Dienstreisverslag: Minnesota, Beyond the Beltway
Een team van de Nederlands Ambassade (PA, LNV) bezocht eind augustus Minneapolis, Minnesota. Het bezoek aan Minnesota is een onderdeel van het project ‘Beyond the Beltway‘, waarbij een multidisciplinair team van de Nederlandse Ambassade in Washington DC een bezoek brengt aan staten buiten de zogenaamde ‘bubbel’ van Washington DC om een beter beeld te krijgen van de ontwikkelingen in de Verenigde Staten.
Het bezoek viel samen met de Minnesota State Fair, de grootste nationale beurs van het land. In Minnesota is gesproken met de Universiteit van Minnesota, de General Manager van de Minnesota State Fair, de regionale ontwikkelingsmaatschappij van de Greater MSP, lokale boeren, en de Dutch Business Group. Daarnaast is er een bezoek gebracht aan een Amerikaanse melkveehouderij en een Amerikaans kassencomplex. Bij beide bedrijven is er een grote rol voor de Nederlandse technologie ten aanzien van innovatie en efficiënte productie, waarover hieronder meer.
Landbouw
Minnesota, bekend als “Land of 10,000 Lakes” is een typische landbouwstaat met meer dan 70,000 boerderijen met een totale oppervlakte van 25,000,000 acres. Een gemiddelde boerderij is iets meer dan 300 acres. Minnesota is de grootse kalkoenproducent van de Verenigde Staten met 20,000,000 kalkoenen (Bron: USDA NASS, 2017).
Minnesota is de zesde grootste landbouwproducent van de Verenigde Staten. Ongeveer 60% van de landbouwsector in Minnesota produceert granen, voornamelijk mais en sojabonen. Daarnaast richten veel boeren zich op bonen en erwten. Ook ethanol/spiritus is een belangrijke bron van landbouwinkomsten met 19 vestigingen in de staat, die samen 1.2 miljard gallons of ethanol produceren (ABF Economics, 2017).
Minnesota is nummer 8 van het land qua productieomvang van zuivel met een productie ter waarde van $1.7 miljard (USDA, 2017). Grote Amerikaanse zuivelbedrijven met hoofdkantoren in Minnesota zijn: General Mills, Land O’ Lakes, Dairy Queen en Kraft Heinz. Belangrijkste landbouwproducten zijn melk, boter, kaas, ijs en koude desserts.
Fusering van boerderijen met meer efficiënte, productieve processen en afschaffing van het melkquotum in de EU heeft geleid tot veel competitie en een (te) lage melkprijs met als gevolg: oververzadiging van de markt. Dit vormt een groot probleem voor de zuivelboeren.
Bezoek aan Minnesota State Fair
Een bezoek aan de grootste State Fair van het land kon tijdens dit bezoek niet ontbreken. De beurs is in 1854 begonnen om boeren te interesseren zich in Minnesota te vestigen. Over de jaren ontwikkelde de beurs zich tot een landbouwbeurs om kennis te delen, machines aan te schaffen en elkaar te ontmoeten. Inmiddels is de beurs uitgegroeid tot de grootste beurs in zijn soort in de VS met een jaarlijks operationeel budget van $55 miljoen. De beurs functioneert gedurende de 12 dagen in feite als een gemeente met een eigen politie en eigen toezichthouders. Er komen zo’ n 2 miljoen bezoekers waarbij eten, entertainment en landbouw centraal staan. Er is een enorme keuze aan eten en drinken variërend van deep fried twinkies tot pulled pork sandwiches en koele verse melk en milkshakes. Het staat ook algemeen bekend als de “Great Minnesota Get-Together” omdat mensen uit alle streken en uit alle lagen van de bevolking samen komen.
Volgens de organisatoren speelt de beurs nu een belangrijke rol om de bevolking uit de stad in verbinding te brengen met wat er op het platteland en op boerenbedrijven gebeurt.
Miracle of Birth Center
Een belangrijke manier waar wordt geprobeerd deze verbinding te leggen is middels “The Miracle of Birth Center.” Hier staan koeien en varkens die op het punt staan hun kalf of biggetjes te krijgen en dat is van nabij te zien en te volgen, ook via grote schermen en live televisie. Er zijn dag en nacht veterinairs aanwezig evenals trainees die bij de stallen staan om uitleg te geven op vragen van de bezoekers. Zij draaien vrijwillige diensten en beschouwen het als een eer om dit te mogen doen. De dieren worden door boerderijen uit de omgeving naar het geboortecentrum gebracht om juist de boerderij weer dichter bij de stad/de mensen te brengen. Voor veel bezoekers is dit de eerste keer dat zij zien hoe een kalf of big wordt geboren of hoe een kuiken uit een ei kruipt. Ook zijn er grote stallen met koeien, varkens en schapen en worden er wedstrijden gehouden met prachtig opgetuigde veelal Friese paarden.
In het ”Agriculture Horticulture Building” wordt de tuinbouw eer aangedaan door prachtige bloemstukken en educatie over planten, bloemen, fruit en groente. Zo kreeg de “First Kiss Apple” zijn primeur op deze beurs, ontwikkeld door de Universiteit van Minnesota, die overigens ook de “Honeycrisp Apple” op de markt heeft gebracht. De Universiteit van Minnesota heeft meerdere plekken op de beurs met vertegenwoordigingen van de onderzoeks- en onderwijsafdelingen maar ook met de sportverenigingen en hun mascottes.
Het doel van de Minnesota State Fair is om de bezoekers een “fun and full experience” te bieden en om de landbouwsector in brede zin op een leuke en educatieve wijze in de stad van Minneapolis te showcasen. Dit blijft echter wel een uitdaging door de grote hoeveelheid en diversiteit aan stands.. en dat geldt zeker ook voor de verbinding tussen landbouw, eten en gezonde voeding.
Nederlandse technologie bij Amerikaanse kas
Tijdens de trip is ook een bezoek gebracht aan Revol Greens, een high-tech, innovatieve, energie-efficiënte kas met 2.5 acres onder leiding van een ervaren Amerikaans-Nederlands team. Het is de grootste kas in Minnesota en er zijn plannen voor uitbreiding. De kas is gebouwd zodat er optimaal gebruik gemaakt kan worden van natuurlijk licht, dat in de winter met LED-verlichting wordt gecompenseerd. Regenwater en sneeuw worden van het dak doorgeleid naar een gesloten waterbeheersysteem in de kas, die gesteriliseerd en hergebruikt worden.
In de kas is Nederlandse expertise terug te vinden in de technologie: klimaatbeheer, LED verlichting en het watersysteem. Revol Green gebruikt een “hybrid-hydroponic” watersysteem, gebaseerd op Nederlandse tools en technologie, waarbij de groei van een slakrop van zaad tot slakrop letterlijk in de meren van de kas zichtbaar is. De sla wordt aan het begin van het meer in zaadjes geplant in drijvende borden. Vervolgens drijven de borden het meer over naar waterbakken met de benodigde nutriënten waardoor de planten optimaal kunnen groeien. De drijvende borden komen vervolgens als volledige slakroppen aan bij het einde van het meer. Dit gehele proces duurt ongeveer 21 dagen.
Het gehele jaar door levert het bedrijf verse, “local grown” kroppen sla, binnen een 200-mijl radius, aan Minnesota en omliggende staten Iowa en Wisconsin. Revol Greens voldoet hiermee aan de vraag van consumenten voor verse, smaakvolle groente die lokaal geproduceerd wordt. Dit in tegenstelling tot de gebruikelijke groente uit Californië of Arizona, die een afstand aflegt naar Minnesota van 2.000 mijl. De lage(re) transportkosten zorgen voor een competitieve prijs en een langere houdbaarheid van slakroppen van Revol Greens.
Nederlandse technologie bij Amerikaanse melkveehouderij
Veder is er ook een bezoek gebracht aan de Balzer Family Dairy Farm, een Amerikaanse melkveehouderij met ongeveer 300 koeien. Drie jaar geleden heeft de Balzer familie besloten om te investeren in een nieuwe, grotere stal met de installatie van drie robotmelkmachines van het Nederlandse bedrijf Lely. De robotmelkmachine is kapitaalintensief ($200.000 per machine) maar zorgt voor een efficiënt proces d.m.v. lagere personeelskosten, toename in melkproductie en structurele data-verzameling met inzichten in koeien variërend van gezondheidsstatus tot de productie, snelheid en de kwaliteit (zoals het vet of proteïne gehalte) van de melk. De koeien kunnen naar eigen keuze de robotmachine inlopen waar ze vervolgens automatisch gemolken worden. De machine herkent de koeien aan ID-tags op de oren en zal de koe naar behoren voeden, melken, en vervolgens schoonborstelen voor optimale hygiëne en stimulatie. De Lely machine heeft gezorgd voor 15 pond meer melk per koe per dag. Gemiddeld produceren de koeien op de Balzer Family Dairy Farm produceren 80 pond melk per dag.
Belangrijk voordeel van de machines is dat de koeien voor dezelfde hoeveelheid melk minder gemolken en ‘gestoord’ hoeven te worden. Dit vermindert stress onder koeien. Dit laatste aspect was duidelijk zichtbaar tijdens het bezoek aan de melkveehouderij, waar de gehele kudde koeien een kalme, contente uitstraling had.
The ‘Greater Minneapolis-Saint Paul region” (GMSP)
Vertegenwoordigers van de GMSP-regio zijn ingegaan op de uitdagingen waarvoor zij staan en de manier waarop ze deze aanpakken. Minnesota kent 16 zogeheten counties met een bevolking van meer dan 3,6 miljoen mensen en een “ Gross Metropolitan product” van USD $247 miljard.
Nederlandse investeringen dragen zorg voor 9,089 banen in Minnesota. Minnesota telt iets meer dan 100,000 inwoners met Nederlandse wortels. Bekende Nederlandse bedrijven die gevestigd zijn in Minnesota zijn: ABNR Amro Bank, Akzonobel, Arcadis, ASML, DSM, ING, Philips Consumer Lifestyle, Rabobank, Shell Oil Company, en Stork.
Bedrijven uit Minnesota exporteren ter waarde van meer dan 500 miljoen dollar naar Nederland. Het gaat daarbij om vervoermiddelen, computers en elektronica, chemische producten en voeding. De export naar Nederland is in de periode 2014-2017 met 57% toegenomen. Dagelijks zijn er vier vluchten vanuit Minneapolis naar Amsterdam.
De vertegenwoordigers van GMSP verwijzen met trots naar de kwaliteit van leven in hun gebied. Op het gebied van gezondheid en fitness zijn zij het meest actieve metropolitaanse gebied volgens het Center for Disease Control en Prevention. Een zeer groot deel van de stedelijke bevolking woont op een afstand van niet meer dan 10 minuten lopen van een park. Minneapolis biedt veel mogelijkheden op het gebied van kunst en heeft veel theaters. Er zijn 12 industriële clusters en sterke sectoren zijn o.m Health en Life-Sciences, Voedsel en water alsook Financiële diensten en verzekeringen. Ook kent de GMSP 36 colleges en universiteiten waaronder de Universiteit van Minnesota die ook mondiaal aanzien geniet.
Er worden ruim 100 verschillende talen gesproken. Minnesota is een staat waar van oudsher veel migranten een woonplaats hebben gevonden. In 1900 bestand de bevolking voor ongeveer 1/3 uit mensen met een Noord -en West Europese achtergrond die veelal aan de slag gingen in de landbouw. Door de ligging aan de Mississippi ontwikkelde zich General Mills (granen, meel) evenals de houtsector. Ook Cargill heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van Minnesota en heeft nog steeds zijn Corporate HQ in Minneapolis.
Migratie
Professor Ryan Allen van de Center for the Study of Politics and Governance van de University of Minnesota heeft uitgebreid verteld over de geschiedenis van Minnesota; van oudsher komen veel migranten naar de staat Minnesota. Migratie is in de staat Minnesota een bi-partisan onderwerp, waarbij migranten verwelkomd worden en zo goed mogelijk betrokken bij de samenleving. Tegenwoordig is zo’n 8% van de bevolking niet in Minnesota geboren, waarvan zo’ n 25% uit Latijns-Amerika afkomstig is, 20% uit Afrika en de rest voornamelijk uit Azië. De laatste jaren zijn er veel Somalische vluchtelingen in Minnesota komen te wonen. Gemeenschappen en kerken helpen met begeleiding en opvang van deze groep migranten. Er wordt getracht deze nieuwe ‘Minnesotans’ zo goed mogelijk een eigen stem en vertegenwoordiging te geven.
Itasca
Minnesota is een voorbeeldstaat t.o.v. samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en de non-profit sector. Civic engagement staat hoog in het vaandel. Meerdere gesprekspartners beaamden dit verhaal en deze toewijding hebben we met eigen ogen gezien op de beurs en gehoord van het bedrijfsleven.
De aanpak van problemen in de samenleving vereist samenwerking tussen de private, publieke en non-profit sector. Itasca, de ‘civic alliance’ is een operationeel model dat voor Minnesota goed lijkt te werken. Zo komen CEO’ s van bedrijven als Cargill, US Bank Corp, HealthPartners, Wells Fargo, MacKinsey in Minnesota vier tot vijf keer per jaar bijeen en bespreken prioriteiten op het gebied van de regionale economische vitaliteit, welzijn en welvaart die aandacht en oplossingen vragen. Eén van de CEO’ s of een team van CEO’ s neemt een leiderschapsrol op zich en stelt projectggroepen/ ‘task forces’ op, die zich over de geïdentificeerde onderwerpen in samenleving buigen om oplossingen aan te dragen.
Bij het Itasca model “Doing well by doing good” staat partnership centraal. Een regelmatig gehoorde uitdrukking rondom dit model is “Business only succeeds if the Community succeeds”. Een aanpak die met maatschappelijke verantwoord ondernemen en werken vanuit de “Gouden Driehoek “ niet onbekend in Nederlandse oren klinkt. Nederland kan lessen trekken uit deze aanpak van Minnesota waar ‘civic engagement’ structureel onderdeel is van burgers en het bedrijfsleven omdat het diep geworteld is in de samenleving.
Tot slot, het was een interessant bezoek waaruit blijkt dat er al veel samenwerking tussen Minnesota en Nederland is.
Kansen voor Nederland liggen vooral op het gebied van landbouw, ag tech, research en smart cities.