De Zweedse levensmiddelenstrategie
Was de voorafgaande strategie van Minister Erlandsson er meer op gericht om via Zweedse de gastronomie de Zweedse voedselsector te stimuleren, de huidige minister Sven-Erik Bucht zoekt het meer in de landbouwsector en meer in lokaal geproduceerd voedsel.
UPDATE, 27 juni 2017:
Op 20 juni 2017 heeft het Zweedse Parlement (de Rijksdag) besloten de levensmiddelenstrategie aan te nemen. Dat betekent dat de doelstellingen tot aan 2030 met betrekking tot de strategie blijven gelden, onafhankelijk van welke regering aan de macht is.
Na onderhandelingen is er een brede steun gekomen voor de implementatie van de levensmiddelenstrategie. De uitvoering moet zorgen voor meer voedsel geproduceerd in Zweden.
Na uitgebreid overleg en de nodige moties, zijn er in totaal zeven concrete mededelingen/actiepunten voor de regering opgesteld:
- De regering dient in het algemeen goede arbeidsvoorwaarden te garanderen voor de hele levensmiddelenketen.
- Er dient niet enkel te worden gekeken naar het naleven van de regels, maar de overheid moet tevens een bevorderende en ondersteunende rol spelen voor de bedrijven in de levensmiddelenketen.
- De regering dient te garanderen dat goedkeuringen voor bestrijdingsmiddelen effectief en voorspelbaar zijn.
- De regels voor distributie en verkoop van wildvlees moet worden vereenvoudigd.
- De regering moet het gemakkelijker maken voor de consument om duurzame en bewuste keuzes te kunnen maken.
- De levensmiddelenexport moet worden gefaciliteerd en gestimuleerd.
- De Zweedse voedselproductie moet worden gedreven door de vraag van de consument en niet door de door de politiek vastgestelde doelstellingen voor specifieke productievormen.
Eerder kamen er vanuit verschillende hoeken kritieken waaruit het belang van de consument in de levensmiddelenstrategie bleek. Het plan zou namelijk vallen of staan met het koopgedrag van de consument. De rol van de consument wordt inderdaad meer benadrukt in het uiteindelijke regeringsbesluit. De regering doelt op betere informatievoorziening ten opzichte van de consument.
Extra maatregelen die genomen zijn, zijn onder andere een afkeuring van brandstof- of kilometerheffingen – dit omdat dit nadelig zou zijn voor de boeren en enkel een goede concurrentiepositie ten opzichte van andere landen in de weg zou staan. De belastingen op diesel voor land- en bosbouw zijn om die reden gelijkgesteld aan die van Denemarken. Ook wordt er geen belasting ingevoerd op handelsgoederen. Alle maatregelen met betrekking tot heffingen en belastingen moeten in het teken staan van het faciliteren van een concurrerende voedselproductie.
ORIGINEEL BERICHT, 8 maart 2017:
De ‘livsmedelsstrategi’ van minister Sven-Erik Bucht werd, na twee jaar onderweg te zijn geweest, begin 2017 gepresenteerd onder de titel “Meer banen en een haalbare groei voor het hele land”. Ambtenaren hebben in de tussentijd met belanghebbenden gesproken en inspiratie verzameld. Al die inspiratie is vervolgens omgevormd tot een voor de regering acceptabel beleid, met een korte visie en een lang plan van aanpak als resultaat. De overheid investeert tot aan het jaar 2019 ruim 105,5 miljoen euro in het plan. Ondanks de uitgebreide hearingsronde waren de reacties niet onverdeeld positief.
De levensmiddelenstrategie omvat een aantal plannen, dat de landbouwsector moet ondersteunen. Dit heeft volgens de minister verschillende positieve bijwerkingen. De voedselproductie zal minder impact hebben op het milieu, wat goed is voor het klimaat, de gezondheid en de voedselkwaliteit. Daarnaast moet het de verslechterde Zweedse concurrentiepositie verbeteren. Meer voedsel geproduceerd in Zweden zorgt niet alleen voor meer banen in eigen land, maar vergroot ook de levensmiddelenzekerheid. Het plan past binnen de toegenomen interesse in gezondheid en duurzaamheid. Naast voedselproductie zorgt de landbouw ervoor dat het platteland, ook in de toekomst aantrekkelijk blijft, doordat landbouw een gevarieerd landschap creëert waar bossen afgewisseld worden met open velden, akkers en weilanden. Werkgelegenheid in het hele land moet zo leegloop in plattelandsgebieden voorkomen.
Uitvoering van de strategie
Het 136 pagina’s tellend regeringsvoorstel beargumenteert hoe de levensmiddelenstrategie kan bijdragen aan een betere, langdurige en duurzame landbouw. De tekst zet drie strategische gebieden uiteen, respectievelijk ‘regels en voorwaarden’, ‘consument en de markt’ en ‘wetenschap en innovatie’. Benadrukt wordt, in het onderdeel over consequenties, dat het noodzakelijk is dat belangenorganisaties en bedrijven hun steentje bijdragen om het plan in werking te zetten.
Reacties op de levensmiddelenstrategie
De consumenten
Op de levensmiddelenstrategie zijn reacties gekomen vanuit verschillende hoeken. Sveriges Konsumenter, de consumentenbond van Zweden, benadrukt dat zij positief staat ten opzichte van de levensmiddelenstrategie, maar dat het plan te veel focust op de producent in plaats van op de consument. Uiteindelijk laten de consumenten echter het plan al dan niet slagen, door het al dan niet kopen van in Zweden geproduceerd voedsel. Sveriges Konsumenter vraagt daarom heldere informatie voor de consument, die de consument kennis over bewuster inkopen geeft. Jan Bertoft, secretaris-generaal van de Sveriges Konsumenter, voegt op zijn persoonlijke blog toe dat de intentie van de strategie goed is, maar dat het niet zo’n “eenvoudige som” is als wordt voorgesteld.
De landbouw
Volgens LRF (Lantbrukarnas Riksförbund: Federatie van Zweedse boeren) valt of staat alles met vertrouwen in het voedselproductieplan. Tevens moeten boeren in de buitengebieden met elkaar gaan samenwerken, moeten banen in de voedingsmiddelenindustrie aantrekkelijker worden voor jonge mensen, moet landbouwgrond (meer) worden beschermd, en moet er voldoende belang wordt gehecht aan hernieuwbare en schone vormen van energie. Ook LRF kijkt kritisch naar de kosten, en zegt dat de Zweedse consument wel bereid moet zijn om een hogere prijs te betalen voor in eigen land geproduceerd voedsel.
Kranten en tijdschriften
De financiële krant Dagens Industri publiceerde op 1 februari een opinieartikel, waaruit blijkt dat het voedingsbeleid enkel draait om boerderijen. De politiek focust te veel op de agrarische sector, maar dat is niet de enige speler in de agrofoodsector en daar ligt ook de toekomst niet. Zweden moet meer aandacht hebben voor export, innovatie en modernisering, zoals ook gebeurt in andere succesvolle Zweedse industrieën.
Het extreemrechtse Nya Tider stelt dat de toetreding tot de EU Zweden afhankelijker heeft gemaakt van andere landen wat betreft voedselproductie. Zweden was twintig jaar geleden bijna volledig zelfvoorzienend. Nu heeft het land (Europese) steun nodig om haar boeren aan het werk te houden.
Het Zweedse vaktijdschrift Lantbrukets Affärstidning (ATL), dat (nieuws)artikelen plaatst over land- en bosbouw, haalt aan dat het jaren kan duren voordat het plan ook rendabel blijkt voor de boer zelf. Opgemerkt wordt dat het enige meetbare doel van de strategie is dat in 2030 een 60% van het totaal aantal gekocht voedsel in Zweden van biologische oorsprong moet zijn. Deze eis is overigens bekritiseerd door de instantie die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en de ondersteuning van publieke aanbestedingen van autoriteiten en bedrijven. Zij zeggen dat het moeilijk kan zijn om te voldoen aan de eis voor het aandeel biologisch gekocht voedsel, omdat lang niet al het voedsel biologisch verkrijgbaar is.
Tenslotte zegt Gunnar Rundgren, ervaringsdeskundige op het gebied van biologische landbouw, op de blog Trädgårdenjorden dat het plan juist leidt tot meer milieuproblemen en minder werkgelegenheid. Het gaat veel te weinig om cultuur, gastronomie en de levende natuur, en is te veel op productie gericht. Rundgren noemt tevens de grote verantwoordelijkheid voor de consument wat betreft de koopkeuzes die zij moet maken. Het plan wil duurzaamheid bewerkstelligen door middel van hogere productiviteit. Hogere productiviteit bereik je volgens Rundgren juist door het gebruiken van meer grondstoffen en het inzetten van meer machines, wat niet wenselijk is. Ook aan kennisgebrek ligt het niet, want kennis is er. De strategie wil de landbouw biologisch en duurzaam, maar heeft er geen concreet plan van aanpak voor liggen. Tegenstrijdig genoeg zegt de overheid ook dat bestrijdingsmiddelen gebruikt moeten worden vanwege de grote concurrentie op de markt. Rundgren vindt de strategie daarom ‘erg zwak’ op het gebied van milieu en duurzaamheid. Over de rol van de EU in de Zweedse landbouw merkt hij op dat de EU-subsidies totaal niet als integraal onderdeel worden gezien of genomen van de strategie.
Wordt vervolgd…
Voor meer informatie: kop-lnv@minbuza.nl of +45 33 70 72 37
Laudy van den Heuvel, Kopenhagen, 8 maart 2017