Landbouwraad Jack Vera gestart in Zuid-Afrika
Het ministerie van EZ heeft 48 landbouwafdelingen op Nederlandse ambassades. In Zuid-Afrika is Jack Vera actief. Hij werkt sinds augustus 2016 als landbouwraad op de Nederlandse ambassade in Pretoria. Angola behoort ook tot zijn werkgebied.
Jack Vera is in de zomer van 2016 Niek Schelling opgevolgd als landbouwraad van Zuid-Afrika en Angola.
Vera is na zijn studie geschiedenis actief geweest in verschillende functies in het agrarische domein. Zo werkte hij geruime tijd voor het directoraat Landbouw bij de Europese Commissie in Brussel. Ruim tien jaar was hij in dienst voor keuringsorganisatie NVWA en had daar direct te maken met de importcontrole in de haven van Rotterdam en op Schiphol. In het jaar voordat hij naar Zuid-Afrika vertrok, was hij lid van het managementteam van de directie Agro & Natuurkennis op het ministerie van Economische Zaken.
Waarom hebt u gesolliciteerd op de functie van landbouwraad?
“Sinds mijn werkzaamheden bij de Europese Commissie droom ik ervan om langere tijd in het buitenland te werken. Onze kinderen zijn zelfstandig en nu kwam deze kans voorbij. Werken in een andere cultuur is enerverend en spannend. Ik zal daar ongetwijfeld veel van leren. Bovendien werk ik als landbouwraad op de ambassade in Pretoria in een multidisciplinair team met mensen van verschillende nationaliteiten. Dat deed ik ook in Brussel en ik weet dat zo’n werkomgeving mij inspireert.”
Blij met de aanstelling in Zuid-Afrika?
“Dat ben ik zeker. Voor een historicus en zeker voor een Nederlandse historicus zoals ik is Zuid-Afrika een erg interessant land. Er bestaan al eeuwen nauwe banden tussen Nederland en Zuid-Afrika. Ook de recente geschiedenis – de ommezwaai in het land na de apartheid – heeft interessante aspecten. Dat gaat begrijpelijkerwijs met horten en stoten. Het ANC raakt zijn meerderheidspositie langzaam maar zeker kwijt, er is veel politieke beweging. Het is onzeker wat de toekomst brengt, de onzekerheid hierover heeft zijn weerslag op de economie. Niemand kan voorspellen welke kant het opgaat. Dat mag ik nu allemaal van nabij meemaken.”
Wat zijn uw kerntaken als landbouwraad?
“De landbouwraad faciliteert agrarische bedrijven die kansen zien in het land waar hij actief is. Een andere kerntaak is het verbeteren van de markttoegang voor Nederlandse producten. Dat doen trouwens alle landbouwraden. Ik probeer mijn rol proactief in te vullen, mijn eigen stempel te drukken. In mijn vorige banen heb ik veel ervaring en kennis opgedaan op de terreinen markttoegang, agrologistiek en innovatie. Dat laatste bijvoorbeeld op het gebied van climate smart agriculture. Op die gebieden wil ik mijn netwerk de komende periode verder uitbreiden. Een ding is zeker: een landbouwraad moet een breed netwerk hebben. Wat dat betreft ben ik met mijn neus in de boter gevallen, in mijn eerste week van mijn verblijf vond hier een grote landbouwconferentie plaats. Ik heb met veel belangrijke stakeholders kennis kunnen maken.”
Hoe staat de landbouw ervoor in Zuid-Afrika?
“Zuid-Afrika is een bijzonder land. De democratie in het land is jong en ontwikkelt zich stap voor stap naar een volwassen vorm. Zuid-Afrika is een economische grootmacht en vertoont tegelijkertijd trekken van een ontwikkelingsland. Die tweedeling zie je ook terug in de agrarische sector.
Voor veel agrarische producten is Zuid-Afrika zelfvoorzienend dan wel exporterend. Het universitaire landbouwonderwijs is van hoog niveau. Aan de andere kant van het spectrum vinden we een groot aantal zogeheten nieuwe boeren. De overheid geeft zwarte boeren de kans om een agrarisch bedrijf te starten. Door de landhervormingen komt grond vrij. De uitdaging is om de nieuwkomers te ondersteunen met agrarische kennis. Het praktijkonderwijs ligt op een laag niveau. Hier ligt een enorme uitdaging voor het land. Ik ben ervan overtuigd dat het groene onderwijs in Nederland hierbij kan adviseren.”
Op welke terreinen ziet u kansen voor Nederlandse bedrijven?
“De Nederlandse tuinbouwsector heeft al sinds jaar en dag vaste voet op Zuid-Afrikaanse bodem. Wat betreft zaden, kastechnologie en irrigatie speelt Nederland een belangrijke rol en liggen er nog volop kansen in het verschiet.
Interessant zijn de ontwikkelingen in de agrologistiek. Op dit moment onderzoekt een Nederlands bedrijvenconsortium op welke manier Nederland kan bijdragen aan een verbetering van de infrastructuur. Het gaat dan om gekoeld transport van groenten en fruit naar de grote steden en de exporthavens. Het consortium heeft samen met lokale bedrijven en de overheid een plan gemaakt om meer gekoeld transport via het bestaande spoorwegnet te realiseren in plaats van over de weg.
Nederland is de grootste importeur van fruit uit Zuid-Afrika en heeft er belang bij dat de producten snel en in goede conditie in de havens van Kaapstad, Durban en Port Elisabeth aankomen. Verbetering van de logistiek is goed voor de agrarische ontwikkelingen in dit land, maar zeker ook voor Nederland. Het mes snijdt aan twee kanten.”
Nog kansen op andere gebieden?
“Helder is dat de Zuid-Afrikaanse landbouw veel last heeft van droogte. De klimaatverandering pakt in sommige regio’s dramatisch uit. Alle reden dus voor climate smart agriculture. Dan heb ik het bijvoorbeeld over efficiënt watergebruik en over digitale informatiesystemen over het weer. Op die terreinen lopen Nederlandse bedrijven voorop.
Iets heel anders is de oprichting van landbouwcoöperaties in gebieden waar nieuwe boeren aan de slag gaan. De Nederlandse landbouw is in feite de bedenker van het fenomeen coöperatie, heeft hiermee meer dan honderd jaar ervaring. Wij kunnen de jonge coöperaties adviseren en ondersteunen.”
Komt er snel markttoegang van Nederlandse appels en peren?
‘Dat is een langlopend dossier, maar we bevinden ons in de eindfase. De grote importeurs hier hebben behoefte aan importfruit in het zogeheten tegenseizoen, het Zuid-Afrikaanse voorjaar. Ik hoop dat de grens eind 2016 daadwerkelijk open is.
Bij onderhandelingen over markttoegang gaat de Zuid-Afrikaanse overheid uit van wederkerigheid. Platter gezegd: voor wat, hoort wat. Dit land vraagt om soepelheid als het gaat om export naar Europa. Het is raadzaam om daar bij de onderhandelingen rekening mee te houden.”
September 2016