat het ingewikkeld is, want China produceert zelf ook veel paprika’s. Toch jammer dat het niet is gelukt om de Nederlandse paprika hier in de markt te positioneren.”

Voor Nederlandse pootaardappelen geldt hetzelfde; voor pootgoed is de grens al 20 jaar open. “De Chinese autoriteiten zijn hier kritisch over. Ook zij hebben er veel tijd ingestoken.”

Tuinbouw in opkomst

De Nederlandse agrosector timmert aan de weg in China. De positie van de sector zal komende jaren nog sterker worden, verwacht hij. “De meeste kansen liggen hier voor bedrijven in de tuinbouw. Teelt van verse groenten in kassen is in opkomst. De vraag naar zaden, technologie en kennis is onvoorstelbaar groot. Andere landen zijn ook actief, maar kwalitatief kan Nederland de concurrentie aan.”

Hij verlaat China met enige weemoed. Er was voor hem nog veel te doen. “Maar dat geldt voor Rusland ook. Ongetwijfeld ligt een aantal weerbarstige dossiers voor mij klaar. Geen probleem, ik zet er graag mijn tanden in.”