Britten bij top grootste aardappeleters
Met een jaarlijkse consumptie van zo’n 100 kilo behoren de Britten tot de top 10 van grootste aardappeleters. Het land behoort om deze reden tot de grootste aardappelmarkten en producentenlanden ter wereld. Nederland is het belangrijkste herkomstland van geïmporteerde aardappelproducten en pootaardappelen.
De aardappel is al ruim twee eeuwen een van de belangrijkste bronnen van koolhydraten in de Britse keuken. Met de privatisering van de landbouwgrond vanaf de 18e eeuw werd de aardappel een volwaardig akkergewas. De aardappelproductie nam snel toe, want de aardappel bleek een goedkoper en makkelijker alternatief voor de snel groeiende stedelijke bevolking, maar voor ook boeren, dan het gebruikelijke tarwebrood. Vanwege de grote populariteit onder de fabrieksarbeiders werd de aardappel dan ook de ‘brandstof’ van de industriële revolutie genoemd. Met de groeiende vraag naar aardappelen begon in de 19e eeuw ook de import van aardappelen.
Turbulente handelsgeschiedenis
Nederland is al vele jaren het belangrijkste herkomstland van ingevoerde aardappelen. De Nederlandse export van aardappelen en aardappelproducten naar het Verenigd Koninkrijk gaat ruim anderhalf eeuw terug. Vanaf het midden van de 19e eeuw kwam een bloeiende handel in aardappelen met Engeland tot stand, mede door de algemene liberalisering van de handelspolitiek in Europa. Er ontstond bijvoorbeeld een lucratieve handel in aardappelzetmeel als appreteermiddel voor de Britse textielnijverheid. Maar ook verse aardappelen vonden hun weg naar Engeland. De Westlandse aardappelen stonden lange tijd bekend om hun kwaliteit en waren bovendien al vroeg in het seizoen beschikbaar.
Toch stagneerde in de jaren tachtig van de 19e eeuw de aardappelexport naar Engeland. Sommige Nederlandse tuinders die niet genoeg aan de vraag konden voldoen, sjoemelden met aardappelsoorten en maten, waardoor de reputatie van de Nederlandse aardappel schade opliep. Tegelijkertijd werd met hulp van telers uit Friesland begonnen met de aardappelteelt op de Kanaaleilanden Jersey en Guernsey. Als gevolg hiervan nam de Nederlandse export naar Engeland nog verder af. Vandaag de dag is Jersey is nog altijd een belangrijk productiegebied en exporteert jaarlijks meer dan 20.000 ton aardappelen naar Engeland, waaronder de veelgeprezen Jersey Royal die een beschermde geografische aanduiding heeft.
Binnenlandse productie
Tegenwoordig is de aardappelteelt sterk geconcentreerd in het oosten van Engeland en Schotland. Ongeveer 54% van het aardappelareaal ligt in het oosten van Engeland en 21% in Schotland. De jaarlijkse productie in het Verenigd Koninkrijk (exclusief Noord-Ierland) ligt gemiddeld rond de 5 tot 6 miljoen ton waarvoor ongeveer 110 tot 120 duizend hectare in gebruik is. Ter vergelijking: Nederland telde vorig jaar ongeveer 160 duizend hectare aardappelen en een productie van ongeveer 7,5 miljoen ton.
De Britse aardappeloogst is al jarenlang stabiel met regenval als belangrijkste variabele. In 2012 bijvoorbeeld zakte de totale aardappeloogst door waterschade tot ongeveer 4,5 miljoen ton waarmee de import vanuit Nederland fors opliep.
Ongeveer 44% van het areaal is in gebruik voor consumptieaardappelen, 42% voor de verwerkende industrie, en 15% voor pootgoed. De meeste geteelde aardappel is de Maris Piper met een areaal van ruim 16.000 hectare (15% van het totale aardappelareaal). Nieuwe variëteiten zoals Nectar en Lanorma and Cultra zijn volgens het productschap AHDB de laatste jaren sterk in opkomst.
Pootgoed
Het Verenigd Koninkrijk produceert jaarlijks ongeveer 600.000 ton pootgoed. Schotland heeft een bijzondere rol in de productie van pootgoed in het Verenigd Koninkrijk. Van het Britse pootgoed areaal ligt 40% in Schotland, grotendeels in het kustgebied tussen Dundee en Aberdeen. Schotland produceert jaarlijks ongeveer 260.000 ton pootgoed. Het Schotse koele en natte klimaat is ideaal voor de aardappelteelt omdat het zorgt voor een lage virusdruk en de bladluis onderdrukt.
De Schotse sector profileert zich als een mondiale leverancier van ziektevrij en hoogkwalitatief pootgoed. Het Verenigd Koninkrijk exporteert jaarlijks 120.000 ton waarvan 80% afkomstig is uit Schotland. Van de export vanuit Schotland gaat 30% naar derde landen. De belangrijkste bestemmingslanden buiten de EU zijn Egypte, Marokko en Israël.
Nederland is het belangrijkste herkomstland van geïmporteerde pootaardappelen voor het Verenigd Koninkrijk. De Nederlandse pootgoedbedrijven Agrico en Meijer hebben zich in Schotland gevestigd. Een grote coöperatie van Schotse producenten van pootaardappelen, Grampian Growers Ltd, werkt sinds enkele jaren samen met het Nederlandse bedrijf Agroplant, dat aardappelzaad en stekken levert. HZPC heeft een vestiging in het Engelse Lincolnshire, ook een belangrijk aardappelgebied.
Consolidatie
Sinds de jaren negentig is de consolidatie van de Britse aardappelsector door overnames geïntensiveerd. Het aantal aardappeltelers in het land is de afgelopen twintig jaar meer dan gehalveerd tot minder dan 2.000 duizend telers. Ongeveer 14% van de telers hebben de helft van het Britse aardappelareaal in gebruik.
Ook in de tussenhandel en verwerkende industrie heeft een sterke consolidatie plaatsgevonden. De grootste gebruiker van aardappelen, het Canadese bedrijf McCain, verwerkt tegenwoordig 15% van Britse aardappeloogst, voornamelijk in de productie van frites (‘chips’).
Een grote leverancier van consumptieaardappelen, Greenvale AP levert jaarlijks ruim 10% (600.000 ton) van de Britse oogst aan supermarkten en de verwerkende industrie.
RS Cockerill in Yorkshire is naast een grote leverancier van consumptieaardappelen, ook een van de grootste leveranciers aan de verwerkende industrie, met jaarlijks 100.000 ton aardappelen bestemd voor de chipsfabrikant Walkers.
Een andere grote speler is het bedrijf Branston in Lincolnshire dat jaarlijks ca. 350.000 ton aardappelen omzet.
Unieke consumentenmarkt
In het Verenigd Koninkrijk is meer dan 40% van de geconsumeerde koolhydraten afkomstig van de aardappel. Maar de verkoop van aardappelen en aardappelproducten loopt al vele jaren terug in het Verenigd Koninkrijk. De afgelopen tien jaar daalde de gemiddelde aardappelconsumptie per jaar van meer dan 120 kilo tot ongeveer 100 kilo per inwoner, onder andere door de toegenomen populariteit van rijst, pasta en diëten zonder koolhydraten.
De Britse consumentenmarkt voor aardappelen is uniek in vergelijking met die in andere rijke landen vanwege de grote vraag naar consumptieaardappelen. Ongeveer een derde van de aardappelen worden als consumptieaardappel verkocht, 30% als verse frites, 15% als diepvriesfrites en ongeveer 20% als andere verwerkte producten, waaronder chips. De gemiddelde Nederlander eet naar verhouding veel meer verwerkte aardappelproducten.
De Britse markt begint echter de laatste jaren meer op de Nederlandse te lijken. De volumeomzet van consumptieaardappelen daalde volgens onderzoek van Kantar Worldpanel de laatste vijf jaar met 4%. Een belangrijk groeisegment daarentegen is de markt voor gekoelde aardappelproducten. Deze markt is weliswaar nog klein, maar groeit sterk vanwege de toenemende vraag naar producten die makkelijk zijn te bereiden. Het afgelopen jaar steeg de omzet van deze producten met 9% tot ongeveer 270 miljoen pond.
Buitenlandse handel
Het Verenigd Koninkrijk is een grote aardappelproducent en exportland. Ierland en de Canarische Eilanden zijn van oudsher belangrijke bestemmingen voor Britse consumptieaardappelen. Egypte is al jarenlang de belangrijkste bestemming voor Brits pootgoed. Toch importeert het Verenigd Koninkrijk, uitgedrukt in waarde, de laatste jaren ruim tweemaal zo veel aardappelen en aardappelproducten dan het exporteert. Volgens AHDB zijn de lagere oogstopbrengsten en hogere kostprijs in het Verenigd Koninkrijk een belangrijke reden voor de sterke concurrentiepositie van omringende landen. De economische afschrijvingen en arbeidskosten zijn gemiddeld bijvoorbeeld hoger voor Britse telers. Bij de Britse import gaat het met name om bewerkte aardappelproducten. De afgelopen jaren importeerde het land jaarlijks meer dan een half miljoen ton aardappelproducten, vooral frites uit Nederland en België. AHDB gelooft dat de Britse sector door meer producten met (meer) toegevoegde waarde een groter aandeel op de binnenlandse markt kan verweren en ook meer kan exporteren.
Brexit
Bij een harde Brexit of no deal krijgt de aardappelsector behalve met invoertarieven en fytosanitaire controles mogelijk ook te maken met een VK dat geen beroep meer kan doen op het Europese kwekersrecht en de EU common catalogue voor variëteiten. Er ontstaat dan een nieuwe drempel: telers uit de EU zullen moeten herregistreren op een Britse lijst en vice versa. Dat kan ertoe leiden dat Britse telers minder toegang hebben tot nieuwe variëteiten (een hogere zelfvoorzieningsgraad wordt dan ook lastig), productie zich meer naar buiten het VK verplaatst en Europees aanbod richting het VK zich alleen maar vormt als in het VK met zekerheid voldoende vraag is naar die specifieke producten.
Informatie over Brexit en voorbereidingen die bedrijven kunnen treffen, is beschikbaar op www.brexit-loket.nl en www.hulpbijbrexit.nl.
Landbouwteam Londen
Maart 2018