'Verschillen in aanpak zijn historisch gegroeid'
Landbouwraad Nico van Opstal licht in een interview met Vilt het belang toe van België als afzetgebied voor Nederlandse agrovoedingsproducten.
Om de ambitie van de Belgische agrovoedingsindustrie op vlak van export te ondersteunen, is de exportcel van het Voedselagentschap ruim een jaar geleden uitgebreid. Het bedrijfsleven beschikt met VLAM en FIT ook over een promotieorgaan en een aanspreekpunt in het buitenland. In Nederland moeten exporteurs meer hun eigen boontjes doppen, maar verricht het netwerk van Landbouwraden wel belangrijk voorbereidend werk.
“We proberen de eerste te zijn op interessante afzetmarkten. Daarvoor is contact met de plaatselijke autoriteiten erg belangrijk”, legt Landbouwraad Nico Van Opstal uit waarom Nederland een 50-tal kantoren in het buitenland heeft. Zelf werkt hij vanuit Brussel en dat heeft twee redenen. Enerzijds blijft België ondanks alle beloftevolle verre afzetmarkten de tweede grootste markt voor Nederlandse agrovoedingsproducten. Anderzijds is Van Opstal hier ook om het Nederlandse landbouwministerie bij de Europese Unie te vertegenwoordigen, bijvoorbeeld in het dossier van het fosfaatplafond dat de melkveehouderij bruusk uit zijn post-quotumdroom haalde.