Veredeling bindt Frankrijk en Nederland

Hoewel concurrent van elkaar, is er een sterke verwevenheid tussen de Nederlandse en Franse veredelingssectoren. Er is sprake van strategische allianties en vestigingen over en weer, zowel in de plantaardige als de dierlijke sector. De veredeling wordt in Frankrijk gezien als een van de belangrijkste economische sectoren. Dit artikel geeft een beeld van de structuur en het belang van veredelingssectoren in Frankrijk.

Spruiten

Frankrijk kent een innovatieve veredelingssector van zowel plantaardig als dierlijk uitgangsmateriaal. Het land behoort samen met Nederland en Duitsland tot de grote spelers op de mondiale markt. Frankrijk is de grootste producent van zaaizaden in Europa. Nederland is een topper op het gebied van tuinbouwzaden. Kijken we naar de hele zaadsector, akkerbouw en tuinbouw, dan is Frankrijk de grootste speler.

De Franse veredelingsbedrijven zijn in 150 landen actief. In de mondiale top-20 zitten vier Franse bedrijven: Vilmorin-Limagrain, Florimond Desprez, RAGT en Maïsadour. Vilmorin staat zelfs - na Monsanto, Dupont, Syngenta en KWS - in de top-5.

De veredelingssector wordt gerekend tot een van de economisch strategische sectoren. Dat houdt verband met de grote thuismarkt. Frankrijk is een landbouwland met van oudsher een belangrijke plantaardige en dierlijke productiesector. De veredelingssector levert een belangrijke bijdrage aan de handelsbalans en heeft een positief saldo van 900 miljoen euro. De sector heeft een jaaromzet 3,4 miljard euro (2015/2016), waarvan 45% is behaald door export.

Akkerbouwzaaizaden dominant

Het omzetaandeel per gewas (zaaizaad) geeft het volgende beeld: maïs en sorghum 30%, tuinbouwzaden 22%, oliehoudende en vezelgewassen 15%, granen en eiwitgewassen 13%, voedergewassen 8%, suikerbieten en pootaardappelen elk 6%. Zaaizaden van akkerbouwgewassen zijn dus dominant, maar het aandeel van tuinbouwzaden groeit sinds 2012, evenals dat van oliehoudende en vezelgewassen. Het aandeel pootaardappelen is stabiel. Deze verdeling is ook terug te zien in de export.

Sector is van strategisch belang

De plantaardige veredelingssector heeft het predicaat ‘strategisch’. De overheid hecht aan de rol van de sector in de verduurzaming van de landbouw. Via rasseninnovatie wil Frankrijk een mondiale rol spelen op het terrein van voedselzekerheid en klimaatverandering.

Graan

De sector wordt gesteund door een efficiënt netwerk van instituten voor toegepast onderzoek (Instituts Techniques Agricoles, ITA) en fundamenteel onderzoek (INRA en CIRAD). PIA (Programme pour les Investissements d’Avenir), het overheidsprogramma voor investeringssubsidies voor innovatie, subsidieert meerjarige publiek-private programma‘s van strategische sectoren. Voor de plantaardige sector bestaat een apart instrument: ‘GIS Biotechnologies Vertes’.

Publiek-private programma’s

Tarwe

  • AKER, suikerbieten
  • BreedWheat, nieuwe klimaatbestendige tarwerassen
  • Genius, biotechnologie/genoom-engineering

In kader van PIA zijn er drie belangrijke publiek-private programma’s in de plantaardige veredelingssector:

Deze projecten, met een gemiddelde duur van 8 jaar en in samenwerking met grote onderzoeksinstituten als INRA (landbouwkundig onderzoek) en CIRAD (instituut voor ontwikkelingslandbouw), besteden samen 150 miljoen euro aan onderzoek met de focus op genoom sequentie en fenotypering van tarwe, maïs, suikerbiet, koolzaad, zonnebloem en aardappel.

Ook de investeringen in innovatieve zaadbehandeling, sorteren en verpakken dragen bij aan de slagkracht van de sector: 500 miljoen euro aan investeringen in de afgelopen vier jaar.

Belangrijke speerpunten

Resistentie-ontwikkeling bij rassen tegen droogte is een belangrijk speerpunt van de sector. Andere speerpunten zijn de ontwikkeling van klimaatbestendige (vroege) rassen en afscherming van uitgangsmateriaal door gebruik van octrooien. Op dit laatste punt hebben Union Française des Semenciers (UFS) en het Nederlandse Plantum met succes samengewerkt.

In maart 2016 tijdens het Nederlandse staatsbezoek aan Parijs hebben de twee organisaties deelgenomen aan de Round Table Patenten en Plantbreeding. Deze succesvolle conferentie was door het landbouwbureau in Parijs georganiseerd. Op dat moment was dit een hot item wegens de door de veredelingssector ongewenste besluiten van het Europees Octrooibureau. De Round Table leidde onder meer tot het versturen van gezamenlijke brandbrieven naar de Franse en Nederlandse regering over patenteren en plantbreeding.

Tomaten

De focus is ook gericht op Afrika, een continent met enorme marktpotentie. Vilmorin heeft recent een participatie van 30% genomen in Seed Co, de Afrikaanse marktleider, en had al 80% in Seed Link (Zuid-Afrika).

Het initiatief Soja de France streeft naar 250.000 hectare sojateelt in 2025. Het land wil minder afhankelijk worden van importsoja. Soja is bovendien een goede stikstofvanger.

Voorbeelden verwevenheid Nederland en Frankrijk

Hoe ziet deze verwevenheid er eigenlijk uit? Enkele voorbeelden.

Florimond Desprez, wereldmarktleider in bietenzaad, maar ook actief in granen, is in Nederland aanwezig via het eerder overgenomen SESVanderHave. Het bedrijf is ook partner in DLF (voorheen Innoseeds NL) en is hiermee nu dus ook aandeelhouder in het Deense bedrijf Danesco.

Desprez, eigenaar van Germicopa, marktleider in pootaardappelen, exporteert een deel van zijn pootgoed via Nederland. De coöperatieve Groupe Limagrain is aanwezig via het eerder overgenomen Nederlandse bedrijf Havera. Het dochterbedrijf Vilmorin & Cie van Limagrain is ook partner in Keygene.

De Nederlandse bedrijven Rijk Zwaan, Enza Zaden, Meijer, HZPC, Agrico en bijvoorbeeld Barenbrug zijn al lang in Frankrijk gevestigd met eigen vestigingen, onderzoeksstations of verkoopkantoren Sommige zijn actief lid van de Franse innovatieclusters voor de tuinbouw Végépolys en Terralia. Deze bedrijven zijn zeer gerespecteerd in Frankrijk. Dat geldt evenzo voor Topigs (varkensgenetica) en Hendrix Genetics (pluimveegenetica).

Zaaisjalot tegen plantsjalot

Ook de Nederlandse zaaisjalot weet zich op te werken, ondanks de tegenwerking van de Franse sjalottensector. Deze vindt nog steeds dat alleen de plantsjalot de enige echte is. In 2016 groeide het vermeerderingsareaal zaaisjalot naar 92 hectare op een totaal areaal van 160 hectare. In 2015 was dit nog 55 hectare. De Franse sector profileert zich met een gecertificeerd échalote traditionnelle om stand te kunnen houden.

Belangrijke producent van pootgoed

Frankrijk is in de EU een belangrijk speler als pootgoedveredelaar en -producent. Ook hier zijn er hechte banden tussen Frankrijk en Nederland. Frankrijk zit nu op een productie van 515.00 ton gecertificeerd pootgoed, telt 900 vermeerderaars, deze zijn samen goed voor een productieareaal van 18.000 hectare (2e plaats in de EU na NL) voor de vermeerdering van 450 rassen.

Van de totale productie wordt 150.000 ton geëxporteerd, waarvan 45% naar de EU en vooral naar Nederland (18%), dat een belangrijke her-exporteur is van Frans pootgoed. De import bedraagt 40.000 ton. Belangrijke afnemers zijn België, Spanje, Verenigd Koninkrijk en buiten de EU Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

De bond van pootgoedtelers, FN3PT, speelt een essentiële rol in het onderzoek. Samen met de vier veredelingsbedrijven van pootgoed, INRA (instituut voor landbouwkundig onderzoek), GNIS (sectororganisatie voor zaaizaden en pootgoed) en de drie pootgoed-producentenorganisaties die Frankrijk telt, is een R&D samenwerking opgericht: UMR-InnoPlant. FN3PT is recent genomineerd met zijn virusdetector voor de innovatieprijs ITA’Innov 2017.

Omzetontwikkeling en handel

De Franse veredelingssector is kerngezond: in de periode 2006-2016 is de jaaromzet van de sector maar liefst met 65% gestegen, de exportwaarde – 1,6 miljard euro in 2015/2016 - steeg over dezelfde periode met 14%, de binnenlandse markt steeg met 4%. De importwaarde – nu 667 miljoen euro - nam echter ook toe (+7%). In tien jaar tijd verdubbelde het handelssaldo tot 842 miljoen euro in 2015/2016. Dit betekent een aandeel van 28% in de handelsbalans van agrarische producten.

De vijf belangrijkste afnemers in de EU zijn: Duitsland, Spanje, Italië, Nederland en Bulgarije/Roemenië. Buiten de EU zijn dat: Rusland, Noord-Afrika, rest van Afrika, Midden-Oosten en Turkije. Iran heeft ook de Franse interesse. Binnenkort vertrekken 300 stiertjes uit Normandië naar Iran. Men spreekt van Iraanse orders voor 10.000 à 20.000 stiertjes op jaarbasis in de naaste toekomst.

Import uit Nederland

Frankrijk importeerde uit Nederland in 2015/2016 voor 96 miljoen euro aan zaaizaden en pootgoed, tegen 77 miljoen in 2014/2015. De Franse export naar Nederland nam ook toe in die periode, van 93 miljoen naar 107 miljoen euro.

Voor pootgoed was de balans voor Frankrijk. In volume: import 29.600 ton tegen een export naar Nederland van 25.000 ton. Voor tuinbouwzaden: importvolume 867.000 kilo tegen een exportvolume naar Nederland van 1,4 miljoen kilo.

Veel interactie tussen beide landen

Zoals blijkt uit dit artikel is de interactie tussen beide landen in de plantaardige en dierlijke veredeling groot. De brancheorganisaties werken nauw samen en komen samen op voor gemeenschappelijke belangen in Europa.

Voor export naar Frankrijk zullen er altijd kansen bestaan, vooral op het gebied van innovatie in uitgangsmateriaal, maar ook in zaadbehandeling, sortering en verpakking. Franse vakbeurzen zijn een goed instrument om de markt beter te leren kennen en handelsrelaties te leggen.

Landbouwteam Frankrijk

Juni 2017