Op weg naar duurzame visteelt in Kenia
Door de snelgroeiende bevolking, urbanisatie en toenemende welvaart neemt in Kenia de vraag naar duurzaam geproduceerd eiwitrijk voedsel toe. Dit legt een hoge druk op boeren, omdat vruchtbaar land en grondstoffen steeds minder beschikbaar zijn. Aquacultuur vormt een efficiënte en duurzame optie voor de productie van dierlijke eiwitten. Hierdoor is aquacultuur een interessante optie voor investeren in Oost-Afrika.
De productie van de meeste dierlijke eiwitten, zoals met veeteelt, vergt relatief veel tijd en grondstoffen. Aquacultuur biedt onder andere dankzij de snelle opbrengst een alternatief voor boeren in Kenia. Bovendien is aquacultuur een efficiënte en duurzame optie voor het produceren van dierlijke eiwitten, dankzij het zuinige verbruik van water, benodigd landoppervlakte en minimale uitstoot.
De Nederlandse ambassade ondersteunt twee aquacultuurprogramma’s, omdat deze goed bijdragen aan het streven naar verduurzaming binnen de landbouwsector. Het gaat om het programma KMAP dat zich vooral richt op visteelt in vijvers en het programma FoodTechAfrica dat gebruikmaakt van Recirculatie Aquacultuur Systeem (RAS)-technologie. Deze programma’s dragen bij aan verhoogde economische productiviteit door diversificatie, technologie en innovatie.
Visconsumptie in Kenia
In 2011 beoordeelde een studie, uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Ambassade in Kenia, de mogelijkheden van de aquacultuursector in Kenia en visconsumptiepatronen. De resultaten toonden dat er zeker een markt is in Kenia voor vis. Echter, de sector bleek zeer versnipperd. Verder toonde de studie aan dat de aanwezigheid van goede inputproducten voor visteelt minimaal is. Om de sector te laten groeien, zijn investeringen nodig in de productie van kwalitatief hoogwaardige fingerlings en visvoer.
Tv- en radiocampagne
Kenianen zijn zeker niet onbekend met vis, en het eten van een hele vis (geroosterd, gefrituurd of gekookt) vormt een essentieel onderdeel van de keuken van veel Keniaanse stammen. Vooral rond de meren en kust wordt er veel vis gegeten. De laatste tijd lijken Kenianen zich ook steeds bewuster te worden van de voedingswaarde van vis. Zo staat het inmiddels steeds meer bekend als de gezonde, witte proteïne, mede dankzij de nationale tv- en radiocampagne ´Eat fish for a better Life´ .
RAS-technologie biedt mogelijkheden
In 2011 startte een consortium van veertien bedrijven onder de naam FoodTechAfrica om de Keniaanse aquacultuursector te versterken. De groep ontwikkelde een aangepaste versie van het Recirculatie Aquacultuur Systeem (RAS) voor de Keniaanse markt. In dit gesloten systeem kunnen zowel de temperatuur als het zuurstofgehalte van het water worden aangepast. Tegelijkertijd kunnen de pH- en CO2-waarden makkelijk worden gemeten.
Waterschaarste is een van de grote uitdagingen in Kenia, maar dankzij het optimale waterverbruik van het RAS-systeem bied deze technologie een goed alternatief. Bovendien is de concentratie van vis in de RAS-bassin veel hoger dan traditionele visteelt in vijvers. Dit betekent dat het zuurstofgehalte en de aanwezigheid van giftige stoffen zoals ammoniak nauw gemeten moet worden. Dankzij de innovatieve techniek geeft RAS de mogelijkheid om de omstandigheden voor visteelt te optimaliseren, zodat hun groeicyclus optimaal is. Dit geeft de RAS-boer de mogelijkheid om een consistente vistoevoer aan te bieden door het jaar heen. Bovendien kunnen RAS-tanks dichtbij de markt geplaatst worden, wat de kosten extra drukt.
Veel kansen
“Door de snelgroeiende vraag liggen er veel kansen voor aquacultuur in Kenia. Maar dit betekent niet dat je snelle winst zult behalen in Kenia, zelfs niet met een goede businesscase” zegt Bart Malaba van FoodTechAfrica. Er is meer nodig dan openen van succesvolle RAS-farms. Als investeerder ben je ook afhankelijk van goede inputs en die zijn nog altijd schaars in Kenia. Investeren in broederijen in Kenia voor de productie van fingerlings biedt bijvoorbeeld interessante kansen voor de private sector.
Oefening baart kunst
In 2015 begon FoodTechAfrica met een pilot, Kamuthanga farm in Machakos. Het idee was in eerste instantie om de vis 200 kilometer verderop in Nairobi te verkopen, maar al snel bleek dat alle vis op de lokale markt in Machakos verkocht kon worden. Dit was een zeer positieve verassing, aangezien de bevolking in en rond Machakos traditioneel weinig vis consumeert. Op dit moment is Kamuthana de grootste farm in Oost-Afrika met zo’n 28 bassins en de doelstelling om de productie naar 1.000 ton per jaar op te schalen.
Concurrentie van China
Hoewel er een grote vraag is naar vis, toch hebben lokale visteeltboerderijen last van de concurrentie van de import van goedkope Chinese tilapia. Verassend genoeg geven Kenianen aan de vis uit China veel minder lekker te vinden, maar desondanks is de extreem lage prijs een uitdaging. Onlangs heeft President Kenyatta aangekondigd dat hij per 1 januari 2019 goedkope import wil verbieden om zo de lokale economie te stimuleren.
Echter dit is niet de enige uitdaging. Visvoer, dat zo’n 70% van de totale productiekosten van de visteelt beslaat, is een enorme kostenpost. FoodTechAfrica besloot daarom de handen ineen te slaan met partners zoals Skreting, Almex, Nutreco, Ottevanger en Unga om samen een visvoerfabriek op te zetten.
Activiteiten verbreden
“Soms is het nodig om je bedrijfsactiviteiten verder te verbreden dan oorspronkelijk gepland om succes te hebben”, geeft Wouter van der Vliet, directeur van Larive aan. Larive helpt Nederlandse bedrijven met toetreding op opkomende markten. Dankzij de ervaring van Unga, de technologie van Ottevanger en de expertise en kennis van Nutreco van visvoerformules is er een eerste stap gezet in de productie van hoogwaardig kwalitatief visvoer voor Kenia en voor de export. Echter de importkosten van sommige ingrediënten voor het gewenste visvoer zijn nog steeds erg hoog. Bovendien zijn de investeringskosten van een RAS-farm inclusief bio-filtratie enorm hoog voor de gemiddelde Keniaanse boer. Daarnaast vereist de RAS-technologie veel kennis en goede managementskwaliteiten, wat in Kenia een echte uitdaging is.
Distributiecentrum
FoodTechAfrica brengt het Aquahub-model in de praktijk op de Kamuthanga farm, hun eerste projectpartner. Kamuthanga dient als een distributiecentrum voor kwalitatief goed visvoer en fingerlings. Daarnaast wordt er een breed scala aan trainingen gegeven. “Het kost misschien tijd om te zoeken naar een goede partner, maar het is de investering op de lange termijn zeker waard. Een goede lokale partner geeft je belangrijke inzichten in hoe de sector georganiseerd is”, zegt Van der Vliet.
De resultaten van de FoodTechAfrica en KMAP geven daarnaast weer dat een samenwerking met kleine boeren en externe investeerders een recept tot succes kan zijn in het behalen van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties en klimaatdoelstellingen.
Toekomst ook in Tanzania
De aquacultuursector biedt niet alleen interessante kansen in Kenia voor Nederlandse investeerders, maar ook in Tanzania. Viskweek is door de Tanzaniaanse overheid gekozen als een van de sectoren met de meeste potentie. In augustus 2018 nodigde de landbouwraad daarom een delegatie van Tanzaniaanse stakeholders (ministerie van Landbouw en Visserij, Aquaculture Association Tanzania, Research Institutes) uit naar Kenia om kennis te maken met het aquacultuurprogramma en het Nederlands bedrijfsleven in Kenia.
In Tanzania is in de zomer van 2018 een (Nederlands) impactcluster aquacultuur van start gegaan, een spin-off van het Keniaanse traject. De delegatie bezocht onder andere demofarms, een visvoerfabriek en had meetings met de Keniaanse staatssecretaris voor Visserij en de Keniaanse sectorvertegenwoordiging. Als vervolg werd is een aquacultuurwerkgroep opgezet tussen Tanzania en Nederland die komende maanden een plan van aanpak voor de komende jaren verder zal uitwerken.
- Voor vragen over FoodTechAfrica: Bart Malaba: Bart.malaba@larive.com.
- Voor vragen over KMAP: KMAP@farmafrica.org.
Manou Aelmans
Landbouwteam Kenya en Tanzania
twitter @NLAgriKenya
November 2018