Mondiaal respect voor Nederlands fokvee
De export van Nederlands fokvee, sperma en embryo’s naar belangrijke regio’s in de wereld zit in de lift. De vraag naar dierlijk uitgangsmateriaal uit vooral Rusland, voormalige Oostbloklanden en Sovjetrepublieken, Noord-Afrika, Oost-Afrika en het Midden-Oosten neemt toe. Dat geldt voor zowel runderen als fokgeiten en fokschapen.
Bij de export van uitgangsmaterieel is in toenemende mate sprake van een totaalaanpak, constateert Erik Gostelie, veterinair directeur bij Vee & Logistiek Nederland en tevens secretaris van de sectorcommissie Veepro. “Exporteurs werken steeds vaker samen met producenten van veevoer en bijvoorbeeld stallenbouwers. Dat is in het belang van de importerende landen, maar ook van het Nederlandse agrobedrijfsleven.”
Dieren en kennis
De ontwikkeling naar export van een totaalpakket, inclusief het overbrengen van kennis, is mede het gevolg van ervaringen uit het verleden. Gostelie: “Er zijn voorbeelden uit Oost-Afrika waarbij Nederlandse runderen binnen een paar maanden dood gingen door verkeerde voeding. Zulke verhalen achtervolgen ons nog steeds, ook al is het lang geleden. Alle reden om niet alleen dieren, maar ook kennis te exporteren.”
Gostelie is bij Vee & Logistiek Nederland verantwoordelijk voor de opstelling van exportcertificaten. Dat doet hij in nauwe samenwerking met het ministerie van EZ, NVWA, landbouwraden en de betrokken autoriteiten in exportlanden. Openen van grenzen en wegnemen van exportbelemmeringen zijn cruciaal om de concurrentiepositie van Nederland in deze mondiale markt te versterken, zegt Gostelie.
Selectie op levensduur
De kwaliteit van het Nederlands fokmateriaal staat wereldwijd in hoog aanzien. Dat heeft alles te maken met selectie op levensduur. Melk- en vleesproductie zijn belangrijk, maar de dieren moeten het ook lang kunnen volhouden. Dat geldt voor alle diersoorten. Gostelie: “Een koe begint pas te produceren na twee jaar. Die kosten moeten worden terugverdiend. Dieren met een lange levensduur zijn dus attractief. Nederland is daar sterk in.”
Embryo’s en sperma
Steeds vaker worden behalve hoogwaardige fokdieren ook sperma en embryo’s uitgevoerd, vooral naar landen die aan het begin staan van de opbouw van een eigen zuivel-, geiten- of varkensketen. Met de inzet van dit uitgangsmateriaal kunnen de ontwikkelingen worden versneld. CRV (rundvee) en Topigs Norsvin (varkens) zijn volgens Gostelie voorbeelden van bedrijven die op een slimme manier op de vraag inspelen. Beide bedrijven hebben vestigingen in tal van landen.
Hij maakt ook kanttekeningen. De positie van Nederland komt soms in het gedrang door de strenge regelgeving in ons land. Gostelie: “Voorbeeld is het verbod om melkkoeien preventief te behandelen tegen melkerskoorts. In landen als Duitsland en Frankrijk gebeurt dat wel. Gevolg is dat wij geen koeien naar Turkije kunnen exporteren en enkele andere EU-landen wel.”
Onderhandelen met Turkije
Na bijna twee jaar onderhandelen met de Turkse autoriteiten is er nu zicht op export van runderen, maar dan wel onder zeer strikte voorwaarden. En die gaan met hoge kosten gepaard, bijvoorbeeld voor quarantaine en testen. Gostelie: “Wij hebben begrip voor de keus om rundvee niet preventief met antibiotica te behandelen. Maar dan zou die regel ook in andere EU-landen moeten gelden. Er is op dit moment geen sprake van een gelijk speelveld.”
De kosten voor exportcertificering zijn volgens Gostelie in Nederland hoger dan in de meeste omringende landen. “Zo hebben wij in Nederland nog te maken met strenge exportregels vanwege de Regeling Preventie. Volgens de vee-exporteurs is er alle reden om deze regels te versoepelen. Er zou onderscheid gemaakt moeten worden regels voor ‘oorlogstijd’ en voor ‘vredestijd’. En nu bevinden we ons in vredestijd.”
Snel vrij van IBR en BVD
Wat betreft de export van runderen pleit Gostelie voor een stevige aanpak om de Nederlandse veestapel snel vrij te maken van de virusziekten IBR en BVD. “Om te bewijzen dat vee vrij is van deze virusziekten moeten flinke kosten worden gemaakt. Terwijl door het enten van het rundvee met IBR-markervaccins de gezondheidsstatus snel verbeterd kan worden. Duitsland is vrij van IBR en BVD door intensieve samenwerking tussen rundveehouderij en overheid en een financiële bijdrage van de overheid daar. Op dit terrein is de aanpak van Nederland te vrijblijvend. Dat gaat ten koste van onze exportpositie en diergezondheidsstatus.”
Pluim voor compartimentering
Wat betreft de compartimentering bij de aanpak van dierziekten geeft Gostelie Nederland een pluim. “Wij hebben daar hartstochtelijk voor gepleit, met succes. Door de compartimentering kan de export bij uitbraak van veeziekten vanuit niet-getroffen regio’s gewoon doorgaan. Bij de uitbraken van Schmallenberg en Blauwtong heeft de sector daar profijt van gehad.”
Juni 2017