Wat Nederland kan leren van Zuid-Afrika: regeneratieve landbouw en integratie van biodiversiteit in beleid

Nederland en Zuid-Afrika zijn belangrijke partners van elkaar. Met Nederlandse kennis op het gebied van bijvoorbeeld zaadtechnologie, climate smart agriculture en waterbeheer kan de Zuid-Afrikaanse landbouw belangrijke stappen zetten om zich tegen klimaatverandering te wapenen en voedselzekerheid te garanderen. En andersom kan Nederland leren van de innovatieve ontwikkelingen in Zuid-Afrika, bijvoorbeeld op het gebied van regeneratieve landbouw en bodemgezondheid. De waarde van natuur en biodiversiteit staat hier veel meer centraal dan in Nederland, zegt Timo Cober, LVVN-attaché op de Nederlandse Ambassade in Pretoria, Zuid-Afrika.

Timo Cober
Timo Cober

Timo Cober is in augustus 2024 begonnen als LVVN-attaché in Pretoria. Daarvoor was hij regiocoördinator van Zuid-Afrika, Ethiopië, Oeganda en Rwanda en thema-coördinator water internationaal bij de directie EIA van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). ‘Ik werkte dus al veel met de raden samen,’ vertelt hij, ‘maar dan vanuit Den Haag. Voordat ik aan de slag ging bij LVVN, was ik een tijdje werkzaam bij een bedrijf in Kenia dat lokale agrobedrijven opschaalt. Dat heeft bij mij een voorliefde aangewakkerd voor Sub-Sahara-Afrika. Dat ik nu in Zuid-Afrika woon en werk, is dus een droom die is uitgekomen. Het is een superdivers land met een prachtige natuur, vriendelijke mensen en veel potentie.’

Hartelijk welkom in Zuid-Afrika

Cober is samen met zijn vriendin Lieke in Zuid-Afrika. Hij vertelt: ‘Naast haar master opleiding in public health werkt ze twee dagen per week als arts in een medische kliniek in een van de informal settlements – dat zijn wat ze vroeger townships noemden. We zijn beiden erg sportief en gaan elk weekend op pad om te sporten. Je hebt hier veel mooie natuurgebieden waar je kunt hiken of trailrunnen. We proberen elke keer een run te doen in een nieuw natuurgebied om op die manier de omgeving een beetje te leren kennen. We hebben onszelf nu als doel gesteld dat we in een jaar tijd in alle negen provincies aan een wedstrijd willen meedoen. We willen het land ontdekken en zo hebben we een reden om naar bepaalde plekken te gaan waar je misschien anders niet zo snel komt.’

hardlopen in Zuid-Afrika
'We proberen elke keer een run te doen in een nieuw natuurgebied om op die manier de omgeving een te leren kennen'

LAN team in Pretoria

Door zijn ervaring als regiocoördinator voor onder andere Zuid-Afrika, kende hij het LVVN Attaché Netwerk (LAN) team op de Nederlandse Ambassade in Pretoria al. Cober: ‘Dat maakte de start veel gemakkelijker. Het is echt een heel sociaal en verwelkomend team geweest de eerste weken, op professioneel maar ook op persoonlijk vlak. Het LAN-team in Pretoria wordt aangestuurd door LVVN-raad Niek Bosmans. Hij kwam ons op halen bij het vliegveld, nam ons gelijk mee naar de stad om een aantal plekken te laten zien en stelde ons gelijk aan iedereen voor. Ook deel van het team is landbouwadviseur Bernhard Likalimba, hij is iemand die aanbiedt dat je een keer bij hem thuis langskomt en meegaat naar de kerk waar hij in het weekend preekt. Dan is er nog landbouw beleidsondersteuner William Bowden. Hij is altijd bereid om context en uitleg te geven over hoe het hier gaat. En dan hebben we nog managementondersteuner Dalene Breytenbach. Zij zorgt op onze afdeling dat alles op rolletjes blijft lopen. En we hebben nu tijdelijk een collega die projectleider is van een combitrack in Grootvlei. Over die combitrack vertel ik later meer.’

Van links naar rechts: William Bowden, Timo Cober, Niek Bosmans en Bernard Likalimba
Het LAN-team op de Nederlandse ambassade v.l.n.r.: William Bowden, Timo Cober, Niek Bosmans en Bernard Likalimba

Grote uitdagingen in klimaatadaptatie en landbouw

Klimaatverandering heeft een duidelijke impact op Zuid-Afrika en raakt de landbouw hard. Te veel of juist te weinig water beïnvloedt de opbrengsten, vertelt Cober. ‘Het land heeft dringend behoefte aan gewassen die beter bestand zijn tegen klimaatvariaties. Daarom is er behoefte in de zaadsector om meer klimaatbestendige gewassen te introduceren.’ Verschillende Nederlandse zaadbedrijven zijn al actief in Zuid-Afrika. Enza Zaden heeft bijvoorbeeld fors geïnvesteerd in onderzoeksfaciliteiten om te kijken hoe gewassen zich hier gedragen. En Rijk Zwaan is hier ook actief en betrokken bij een aantal projecten van ons. Bijvoorbeeld het HortiDemo Center. Dat is een demokas die is opgezet bij Stellenbosch Universiteit waar studenten, lokale producenten en extension workers worden getraind in climate smart agriculture. Door samenwerking met Nederlandse bedrijven kan de sector meer weerbare gewassen ontwikkelen die de voedselzekerheid en productiviteit ten goede komen.’

Een andere belangrijke uitdaging is de ongelijkheid in de Zuid-Afrikaanse landbouw. ‘Er zijn twee voedselsystemen: de grote commerciële bedrijven, voornamelijk in handen van witte boeren, en de kleine zwarte boeren die voor de lokale markt produceren,’ legt Cober uit. ‘Ondanks pogingen van de overheid om deze groepen dichter bij elkaar te brengen, is het moeilijk voor de kleinere boeren om commercieel te concurreren. Ze hebben beperkte toegang tot financiering en infrastructuur, wat een grote drempel vormt voor hun groei.’

Het HortiDemo Center bij Stellenbosch Universiteit waar studenten, producenten en extension workers worden getraind in klimaatslimme landbouw
Het HortiDemo Center bij Stellenbosch Universiteit waar studenten, producenten en extension workers worden getraind in klimaatslimme landbouw

Door samenwerking met Nederlandse bedrijven kan Zuid-Afrika klimaatbestendige oplossingen ontwikkelen die de voedselzekerheid en productiviteit ten goede komen’

Nederlandse inbreng via Flying Swans: logistiek en kennisdeling

Het LAN team is betrokken bij verschillende projecten die de landbouw in Zuid-Afrika een stap verder helpen. Een belangrijk voorbeeld hiervan is een road-to-rail project met Flying Swans, in de provincie Limpopo. Flying Swans is een Nederlands consortium dat temperatuur-gecontroleerde logistieke infrastructuur ontwikkelt om exportstromen van hoogwaardige, bederfelijke goederen zoals fruit, groenten en bloemen mogelijk te maken. Leden van het consortium zijn het Havenbedrijf Rotterdam, Koninklijke Boskalis Westminster, Fresh Produce Centre en de Nederlandse ministeries van LVVN en Buitenlandse Zaken. Cober: ‘Limpopo produceert grote hoeveelheden citrus, avocado’s en tomaten voor de internationale markt, maar de afstand tot de haven en de staat van de bestaande infrastructuur vormen een logistieke uitdaging. We zijn bezig met het opzetten van een consolidation center in de stad Tzaneen. Hier kan een consortium van zowel grote commerciële producenten als kleine opkomende producenten hun gewassen afleveren, waarna ze in gekoelde containers per spoor naar de haven worden vervoerd. Zo wordt het transport efficiënter en duurzamer.’

De Flying Swans willen met dit project ook de Black Emerging Farmers betrekken. Cober: ‘Dat zijn boeren die niet altijd de middelen hebben om zelfstandig aan de eisen van internationale handel te voldoen. We willen met hen samenwerken om hun producten naar de internationale markt te brengen. Via samenwerking met lokale en Nederlandse partners ontstaat er voor hen een groeikans.’

Lokale groente- en fruitproducenten
Lokale groente- en fruitproducenten zijn een belangrijke werkgever in een land met enorme werkloosheid

Herbestemming van kolencentrales: nieuw begin voor werkgelegenheid

Een ander innovatief project is de transitie rond de kolencentrale in Grootvlei, een regio niet ver van Johannesburg. Daar wordt een kolencentrale gesloten, waardoor de omringende gemeenschappen werk dreigen te verliezen. Cober: ‘In het kader van de combitrack Toekomstgerichte Tuinbouw willen we daar iets aan doen. Een combitrack is een gecombineerde meerjarige sectoraanpak: overheid, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties in Nederland en - in dit geval Zuid-Afrika - oplossingen bieden voor lokale uitdagingen in vergroening en digitalisering. In Grootvlei heeft Nederland in samenwerking met Eskom, het staatsbedrijf voor energie, een plan ontwikkeld om een deel van de voormalige mijnwerkers en fabrieksarbeiders om te scholen naar de tuinbouw. Er komt een demonstratiekas, waarin mensen worden opgeleid in climate smart agriculture. Zodra deze mensen zijn getraind, kunnen ze direct aan het werk op een gebied van 15 hectare. Uiteindelijk wil de provincie samen met Eskom en Nederlandse partners hier een grote agro-hub creëren op een gebeid van 200 tot 500 hectare dat door Eskom en de provincie beschikbaar wordt gesteld. Er is belangstelling van Zuid-Afrikaanse supermarktketens, die het idee van een nabijgelegen regionale landbouwhub omarmen.’

Bescherming ecosystemen en watermanagement

In de Westkaap ligt het focuspunt op natuurbehoud, vooral van het unieke ‘fynbos’, een soortenrijke vegetatie die alleen in dit deel van de wereld groeit. ‘Dat wordt bedreigd door de wijnlandbouw en invasieve soorten als eucalyptus- en dennenbomen,’ zegt Cober. ‘Nederland werkt samen met het Wereld Natuur Fonds om dit ecosysteem te beschermen. We werken onder andere met wijnboeren samen om het ‘fynbos’ op hun land te behouden door de invasieve soorten te verwijderen. We zeggen hier weleens voor de grap: we helpen hen om bomen te kappen maar het heeft een belangrijke functie voor zowel biodiversiteit als waterbeschikbaarheid.’

Water is een ander urgent thema. In samenwerking met Partners for Water werkt Cober aan een plan voor de waterhuishouding in de regio Limpopo. De landbouw in dit gebied gebruikt enorm veel water, waardoor er druk ontstaat op de ecosystemen, zoals in het Kruger National Park. ‘De regio heeft dringend behoefte aan een duurzaam waterbeheerplan,’ vertelt Cober. ‘In Nederland hebben we veel kennis op het gebied van watermanagement, en dat kunnen we hier goed inzetten.’

Volgens Cober is de samenwerking op het gebied van water en landbouw ook een kans voor Nederlandse bedrijven. ‘De hele waardeketen van waterbeheer is relevant: van irrigatietechnologie tot grondwaterbeheer. Dit biedt mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven, en kennisinstellingen kunnen helpen met onderzoek en technische ondersteuning.’

natuurgebied Zuid-Afrika
In dit gebied focust Kruger2Canyons zich op het weghalen van invasieve exoten om de waterbeschikbaarheid voor biodiversiteit en groente en fruit te vergroten

Kansen voor Nederland en mogelijkheden om te leren

Nederland heeft in Zuid-Afrika niet alleen de mogelijkheid om kennis te delen, maar kan ook leren van de innovatieve ontwikkelingen in dit land, stelt Cober. ‘Bijvoorbeeld op het gebied van regeneratieve landbouw en bodemgezondheid. Daar zijn ze in Zuid-Afrika een stuk verder mee dan in Nederland. Wij praten er veel over, maar hier is het een noodzaak. De supermarktketens stellen hier extreem hoge eisen en werken vaak alleen met boeren die regeneratieve methoden gebruiken.’

Een ander leerpunt is de integratie van biodiversiteit in beleid. ‘De waarde van natuur en biodiversiteit staat hier veel centraler dan in Nederland. Omdat Zuid-Afrika een van de mondiale biodiversiteit hotspots is, zien ze natuur en biodiversiteit meer als een asset. Daar wordt op overheidsniveau duidelijk rekening mee gehouden. Het hele systeem zien en naar waarde schatten… Ik vind het mooi hoe Zuid-Afrika daarmee omgaat.’

Boeren, natuurorganisaties en waterschappen bespreken de wateruitdagingen in de Upper Letaba Catchment area
Boeren, natuurorganisaties en waterschappen bespreken de wateruitdagingen in de Upper Letaba Catchment area (Limpopo province)

Vooruitzichten: G20

Wat heeft het LAN team in Pretoria de komende tijd op de agenda staan? ‘In 2025 zal Zuid-Afrika de G20 hosten en Nederland zal aanwezig zijn als gastland,’ zegt Cober. ‘En daarmee komt er een hoop extra belangstelling, bezoeken en vertegenwoordigers deze kant op. Daar gaat het komende jaar veel tijd en energie in zitten. Daarnaast bereiken onze activiteiten in onder andere Grootvlei een belangrijke fase. Hoe dat precies eruit gaat zien en wat voor kansen dat biedt… Dat moeten we afwachten. Maar dat het een mooi en druk jaar gaat worden is een ding wat zeker is.’

Hij besluit: ‘Zuid-Afrika is voor Nederland een belangrijke partner, vooral op het gebied van landbouw. We kunnen van elkaar leren en elkaar versterken, iets wat in dit soort internationale bijeenkomsten hopelijk zichtbaar wordt. We hebben hier als Nederland een sterke positie opgebouwd, en ik ben dankbaar dat ik hieraan kan bijdragen.’

Contact