Vertical farms in Singapore schieten uit de … grond
Groenteteelt zonder daglicht neemt in Singapore een hoge vlucht. Hoewel er maandelijks nieuwe kwekerijen bij komen, is er nog veel te ontwikkelen en ontdekken. Nederlandse bedrijven zijn hier inmiddels actief.
Al jaren staat Singapore bovenaan de wereldranglijsten voor “food safety en food security”, wat inhoudt dat zowel de voedselveiligheid als de beschikbaarheid van voedsel prima op orde is. Voor een land dat maar 10% zelf produceert van wat er geconsumeerd wordt, betekent dit een afhankelijkheid van de toeleverende landen. Het oppervlak van Singapore is ongeveer gelijk aan dat van de Noordoostpolder en er wonen 5,6 miljoen mensen. Voor agricultuur is 1% van de oppervlakte beschikbaar.
De Singaporese overheid wil het lokaal geproduceerde aandeel op hoog niveau houden en stimuleert innovatieve, hoogproductieve bedrijven in de agricultuur. Subsidies kunnen oplopen tot wel 70% van de investering. De laatste tijd neemt het aantal bedrijven snel toe dat met vertical farming zonder daglicht werkt. Deze bedrijven zitten op plekken waar je ze niet verwacht: onder viaducten of in bedrijvencomplexen midden tussen opslag van goederen en kantoren.
Puur natuur opnieuw uitgevonden
Vertical farming werkt over het algemeen met hydroponic systemen. In deze systemen kweek je planten zonder dat ze in de volle grond staan, in bijvoorbeeld pvc-buizen met gaten of op een soort stapelbedden met een flinke rij bedlampjes boven elk bed en een voetenbadje eronder. Het voordeel is dat je op deze manier meerdere lagen planten kan laten groeien, waardoor de opbrengst per vierkante meter hoger wordt.
Voor Singapore zijn bladgroenten het speerpunt wat betreft de groenteteelt. Eenmaal geoogst, bederven ze relatief snel in het tropische klimaat. Met lokale teelt komt een groter deel van de oogst in goede staat bij de consument. Bovendien lenen de bladgroenten zich erg goed voor hydroponics. De planten in deze hydroponic-bedrijven krijgen precies wat ze nodig hebben. Ledlampen geven de planten licht in de kleur en op de golflengte die hun groei optimaliseert, wat ook per groeistadium aangepast kan worden. De temperatuur en luchtvochtigheid zijn precies waar ze goed bij groeien. Hun worteltjes gaan door een bedje van steenwol, spons of stukjes kokos-turfmix naar het voedingsrijke water daaronder. Dit water wordt in een gesloten systeem rondgepompt.
Hydroponics
Het water komt alleen direct bij de wortels; elk plantje neemt op wat het nodig heeft. Het water dat uit de bladeren verdampt komt via het luchtsysteem weer terug in het circuit. Er gaat geen water verloren omdat het in de grond wegsijpelt, weg waait of door de warmte van de zon verdampt. Ook blijven de voedingsstoffen in het circuit. De concentratie en het type voedingsstoffen wordt dagelijks gecontroleerd, liefst automatisch, en aangepast op het stadium in de groeicyclus van de planten.
Voor “leafy greens”, zoals sla en basilicum, in een hydroponics-systeem is de schatting dat het watergebruik tussen de 10 en 30% is ten opzichte van teelt in de volle grond. Het enige water dat wegvloeit, is wanneer de buizen of kweekbedden na de oogst worden schoongemaakt. Dat gebeurt elke twee tot zes weken, afhankelijk van het type plant. In een systeem waarin ook viskweek onderdeel is van het gesloten systeem (aquaponics) gaat dat schoonmaken met nog lager waterverbruik gepaard.
Omdat ze in een beschermde omgeving staan, vormen insecten, schimmels en onkruid geen bedreiging; ze groeien zonder pesticiden, herbiciden en fungiciden. Voor de consument heeft dit als voordeel dat je je groente niet hoeft te wassen voor consumptie. Singapore heeft momenteel geen wetgeving voor wat biologisch geteeld mag heten, dus kiest de kweker er vaak voor om te benadrukken dat het om lokaal gekweekte groente gaat, soms zelfs op hydroponics geteeld.
Nog verder ontwikkelen?
Hydroponics staat nog in de kinderschoenen in Singapore. Hoewel er maandelijks nieuwe kwekerijen bijkomen, is er nog veel te ontwikkelen en ontdekken. In de keuze voor een systeem kun je alle kanten op wat betreft klimaatbeheersing, voedingsbedden, licht, zonering en al dan geen aquaponics. Ook vinden veel ondernemers zelf met trial and error uit welke zaden werken en bepaalt dat uiteindelijk natuurlijk ook de keuze voor het gewas. Veel baby leaf-groente wordt nu nog ingevlogen van over de hele wereld. Met hydroponics behoren onbespoten boerenkool, spinazie en veldsla nu ook tot de mogelijkheden voor lokaal geproduceerde groenten in de tropen. Bovendien is de weg naar de consument nog niet geplaveid.
Kennis over hoe water nog beter benut kan worden, is nodig. Het water dat het systeem in gaat, is leidingwater dat vaak eerst een dag moet staan om het chloor voldoende te laten verdampen. De infrastructuur om regenwater te gebruiken, is vaak niet bij de bouw van de panden aangelegd, waardoor die optie niet rendabel is. In Nederland is in de loop der jaren het watergebruik voor de tomatenteelt enorm afgenomen, terwijl de productiviteit per vierkante meter drastisch toenam. Met een duurzame gesloten ketenaanpak, is het waterverbruik ten opzichte van moeder natuur per kilogram tomaat ver onder de 10% gezakt, waarmee de lat hoog ligt.
Nieuwe soort ondernemers
Dit nieuwe boeren trekt ook een nieuw soort ondernemers. Vaak zijn ze hoog opgeleid in een hele andere discipline. Zo beginnen managementconsultants, architecten, leraren en bankiers aan dit avontuur. Ze hebben een enorme behoefte aan kennis en goed opgeleid lokaal personeel. Dat personeel is in Singapore, waar land- en tuinbouw lange tijd niet erg sexy was, met het huidige onderwijsaanbod niet gemakkelijk te krijgen.
Met zo veel kansen en mogelijkheden is in 2016 een publiek-private partnership opgezet. Een aantal Nederlandse bedrijven heeft de krachten gebundeld om in Singapore een duurzaam en winstgevend urban farming project op te zetten.
Landbouwteam Singapore
Voor meer informatie: nienke.gelderloos@minbuza.nl
Oktober 2017