Hoe de Nederlandse ‘viazi’ langzaam Kenia verovert
Viazi (aardappelen in Swahili) worden in Kenia geteeld sinds de 19de eeuw. De afgelopen jaren zijn de productie en consumptie van de aardappel alleen maar toegenomen. Op het moment is de aardappel het tweede belangrijkste gewas na mais. Zo draagt de aardappel niet alleen bij aan werkgelegenheid en handel, maar ook aan voedselzekerheid. Omdat de ontwikkeling van de keten enorme kansen biedt voor zowel Kenia als Nederland, heeft de Nederlandse overheid de laatste jaren geïnvesteerd in het versterken van de aardappelketen.
Het ‘Seed Potato Program’ dat door de Nederlandse overheid wordt gesubsidieerd, heeft sinds de start geleid tot grote stappen in de ontwikkelingen van de gehele aardappelketen. Zo zijn er inmiddels 34 Nederlandse aardappelrassen geregistreerd, zijn de teelt en vermeerdering van de pootaardappelen toegenomen en zijn er opslagmethoden en andere duurzame innovaties geïntroduceerd.
Dit alles had niet gekund zonder nauwe samenwerking tussen de verschillende overheidsinstanties en de private sector. In de afgelopen jaren is gefocust op kennisoverdracht naar de Kenyan Plant Health Inspectorate Services (KEPHIS). De Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hebben vele trainingen gegeven en gezamenlijke inspecties uitgevoerd. Bovendien is er in Muguga in de laboratoria van KEPHIS apparatuur geïnstalleerd voor het verder versoepelen van de testen. Daarnaast spreekt Ingrid Korving, de landbouwraad in Nairobi, regelmatig met Dr. Esther Kimani, managing directeur van KEPHIS, om samen te werken aan een goedlopende keten. Hoewel er flinke stappen zijn gezet, is het ook een proces van de lange termijn.
Import Nederlandse pootaardappelen
Door de toename van de aardappelconsumptie met 6,3% tussen 2012 en 2014 is de vraag naar goede, resistente pootaardappelen toegenomen. Redenen voor de toenemende consumptie zijn een groeiende jonge middenklasse die behoefte heeft aan nieuwe variëteiten om mee te koken en een toename van fastfoodrestaurants. De gemiddelde consumptie per capita is 25 kilo per jaar.
Het ‘Seed Potato Program’ heeft dan ook als doel om import en toevoer van goede kwaliteit pootaardappelen in de komende jaren verder te doen groeien. Inmiddels is er 530 ton pootaardappelen uit Nederland geïmporteerd, dat voornamelijk door vier grote bedrijven in Kenia vermeerderd wordt.
De groei van de aardappelteelt gaat echter nog niet even soepel als de stakeholders in de gehele keten zouden willen. Zo is de gemiddelde opbrengst per hectare bijvoorbeeld 6.7 tons/ha, waar die in Egypte en Zuid-Afrika op 40 tons/ha ligt.
Uitdagingen voor Kenia en kansen voor Nederland
Er zijn verschillende uitdagingen in Kenia voor de aardappelsector:
- Er is een tekort aan verwerkingsproducenten van de aardappelen. Zo worden de aardappelen over het algemeen niet aantrekkelijk verpakt en is het merk niet zichtbaar voor de consument in de supermarkt.
- De prijs van de aardappel op de markt fluctueert veel. Oorzaken zijn de ontbrekende opslagplekken voor aardappelen en het feit dat de boeren in Kenia voornamelijk afhankelijk zijn van de regen.
- De relatie tussen boeren en klant ontbreekt. Hierdoor vermindert de betrokkenheid van veel Keniaanse boeren bij hun product. In Kenia wordt er gewerkt met veel tussenhandelaren, waardoor boeren vaak niet weten waar hun product terechtkomt.
- Veel van het rooien wordt met de hand gedaan, waardoor de verliezen immens zijn. Goede machines en kennis over ‘post-harvest handling’ ontbreken nog.
Toekomst
Voedselzekerheid is sinds het aantreden van president Uhuru Kenyatta uitgeroepen als één van de vier belangrijkste punten op de politieke agenda. Wat aangeeft dat de Keniaanse overheid steeds meer in deze sector wil gaan investeren. Daarnaast wordt er door de media en politici veel belangstelling getoond voor de Nederlandse pootaardappel. Zo was de voormalige minister van Landbouw vorig jaar september persoonlijk op de Eldoret Agribusiness Fair om onder meer de demoplots met de inmiddels gecertificeerde Nederlandse aardappelrassen te bekijken, zie filmpje.
Bovendien geeft Emily Osena, programmacoördinator van het Seed Potato Program aan dat “de vraag naar Nederlandse pootaardappelen continu toeneemt, boeren hebben inmiddels gehoord of gelezen over deze aardappelen en willen ermee aan de slag”. Daarnaast zijn er twee Nederlandse boeren begonnen met de verwerking van aardappelen tot frietjes.
Komend jaar staat ook een Potato Business Day op de planning in samenwerking met de private sector, de Landbouwraad en het Seed Potato Program.
Verdere informatie
Voor de catalogus met de geregistreerde aardappelrassen in Kenia.
Voor een samenvatting van de tweede fase van het ‘Seed Potato Program’ klik hier. En voor de volledige studie uitgevoerd in 2013 door Wageningen Universiteit naar de gehele aardappelketen in Kenia klik hier
Voor specifieke vragen over het Seed Potato Program kun u contact opnemen met Emily Osena via osenaemily@gmail.com. Voor overige vragen kunt u contact opnemen met de Landbouwraad via nai-lnv@minbuza.nl of ons volgen op twitter: @NLAgriKenya
Landbouwraad Kenia
Maart 2018