Amerikaanse landbouwsector gevoed door Nederland
De Verenigde Staten zijn al lange tijd de grootste exporteur van landbouwproducten ter wereld. Het land draagt sterk bij aan de voedselvoorziening van de wereldbevolking. Nederland exporteerde in 2015 voor ruim €110 miljoen aan zaden en jonge planten naar de VS.
Door gebruikmaking van innovaties en beter uitgangsmateriaal heeft de landbouw in de VS een efficiëntieslag gemaakt. Met 2% minder inzet van arbeidskracht, zaden, diervoeder, kunstmest etc. wordt er vandaag de dag in de VS 262% meer voedsel geproduceerd ten opzichte van 1950. Ook bestaat er veel aandacht en belangstelling voor ‘local’ productie en is het aantal ‘indoor’ agrarische productiefaciliteiten in en rondom steden in de afgelopen twee jaar flink gestegen.
Export Nederlands uitgangsmateriaal
Door optimale toepassing van dier- en plantenveredeling wordt Nederlands uitgangsmateriaal wereldwijd geroemd. Kwaliteit, commerciële aspecten (bijvoorbeeld nieuwe kleuren en variëteiten) en duurzaamheid (bijvoorbeeld verhoogde resistentie tegen ziekten en plagen, droogte, vochtigheid, verminderd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen/antibiotica, vergroten biodiversiteit, verhogen dierenwelzijn) zijn de sleutel voor het Nederlands succes, waar de VS graag gebruik van maakt. Belangrijke Amerikaanse agrarische sectoren zijn zeer afhankelijk van Nederlands uitgangsmateriaal. We zijn een belangrijke leverancier van zaden (zowel groentezaad als bloemzaad), kweekmaterialen, jonge planten (met of zonder groeimedium), bloembollen, broedeieren, sperma en embryo’s.
Zaden, jongen planten en boomkweekmateriaal
De totale exportwaarde naar de VS van zaden en jonge planten in 2015 was meer dan €110 miljoen, hiervan kwam €90 miljoen voor rekening van groentezaden. Nederland is daarmee de belangrijkste zadenleverancier (80%) voor de VS. Tomaten-, komkommer-, paprika- en spinaziezaad zijn koplopers.
Nederland is daarnaast een belangrijke exporteur van jonge planten. Dit zijn onder andere pluggen, weefselkweek en stekmateriaal. Een aantal planten, waaronder varens en bromelia’s, kan onder strikte fytosanitaire voorwaarden in groeimedium naar de VS worden gestuurd. Jaarlijks worden bijvoorbeeld tientallen miljoenen varen-pluggen naar de VS geëxporteerd.
Ruim 1 miljard bloembollen
Ruim 1 miljard bollen met een waarde van €110 miljoen zijn in 2016 naar de Verenigde Staten geëxporteerd. De VS is, buiten de EU, niet alleen de belangrijkste exportmarkt, maar ook een stabiele markt voor Nederlandse bloembollen. Nederland beschikt sinds de jaren vijftig over een door de VS opgezette pre-clearance programma. Dit houdt in dat in Nederland niet alleen de exportkeuring plaatsvindt, maar ook de Amerikaanse invoerinspectie. Dit is een win-win situatie: voor de Nederlandse exporteurs zit het voordeel in de logistiek, voor de Amerikaanse inspectiedienst de zekerheid dat alleen ziektevrij materiaal de VS binnenkomt. Er wordt niet alleen op quarantaine-organismen gecontroleerd, maar ook op kwaliteit.
Met 450 miljoen stuks is de tulp verreweg het populairste exportproduct onder de bollen, maar de lelies (141 miljoen) en gladiolen (137 miljoen) vallen ook in de smaak. Daarnaast bestaat er steeds meer belangstelling voor meer unieke soorten zoals Zephyranthes en Ixia.
Runder/varkensgenetica
De VS is een belangrijke markt (top 3) voor de Nederlandse rundergeneticabedrijven, maar heeft sinds 2011 te maken met extra invoereisen als gevolg van het Schmallenbergvirus. In 2016 zijn ruim 460.000 doses geëxporteerd waarvan Holstein Frisian, dat wordt gebruikt voor het insemineren van melkvee in de VS, de belangrijkste is. De export groeit langzaam (3,5% ten opzichte van 2015), maar is nog niet terug op niveau van voor 2011, toen er 680.000 doses werden geëxporteerd.
Met 5,8 miljoen zeugen is de VS is een grote varkensvleesproducent. Ook voor deze sector is NL een belangrijke geneticaleverancier. Nieuwe trends in de varkenshouderij hebben vaak hun oorsprong in Noordwest-Europa. Denk bijvoorbeeld aan meer aandacht voor dierenwelzijn, minder antibioticagebruik en stoppen met castreren van biggen en couperen van staarten. USA volgt vaak wat later de ontwikkelingen in West-Europa en maakt daarbij gebruik van kennis en ervaringen opgedaan in Europa. Op dit moment staan groepshuisvesting voor zeugen tijdens de dracht en vermindering van het antibioticagebruik volop in de belangstelling in de VS.
Levendige handel in broedeieren
Er vindt ook een levendige broedeierenhandel plaats tussen Nederland en de VS. Jaarlijks worden er rond 200.000 broedeieren van zuivere (pedigree) lijnen (3.846 eieren per week) vanuit Nederland naar de VS geëxporteerd met een totale waarde van €6 miljoen. Dat is bijna €30 (!) per broedei. Deze lijnen worden gebruikt voor de opbouw van nieuwe productielijnen in de VS en wereldwijd, en als back-up van de Europese foklijnen. Vooral het zuivere, duurdere materiaal wordt naar de Verenigde Staten geëxporteerd.
Naast de export van broedeieren van zuivere lijnen vindt er ook export naar de Verenigde Staten plaats van de nakomelingen van deze zuivere lijnen, de zogenoemde grootouderdieren. De schatting is dat vorig jaar rond 7,5 miljoen grootouderdieren zijn geëxporteerd met een waarde van €6,5 miljoen. De kippen van deze broedeieren, genaamd ouderdieren, worden verkocht aan klanten in Amerika, welke uiteindelijk bestemd zijn voor de productie van pluimveevlees.
Hanen en hennen
Jaarlijks consumeert elke Nederlander rond 20 kilo kippenvlees. Met 17 miljoen mensen, betekent dit dat er per jaar slechts 35 zuivere lijn hennen én drie zuivere lijn hanen nodig zijn om hele Nederlandse bevolking een jaar lang van pluimveevlees te voorzien.
Landbouwteam Washington
Juni 2017