Nieuwe studie over economische gevolgen essentaksterfte
Deze week is er in de Britse media veel aandacht voor een nieuwe wetenschappelijke studie die de kosten als gevolg van de essentaksterfte voor de komende honderd jaar op bijna 15 miljard pond beraamt. De auteurs adviseren de regering te focussen op het voorkomen van de introductie van andere niet-inheemse ziekten.
In reactie laat het Britse ministerie Defra merken al scherp te zijn op de risico’s die gepaard gaan met de handel in bomen en planten. Defra blogt al veel te investeren in onderzoek en het versterken van de grensbeveiliging en dat de Britse invoercontroles tot de sterkste in Europa behoren. Defra wijst hierbij op de eigen Tree Health Resilience Strategy dat een nieuwe proactieve aanpak uiteenzet, onder andere door meer vrijwillige quarantaine van soorten en producten met een hoog risico. In het kader van deze strategie houdt de regering thans ook een consultatie over quarantaine maatregelen.
De studie is de eerste beraming van de totale kosten van een boomziekte. Het verlies aan ecosysteem diensten, zoals koolstofsekwestratie en het zuiveren van lucht en water, dragen in hoge mate bij aan de voorspelde kosten. Kosten voor heraanplant en onderzoek en het winstverlies in de bosbouwsector zijn ook meegerekend. De auteurs schatten dat door een nieuw programma voor de heraanplant ongeveer 2,5 miljard pond op de kosten kan worden bespaard.
Het bedrag van 15 miljard pond is gebaseerd op een worse case-scenario waarin 95% van de essen in het VK als gevolg van de ziekte sterft. Defra wijst er op dat studies echter laten zien dat de mortaliteit echter varieert tussen 70% en 95%. Defra verwacht ook dat de kosten in werkelijkheid lager zullen uitvallen vanwege heraanplant met andere boomsoorten en natuurlijke regeneratie van tolerante essen.