Insecten in Uganda als alternatieve eiwitbron voor feed en food
De Ugandese bevolking groeide van 24 miljoen mensen in het jaar 2000 tot 42 miljoen mensen nu. Het land telt in 2050 naar verwachting 100 miljoen mensen. Deze stijging leidt tot een steeds grotere vraag naar eiwit. Hierdoor is het investeren in alternatieve eiwitbronnen – ook voor Nederlandse bedrijven - des te interessanter en belangrijker. Een veelbelovend alternatief zijn insecten.
In Uganda is zowel de varkens, kippen- als de visproductie de afgelopen tien jaar sterk gegroeid, waardoor er meer behoefte is aan gespecialiseerde soorten voer. Ondanks de voordelen en kansen die deze sectoren kunnen bieden in Uganda, worden productie en productiviteit beperkt door het ontbreken van kwaliteitsvoer.
Kwaliteitsvoer ontbreekt
Hoewel de basis-ingrediënten voor het veevoer vaak geschikt zijn voor volwassen dieren, ontbreken regelmatig ingrediënten met speciale eigenschappen en hoge verteerbaarheid die nodig zijn voor jonge dieren. Het insecteneiwit is uitermate geschikt voor pluimvee, de olie is een uitstekende en goed verteerbare energiebron voor biggen, maar ook voor de visteelt waarvoor nu nog zo’n 90% van het benodigde voer wordt geïmporteerd.
Wageningen Livestock Research bereidt diverse vervolgprojecten voor, waaronder een verdere studie naar insecten en algen als ingrediënt voor visvoer in het Lake Victoria-gebied.
Voorbeeld: Marula Proteen
De ontwikkeling van nieuwe technologieën voor de productie van insecten biedt kansen om uitdagingen op het gebied van milieu en ontwikkeling aan te pakken. Een goed voorbeeld hiervan in Uganda is Marula Proteen Limited. Zij voeren stedelijk organisch afval aan black soldier fly-larven. Na een korte opkweek kunnen deze larven worden geoogst, gedroogd en verwerkt tot hoogwaardig eiwitvoer voor de veehouderij. Black soldier flies zijn zeer efficiënt in het omzetten van ingenomen organisch materiaal in oogstbaar eiwit, en wat ze achterlaten is organische mest. Wageningen Livestock Research ondersteunt Marula Proteen bij het verbreden van hun productaanbod in het Seed Money Project ´Insect oil as a high-quality animal feed ingrediënt in Uganda´.
Bezoek aan een Nederlandse ondernemer
Frank Buizer en Heidi Oranje van het landbouwteam van de Nederlandse ambassade in Kampala bezochten recentelijk Marula Proteen, opgezet door de Nederlandse jonge ondernemer Tommie Hooft van Huysduynen. Zij kregen een rondleiding langs de verschillende fasen in het proces en kregen meer uitleg over hoe zij reststromen circulair hergebruiken.
Het proces van Marula Proteen begint bij het verzamelen en sorteren van organisch afval. Op dit moment verzamelen zij het afval van markten in twee districten in Kampala. Nadat het afval goed is uitgezocht en plastic er is uitgehaald, wordt het afval gemalen en in bakken gestopt. Hieraan worden de larven van de black soldier fly toegevoegd. Na acht dagen zijn de larven klaar om te oogsten, drogen en verwerken. Niet alle larven worden gedroogd. 10% groeit uit tot black soldier flies, die weer nieuwe eitjes produceren.
Van de gedroogde larven worden onder andere olie en perskoek gemaakt, voor gebruik in diervoeding. De perskoek is hoog in eiwitgehalte (meer dan 55%) en de olie bevat veel goede vetten. De rest van de afvalstoffen van de larven en van de black soldier flies is bestemd voor verwerking in organische mest.
Lees verder onder afbeelding
Investeren in jongeren in landbouwsector
De jeugdwerkloosheid in Uganda ligt op 62% tot 84%. Aangezien een groot percentage van de beschikbare banen in de landbouw zit, is het belangrijk om de landbouwsector aantrekkelijk te maken en houden voor jongeren. Dat voorkomt in de toekomst een tekort aan werknemers in deze sector. Marula Proteen investeert in het creëren van werkgelegenheid in de landbouwsector door met jongeren te werken.
Insecten voor menselijke consumptie
Naast kansen in het verwerken van insecten in veevoer, liggen er ook kansen voor het verwerken van insecten in menselijke consumptie. Hoewel het onderzoek nog in de kinderschoenen staat, ligt er een groot potentieel bij bepaalde eetbare insectensoorten die, bij kweek onder geschikte klimatologische omstandigheden, een zeer eiwitrijke voedselbron kunnen zijn. En waar bovendien weinig land, water en voer voor nodig is en die een lage CO2- en ammoniakemissie hebben.
'In het project Flying Food werkten elf Nederlandse, Keniaanse en Ugandese partners samen bij de opzet van een waardeketen met krekels voor menselijke consumptie'
Samenwerking Ugandese, Keniaanse en Nederlandse partners
In het buurland Kenia werd het kweken van eetbare insecten in 2012 geïnitieerd met buitenlandse financiering. Het eerste door Denemarken gefinancierde project (GREEiNSECT) had een academische focus en omvatte onder andere de productie en verwerking van insecten (krekels).
Het werd in 2015 gevolgd door het Nederlandse en meer toegepaste project Flying Food. In dit project werkten elf Nederlandse, Keniaanse en Ugandese partners samen bij de opzet van een waardeketen met krekels voor menselijke consumptie. De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) coördineerde het project en werkte nauw samen met de Nederlandse bedrijven Kreca Entofood en NGN. Hoofdsponsor was het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Krekels efficiënter dan koeien
In 2018 was het project afgelopen en momenteel zijn er 100 kleine krekelboeren in Kenia en Uganda. De krekels worden gegeten als snack (gefrituurd) of toegevoegd aan pap (gedroogd en gemalen). De productie en verkoop lopen via lokale voedselverwerkende bedrijven. Volgens Mathilde Miedema, werkzaam bij TNO, is de potentie van het produceren en vermarkten van krekels in Afrika enorm groot. Het is voor boeren makkelijk om dit naast hun dagelijkse activiteiten te doen en er zijn weinig dure spullen voor nodig.
Deze innovatie creëert ondernemerschap, werk en inkomen. En tevens levert het betaalbare, gezonde voeding die lokaal is geproduceerd. Ook is het verschil in de impact op het klimaat groot. Waar een koe ongeveer 400 kilo voedsel en tienduizenden liters water gebruikt en allerlei gassen uitstoot, is voor een kilo krekels ongeveer 2 kilo voer nodig en een paar liter water. Daarnaast bevat een krekel in verhouding 2,5 keer zoveel eiwit dan een stuk rundvlees.
Lees verder onder foto
Veel potentieel voor Nederlandse ondernemers
Het initiatief voor Flying Food kwam uit Nederland, enerzijds omdat Nederlandse partners in het project voorop lopen wat betreft technologie in de insectenkweek, anderzijds omdat zij hierin mogelijkheden zien voor onder andere Uganda.
De kweek van insecten komt in Uganda langzaam op gang, maar heeft nog een weg te gaan om op grote schaal als duurzame alternatieve eiwitbron gebruikt te worden. Er liggen nu plannen om grotere krekelfarms op te zetten die meer volume en constante kwaliteit kunnen leveren, en de kans op ziektes onder de krekels kunnen inperken.
Er zijn Ugandese ondernemers geïnteresseerd om te starten. Dit geeft veel kansen voor (Nederlandse) ondernemers om samen te werken met de lokale markt door het uitwisselen van kennis en technologie. Er is absoluut vraag naar eiwitrijk (vee)voedsel en insecten zijn hiervoor een uitstekende optie.
Landbouwteam Uganda/Rwanda
Mail: kam-lnv@minbuza.nl
Twitter: @NLagriUganda
November 2021