‘Vietnam en Thailand zijn echt ontdekt door het bedrijfsleven’
Het ministerie van EZ heeft 50 afdelingen op Nederlandse ambassades waar landbouwraden en -attaché(e)s actief zijn. Arie Veldhuizen was landbouwraad in Vietnam en Thailand tot juli 2018. Sinds die datum is hij landbouwraad in Roemenië en Bulgarije.
September 2017
Zijn Vietnam en Thailand uitdagende landen om actief te zijn als landbouwraad?
“Dat zijn beide landen zeker! Vietnam heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld van een ontwikkelingsland tot een volwassen handelspartner, zeker ook van het Nederlandse bedrijfsleven. Jongeren zijn goed opgeleid, de middenklasse groeit snel in omvang. De vraag in Vietnam naar goed, veilig en lekker voedsel neemt toe. Thailand is qua economische ontwikkeling verder dan Vietnam. Het land wordt gezien als de keuken van Azië. De procestechnologie in de voedselverwerkende bedrijven is vergevorderd. Het lukt deze Thaise bedrijven uitstekend om waarde toe te voegen aan het agrarische basisproduct.”
Wat is uw persoonlijke drijfveer als landbouwraad?
“Ik zie het als een uitdaging om overheden en bedrijven met elkaar te verbinden en zo een bijdrage te leveren aan de economische ontwikkeling in beide landen. Ik probeer strategische visies van overheden te vertalen naar concrete activiteiten waar het Nederlandse bedrijfsleven weer van kan profiteren. Zo ben ik in 2015 intensief betrokken geweest bij een handelsmissie van Vietnamese fruit- en vleesimporteurs naar Nederland. Dat bezoek heeft geleid tot druk op de Vietnamese autoriteiten om de import van Nederlandse appels en peren toe te staan. Eind 2015 is dat daadwerkelijk gelukt, een enorme opsteker voor de Nederlandse fruitsector. Voor mij is dat een van de hoogtepunten van het afgelopen jaar”
Staat landbouw hoog op de agenda van de Vietnamese en Thaise overheid?
“Vergroten van de zelfvoorzieningsgraad voor voedsel staat hoog op de agenda in Vietnam. De productie gaat snel omhoog. De uitdaging is vooral om de logistiek en verwerking van agrarische producten op een hoger peil te brengen. Ons landbouwteam zet zich daarom vooral in op activiteiten op het terrein van post-harvest. Aanpassing van de landbouwsector aan de klimaatverandering heeft ook prioriteit in Vietnam.
Thailand kent grote problemen met de watervoorziening in de rijstteelt. Het land is een grote rijstexporteur en heeft nog grote voorraden liggen. De Thaise overheid legt de nadruk op de transitie van rijstteelt. Doel is om op een deel van het rijsareaal andere gewassen te gaan verbouwen.”
'Ik probeer strategische visies van overheden te vertalen'
Zijn de twee landen interessant voor het exporterende agrarische bedrijfsleven in Nederland?
“Als het gaat om post-harvest – dus alles tussen de oogst op het land en de koelkast van de consument – hebben Nederlandse bedrijven enorm veel te bieden aan beide landen. Met behulp van technologische kennis uit ons land kunnen de verliezen in de voedselketen fors omlaag. Wat betreft het waterprobleem in de Thaise rijstteelt en de beoogde transitie van deze sector kunnen kennisinstellingen zoals Wageningen UR veel betekenen.”
Voor welke sectoren liggen er vooral kansen?
“Voor welke sectoren niet, zou ik zeggen. In Thailand is de pluimveehouderij bijvoorbeeld een groeiende sector. De export van broedeieren en eendagskuikens uit Nederland is al flink op gang gekomen. Het imago van de Nederlandse pluimveeveehouderij en de toeleverende bedrijven in die sector is uitstekend. Voor die sector liggen nog veel meer mogelijkheden in het verschiet. Goede begeleiding van het lokale management is daarbij randvoorwaarde voor succes op lange termijn.
Training en coaching zijn trouwens voor veel landen buiten Europa van belang. Het vraagt een lange adem om Nederlandse technieken met succes in te zetten. Een bedrijf als FrieslandCampina heeft dat prima begrepen. Met proefboerderijen in Vietnam wordt de melkveehouderij stap voor stap vooruit geholpen. Op de proefbedrijven is sprake van permanente educatie.”
Wat zijn voorbeelden van Nederlandse bedrijven die met succes in uw werkgebied actief zijn?
“In Vietnam zijn dat behalve FrieslandCampina bijvoorbeeld De Heus Diervoeders en zaadbedrijf Rijk Zwaan. Heineken heeft hier trouwens ook een stevige positie opgebouwd. In Thailand geldt voor Stork hetzelfde. Daar is East-West Seed uit Enkhuizen actief als leverancier van groentezaden. Er zijn vanuit beide landen intensieve contacten met de topsectoren en Wageningen UR.”
Op welke gebieden kunt u het Nederlands bedrijfsleven terzijde staan?
“Voor een landbouwraad is en blijft de kern: de ondersteuning van Nederlandse bedrijven bij hun activiteiten in zijn werkgebied. Zo hebben wij als landbouwteam in 2015 ruim 360 vragen van bedrijven beantwoord over Thailand. Dat is een verdubbeling in vergelijking met 2014. Als het gaat om Vietnam zijn nog meer vragen binnengekomen. Vietnam en Thailand zijn de laatste jaren echt ontdekt door het Nederlandse bedrijfsleven. Ik durf te voorspellen dat hetzelfde gaat gebeuren in de omringende landen Myanmar, Laos en Cambodja.”