Consequenties Brexit voor Deense landbouw en export

Op dit moment, ongeveer een jaar nadat de Britten stemden voor een EU-uittreding, wordt er veel gespeculeerd en nagedacht over de mogelijke consequenties die de Brexit met zich meebrengt voor de verschillende EU-landen en voor de Europese Unie in zijn geheel.

Er zijn verschillende scenario’s wat betreft de uitkomst van de onderhandelingen. Afhankelijk van de manier waarop Groot-Brittannië zich van de Europese Unie afscheidt en de handelsverdragen die er al dan niet worden getekend, wordt er bedacht wat de verschillende consequenties zullen zijn op allerlei vlakken. Hoe zit dit voor Denemarken?

Mogelijke scenario’s

Het Deens ministerie van Buitenlandse Zaken presenteerde op 16 juni 2017 het rapport ‘Scenario’s voor een toekomstige handelsovereenkomst met het VK en de mogelijke economische gevolgen voor Denemarken’. In dit rapport worden een drietal lange-termijnscenario’s genoemd, waarin 2030 het uitgangspunt vormt. Deze zijn als volgt:

  1. Een EER-achtige overeenkomst: hierbij worden douaneformaliteiten ingevoerd, waaronder oorsprongsregels en douaneheffingen (ter hoogte van het gemiddelde van de huidige EER-overeenkomst) voor bepaalde levensmiddelen. Er wordt aangenomen dat er dan slechts beperkte afwijkingen in de technische regelingen komen, dat de erkenning over en weer blijft bestaan en dat er dan slechts een beperkte reductie in de markttoegang van diensten instaat.
  2. Een overeenkomst die een gemiddelde EU FTA-overeenkomst weerspiegelt: hierbij komen er douaneformaliteiten, oorsprongsbepalingen en douaneheffingen op bepaalde levensmiddelen in overeenstemming met het gemiddelde van de huidige FTA-douaneheffingen. Er wordt aangenomen dat er dan een reductie optreedt in de markttoegang voor diensten.
  3. Geen overeenkomst. Dat wil zeggen: het gemiddelde van de Most Favourite Nation douaneheffingen. Er wordt aangenomen dat er dan afwijkingen ontstaan op technisch niveau en dat de weerszijde erkenning verdwijnt. Dit betekent ook een beduidende reductie in de markttoegang voor diensten.

Dalingen in cijfers

Uit de analyse van de drie scenario’s blijkt dat vergeleken met een voortzetting van een Brits EU-lidmaatschap, een EER-achtige overeenkomst betekent dat het Deense BNP met ongeveer 0,2% daalt (in vergelijking met 2015), wat ongeveer een daling van DKK 4 miljard (€ 538 miljoen) inhoudt. Het FTA scenario levert een daling van 0,7% ofwel DKK 14 miljard (€ 1,9 miljard) op en het WTO scenario schat men op een reductie van het BNP van 1,2%, wat DKK 24 miljard (€ 3,2 miljard) inhoudt.

Van die 1,2% in het WTO-scenario kan 0,7% worden toegeschreven aan toenemende verschillen in de productregelingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk die extra kosten met zich meebrengen en daarom de handel met het Verenigd Koninkrijk hinderen. Dit benadrukt nogmaals welke grote betekenis de Europese samenwerking heeft voor de handelaars op het vlak van van de harmonisering en de gezamenlijke regelingen.

Economische gevolgen

In het EER-scenario zal de totale Deense warenexport naar alle landen met 1%, ofwel met DKK 6 miljard (€ 806 miljoen) dalen, waarvan de helft agrifood-producten betreft. In de overige twee scenario’s wordt dit beeld versterkt. Dat wil zeggen dat de exportdaling groter is, waarvan tevens een nog grotere daling van de export van agrifoodproducten. In het FTA-scenario is de reductie DKK 16 miljard (€ 2,15 miljard), waarvan DKK 12 miljard (€ 1,6 miljard) agrifood. In het scenario zonder overeenkomst is de afname DKK 26 miljard (€ 3,5 miljard) waarvan twee-derde deel, DKK 17 miljard (€ 2,3 miljard) agrifood-producten.

Het Verenigd Koninkrijk is één van de belangrijkste exportlanden voor Denemarken op het vlak van voedingsmiddelen, met name op het gebied van zuivel- en varkensvleesproducten. Naast de scenario’s, gepresenteerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, is er ook nog een tweede analyse gemaakt, ditmaal door de universiteit van Kopenhagen, voor het Deense Ministerie van Milieu en Voedsel. Deze tweede analyse is gebaseerd op een ‘positief’ en een ‘negatief scenario’. Het positieve scenario zou een vrijhandelsverdrag zijn. De analyse, besproken  in Jyllands Posten op 22 juni 2017, toont wat de consequenties zouden zijn op de Deense export van producten als fruit en groenten, drank en tabak, varkensvlees en gevogelte, en zuivelproducten naar het Verenigd Koninkrijk. Ook al is het ene scenario uiteraard minder nadelig dan het andere, in beide gevallen zal de Brexit negatieve consequenties hebben voor de Deense export. Of zoals Deens journalist Lars Attrup het verwoordt: “Er zijn eigenlijk slechts twee scenario’s: het slechte en het lelijke”, refererend naar de westernfilm met de titel ‘The good, the bad and the ugly’.

Percentuele daling in de Deense export naar het VK na de Brexit:

In het ‘negatieve scenario’ verlaat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie zonder vrijhandelsovereenkomst. De verwachting is dat de export vanuit Denemarken daarmee met 79 procent zal dalen. In het ‘positieve scenario’ verlaat het land de EU met vrijhandelsovereenkomst, met een verwachte exportdaling van 47,6 procent. Zelfs met overeenkomst daalt de export. Dat is volgens minister Esben Lunde Larsen van Milieu en Voedsel vanwege de bijkomende wettelijke belemmeringen die er ontstaan. Dit heeft te maken met de extra invoerheffingen en de andere gestelde eisen aan producten buiten de EU wat betreft voedselveiligheid, wat op diens beurt zorgt voor extra controleprocedures. Dit drijft prijzen op.

Twee grote Deense exporteurs van voedingsmiddelen zijn Danish Crown en Arla Foods. Zij zullen dus consequenties ondervinden van de uitkomst van de Brexit-onderhandelingen. Arla heeft om die reden daarom dan ook een werkgroep opgericht die de Brexit-onderhandelingen volgt en verschillende scenario’s en effecten analyseert. De bedrijven exporteren varkensvlees en zuivelproducten naar het Verenigd Koninkrijk. Groot-Brittannië is aan de andere kant echter afhankelijk van import van verschillende waren.
 

Reacties vanuit de Deense overheid

Kort nadat het Verenigd Koninkrijk liet weten uit de EU te willen stappen, heeft de regering een ‘Brexit-taskforce’ in het leven geroepen met als doel om zich te oriënteren op de uittreding en welke mogelijkheden dit geeft voor Denemarken en diens bedrijfsleven.

Onder andere oud-minister van buitenlandse zaken Martin Lidegaard gaf al aan dat Denemarken in de onderhandelingen ‘betrekkelijk egoïstisch’ gaat zijn.. Denemarken zal eigenbelang boven vriendelijkheid stellen, ondanks dat het Verenigd Koninkrijk eerder een trouwe bondgenoot was.

Kristian Jensen, Deens Minister van Financiën, gaf aan dat Denemarken bang is voor rivaliteit met Groot-Brittannië. De angst is dat Londen de standaarden, taxen en regelgevingen zal versoepelen, zodat het gunstige is voor bedrijven om zich in Londen te vestigen.

Wat betreft de export van Deense voedingsmiddelen (waaronder een groot deel varkensvlees) zal Denemarken andere markten moeten opzoeken, zoals landen in Azië. Daar is Denemarken al jaren mee bezig vanwege de Russische invoerban.

Wordt vervolgd…

Laudy van den Heuvel, Kopenhagen, 11 juli 2017