Meer samenwerking in Zuid-Afrika tussen onderwijs en agribusiness

Instellingen in het groene onderwijs werken in Zuid-Afrika samen met Nederlandse bedrijven, onderwijsinstellingen en de overheid. Met een Nuffic Orange Knowledge Program (OKP) wordt duurzame werkgelegenheid en landbouwontwikkeling in dit land nagestreefd.

In november 2018 is een Nuffic Orange Knowledge Program (OKP) project toegewezen aan het Borderless Network Zuid Afrika. Dit project ‘Strengthening Education and Agri-business interaction for sustained employment and agricultural development in South Africa’ is het resultaat van een gezamenlijk ontwikkelde strategie door onderwijs en bedrijfsleven die is aangejaagd door de landbouwraad in Zuid-Afrika.

Lees verder onder foto

Werksessie in KwaZuluNatal

Netwerk van onderwijsinstellingen

Borderless Network is een netwerk van veel groene onderwijsinstellingen op alle niveaus in Nederland, waarbij samenwerken en groeien voor dit netwerk de drijfveer is. In Zuid-Afrika zijn de volgende instellingen betrokken: Aeres mbo en hbo, WUR (CDI), HAS Den Bosch, Helicon en Lentiz. Aeres mbo is penvoerder van het project.

Naast het onderwijs is ook het Nederlandse bedrijfsleven dat actief is in Zuid-Afrika betrokken. Bedrijven als De Heus, CRV en Topigs Norsvin zijn inhoudelijk en financieel betrokken bij het project en gecommitteerd aan de activiteiten die zijn gepland. Tot slot is er een grote stakeholderlijst in Zuid-Afrika, naast twee Zuid-Afrikaanse hoofdpartners, Elangeni TVET en Stellenbosch university.

Duurzaam

De doelstelling van het project heeft alles te maken met duurzaam. Er is gekozen om vanuit vier sectoren samen te werken. Het gaat om de sectoren tuinbouw, melkveehouderij, varkenshouderij en pluimveehouderij. De duurzaamheid komt naar voren bij activiteiten op verschillende niveaus:

  1. Duurzame relatie overheid, bedrijfsleven en onderwijs in Zuid-Afrika om onderwijs te organiseren wat er toe doet;
  2. Duurzame verbinding tussen Nederlandse en Zuid-Afrikaanse onderwijsinstellingen, het delen van kennis en vooral om dat op lange termijn te doen;
  3. Duurzame aanpassing opleidingsaanbod zodat er relevant wordt opgeleid en er meer kansen op banen ontstaan;
  4. Het aanpassen en inbedden van klimaatslimme landbouw (toekomstbestendige landbouw) in bestaande curricula en in projecten tussen Nederlandse en Zuid-Afrikaanse instellingen en bedrijven. Duurzame voedselproductie wordt op die manier verweven tijdens diverse activiteiten.

Mbo-onderwijs

Een belangrijk aspect van dit project is dat vooral ook het mbo-onderwijs een sterke rol heeft. Dat is bijzonder als we vanuit historisch perspectief kijken wat betreft Nuffic-projecten. De combi van ‘hands-on ondernemersonderwijs’ (mbo) in combinatie met innovaties en lectoraten (hbo en universiteit) maakt dat op elk niveau kan worden geschakeld in het ontwikkelen van de gewenste capaciteit.

Omdat het bedrijfsleven vaak werkt vanuit een bepaald specialisme is in de gesprekken voorafgaand aan het project duidelijk geworden dat moet worden gewerkt vanuit een sectorspecifiek oogpunt. Als resultaat daarvan worden de zogenoemde “Agri Education parks” (AEC) ontwikkeld. Voor iedere sector komt er een eigen training-education park. Het grote voordeel is dat er een plaats is waar overheid, onderwijs en bedrijfsleven elkaar vinden. Dit is belangrijk voor doelen als training, innovaties en ontmoetingsplek om samen na te denken over het sectorspecifieke onderwijs aanbod. Daarnaast is het een mooie plaats om ook specifieke trainingen te ontwikkelen en aan te bieden aan allerlei doelgroepen van mbo- tot universitaire studenten en van opkomende boeren tot voorlichters en vertegenwoordigers. Dit alles om een toekomstbestendige landbouw verder te ondersteunen.

De strategie in het project is om bestaande traininglocaties (die sectorspecifiek zijn) te gebruiken. Mocht er voor een sector geen bestaande locatie zijn, dan is het doel om een locatie te ontwikkelen. Op dit moment is alleen voor de melkveehouderij-sector nog de uitdaging een goede locatie te vinden.

Voor de studenten helpt het om te ervaren voor welke sector ze de meeste passie hebben

Praktijkervaring

Een belangrijk doel is om naast theorie ook gevoel met de praktijk te krijgen. Daarom krijgen de studenten allemaal een week praktijkonderwijs per sector in de centra (AEC's). Een groot voordeel daarvan is dat studenten makkelijker een stage- plaats vinden, omdat ze de basisbeginselen beheersen.

Voor de studenten zelf helpt het om te ervaren voor welke sector ze de meeste passie hebben. Door onder andere inzet van gemengde leertrajecten en slimme keuzes in opleidingsprogramma’s, worden studenten in staat gesteld zich meer te specialiseren. In Nederland zijn we dat al jaren gewend, maar uit de eerste activiteiten in het project is gebleken dat er in Zuid Afrika van specialisme of intrinsieke motivatie weinig tot geen gebruik wordt gemaakt.

Groep in Kaapregio wisselt kennis uit.

Trainingen

De AEC’s gaan ook trainingen ontwikkelen in samenwerking met bedrijfsleven, onderwijs en overheid. De doelgroepen daarvoor zijn divers, van docenten tot boeren en mensen uit de industrie tot ambtenaren uit de (regionale) overheid. Door de sectorale spilfunctie van het centrum kunnen belangrijke thema’s als antibioticagebruik, het efficiënt gebruik van water en andere actuele thema’s adequaat worden opgepakt en verwerkt in onderwijsprogramma’s en trainingen.

Tot slot heeft het project een sterke focus op gender en “all inclusive”-onderwijs. Hiervoor worden met alle betrokken stakeholders in het zuiden strategieën ontwikkeld en uitgevoerd. Dat proces is op dit moment in volle gang middels rondetafelgesprekken en interviews.

Het project heeft in totaal een looptijd van drie jaar. Borderless Network heeft zich als partij gecommitteerd om de komende tien jaar de ingezette strategie verder door te zetten en de samenwerking in allerlei vormen te bekrachtigen.

Gedurende deze periode zullen er door de verschillende OKP-projecten meerdere activiteiten worden georganiseerd. Ook de Nederlandse ambassade geeft een platform aan deze projecten. Zo wordt er op 21 november in Kaapstad tijdens het CoCreateMyCity-event een workshop georganiseerd over manieren om kennis over klimaatslimme landbouw over te dragen.

Meer informatie:  Programma CoCreateMyCity

Met dank aan Harm Holleman, projectleider OKP SEAD Zuid-Afrika

Landbouwraad Jack Vera
Landbouwteam Pretoria
Twitter: @Agri_NLinSA

pre-lnv@minbuza.nl

November 2019 

Deze bijdrage maakt deel uit van de Agrospecial Kennisuitwisseling. Via onderstaande link kunt u alle overige bijdragen lezen over dit thema.