Uitdaging van Zuid-Afrika: stedelingen blijven voeden

Zuid-Afrika verstedelijkt snel: 64% van de bevolking woont er al in een stad en de Verenigde Naties verwachten dat dit percentage in 2050 is opgelopen tot 77%. De noordelijk gelegen metropool Johannesburg groeit volgens de VN van 9,6 miljoen inwoners nu naar 11,5 miljoen in 2030. De agglomeratie Kaapstad telt nu al 4 miljoen inwoners. Al deze stedelingen moeten worden gevoed, liefst met gevarieerde en gezonde producten.

Jack Vera
Jack Vera

Het is zaak om de productie en logistiek van agrofood-producten in en rond de stedelijke gebieden goed te organiseren. Interessant zijn de ontwikkelingen in de agrologistiek. Een concrete bijdrage aan de verbetering van de logistiek komt van een Nederlands bedrijvenconsortium met onder andere de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO, Mercator Novus (strategie consulting), de Rotterdamse haven, Boskalis en het GroentenFruit Huis.                                                              

Dit consortium heeft samen met lokale bedrijven en de overheid (Transnet, het staatsbedrijf voor railvervoer en havenautoriteit) een plan gemaakt om meer gekoeld transport van groenten en fruit via het bestaande spoorwegnet naar de grote steden en exporthavens te realiseren in plaats van over de weg. De uitvoering start binnenkort: er gaan in 2019 meer treinen rijden met gekoeld fruittransport en er wordt dit jaar begonnen met de bouw van gekoelde opslag in de noordelijke provincie Limpopo.                     

De Nederlandse tuinbouwsector heeft al sinds jaar en dag vaste voet op Zuid-Afrikaanse bodem. Wat betreft zaden, kastechnologie en irrigatie speelt Nederland al een belangrijke rol en er liggen nog volop mogelijkheden. “Rond Johannesburg ligt hier een grote uitdaging, omdat deze agglomeratie op de rand ligt van het gebied waar nog net tuinbouw mogelijk is”, zegt landbouwraad Jack Vera, die zelf zetelt in Pretoria. Op het klimaat en de geografie aangepaste bedekte teelten kunnen de mogelijkheden voor voedselproductie verbreden. Daar zijn verschillende Nederlandse bedrijven zoals Koppert en Bosman Van Zaal al mee bezig.

'De tuinbouwsector moet productiever worden om de groeiende bevolking in de stedelijke gebieden van voldoende voedsel te voorzien'

Behoefte aan kennis

Daarbij is in Zuid-Afrika vooral behoefte aan Nederlandse kennis. Nederland heeft een goede naam in Zuid-Afrika, zeker in de tuinbouwsector. “Wij kunnen het land helpen door te adviseren bij bijvoorbeeld efficiënte irrigatiesystemen, bij de teelt van droogtebestendige gewassen en het efficiënt toepassen van mest en chemische middelen”, schetst Vera.

Centre of excellence

Vera ondersteunt een onderzoek van onder andere adviesbureau Delphy voor de opzet van een Centre of Excellence voor de tuinbouw in de provincie West-Kaap, waar ook Kaapstad ligt. “Dat centrum moet een showcase worden voor de commerciële opkomende boeren, waar ze kunnen zien hoe ze efficiënt en ook duurzaam kunnen werken en hun productiviteit kunnen vergroten. Het is van belang om boeren hierbij te begeleiden, want de stedelijke agglomeratie Kaapstad heeft een groeiende bevolking die goed gevoed moet blijven worden. We hebben gesprekken met diverse Nederlandse bedrijven die kunnen helpen bij het opzetten van dit centrum.”

Uitdaging

De grote behoefte en tegelijk ook uitdaging is volgens landbouwraad Vera om de ongeveer 100.000 kleinschalige, niet-blanke boeren te helpen om op een duurzame manier een hogere productiviteit te behalen. “De tuinbouwsector moet productiever worden om de groeiende bevolking in de stedelijke gebieden van voldoende voedsel te voorzien. Daarbij heb je ook nog eens te maken met structurele waterschaarste en veranderende klimaatpatronen.”

App geeft boeren advies

Zo’n 3.500 kleine boeren in Zuid-Afrika gebruiken sinds vorig jaar de mobiele applicatie AgriCloud, die hen adviseert bij het bepalen van het juiste moment voor zaaien en planten, bemesten, bespuiten, irrigeren en oogsten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van actuele weer- en klimaatgegevens op basis van satellietbeelden en geodata.

Rain4Africa (R4A) is ontwikkeld door een consortium van Nederlandse en Zuid-Afrikaanse bedrijven en instellingen. Vanuit Nederland zijn het KNMI, waterschap Drents Overijsselse Delta, watermanagementbedrijf HydroLogic, weerbureau WeatherImpact, satellietdatabedrijf eLEAF, watertechnologiebedrijf Mobile Data Management en consultancybedrijf WineJob betrokken. De Zuid-Afrikaanse partners zijn de Agricultural Research Council en de South African Weather Service. De Netherlands Space Office (NSO) is trekker van het project.

Landbouwraad Jack Vera: “Project Rain4Africa is nu beschikbaar voor maïs, graan en wijnbouw, en wordt dit jaar uitgebreid naar diverse groenten. Niet onbelangrijk: de app is beschikbaar in alle elf officiële talen die Zuid-Afrika rijk is en daardoor overal toepasbaar. De boeren kunnen er gratis gebruik van maken. De app wordt gefinancierd door betaalde diensten te leveren aan grote agrobedrijven en overheden.”

AgriCloud is volgens Vera een mooi voorbeeld van ondersteuning van Nederlandse bedrijven en instellingen aan kleine boeren in Zuid-Afrika. Deze groep wordt steeds belangrijker om de stedelijke gebieden van voedsel te voorzien.

Video - Mobiele applicatie AgriCloud als onderdeel project Rain4Africa

Mei 2019

Deze bijdrage maakt deel uit van de Agrospecial 100 jaar Landbouw Attaché Netwerk. Via onderstaande link kunt u meer lezen over het thema The place to be waaronder dit artikel valt.