Zweden: NOFF de enige échte Noordse bio-beurs, nu in Stockholm
De Nordic Organic Food Fair is niet groot, maar is ruim genoeg voor deze beurs. Het heeft prima verbindingen met het vliegveld en het centrum, waar het ongeveer tussen in ligt. Hotel faciliteiten zijn er in Kista ook voldoende. Naast het oorspronkelijke en grootste deel van de beurs, de Nordic Organic Food Fair, waren ook parallele beursdelen aanwezig: ‘The Good Food Fair’, ook voedsel, waaronder een aantal vega-bedrijven, maar niet perse bio en verder de ‘Natural Beauty Show’ en ‘Natural Health Show’. De laatste twee shows vallen niet onder onze onderwerpen, maar om de mooie stand van Zeepje (Soaply) konden we toch niet heen.
Netwerkkansen voor deelnemers
Er werd gespeculeerd over de bezoekers: of er hier meer retail zou komen dan in Malmö? Wat men zeker wist was dat er veel minder Denen kwamen, maar misschien iets meer Finnen en Noren.
Na de tweedaagse vakbeurs stond de teller op 3.264 bezoekers, waarvan dus twee ambassademedewerkers. De organisatie heeft het over een ‘overwhelming success’ en noemt in hun LinkedIn post een reeks belangrijke spelers in de sector. Het zou inderdaad erg vreemd zijn als vertegenwoordigers van de genoemde bedrijven en organisaties níet onder de bezoekers te vinden waren geweest.
Bezoekers en bedrijven die vertegenwoordigd zijn met een stand zijn echter twee verschillende dingen. Ik miste de stands van een aantal groothandels en foodservice-bedrijven. Daarvan was eigenlijk alleen Biofood prachtig vertegenwoordigd.
België, Duitsland Griekenland, Kreta, Macedonië, Bulgarije, Polen, Oostenrijk, Tirol, Ecuador en natuurlijk Zweden, hadden een nationaal paviljoen. Ik miste echter het grote Deense paviljoen en ook de andere Noordse en Baltische landen keken het een jaartje aan.
De LinkedIn post van NOFF zelf.
En op de Nordic Organic Expo website iets uitgebreider.
Zoals ik in mijn LinkedIn post al meldde: de sfeer was positief en vriendelijk als altijd. Het enthousiasme van de standhouders voor hun producten was zoals altijd aanstekelijk.
Een Nederlandse standhouder vond de beurs tegenvallen in vergelijking met bijvoorbeeld de beurs in Houten een week eerder dan de NOFF.
Een tentatieve conclusie van mijn kant is, dat de beurs een voorzichtig positieve start heeft gehad in Stockholm. Dat de aanwezigheid van de Denen, zowel als standhouders en als bezoekers, gemist werd en dat er aan de andere kant misschien meer aandacht is geweest van de retailers.
Nederlandse deelnemers
Uit Nederland waren nieuwkomers o.a. de Bees for Families Honey, met een goed sociaal verhaal en Xurmalad. Dat laatste bedrijf produceert gedroogde kaki fruit, die ze importeren uit Azerbeidzjan. Als altijd was het Nederlandse Nutland aanwezig, zo ook Monki Horizon trading. Zij kennen de beurs al jaren. Het Nederlandse Chikko Not Coffee was shortlisted als beste nieuwe biologisch drinkproduct, maar een limonade met appel en gember werd gekozen. In de categorie nieuw voedsel product verging het BFF Honey van de Beijenbaas B.V. net zo. Een groene vijgen-mosterdsaus haalde de honing nét in.
Lokaal versus biologisch versus regeneratief versus…
Om de biologische productie en consumptie te verhogen, zou biologisch gepromoot moeten worden als een allesomvattende oplossing voor verschillende maatschappelijke uitdagingen, aldus een deelnemer aan het Big Nordic Debate. Men moet voorkomen dat duurzame concepten met hetzelfde doel voor ogen voornamelijk met elkaar gaan concurreren. Wat je ziet is dat het afhankelijk is van de regio welke terminologie aanspreekt.
De Zweedse producten bijvoorbeeld werden voornamelijk als ‘lokaal’ aanbevolen, wat als speciaal positief gezien wordt, eigenlijk op het niveau van biologisch. Over het algemeen wordt regeneratieve landbouw niet gezien als een bedreiging voor biologische. Sommige merken behalen beide certificeringen. Het wordt problematisch wanneer producten op de markt worden gebracht als regeneratief zonder substantiële bewijsvoering, wat het geval kan zijn bij regeneratief.
Het Big Nordic Debate
De praatjes die en marge van de beurs gehouden werden waren relevant en ongeveer voor de helft in het Engels, waaronder het grote jaarlijkse bio-debat: Joanna Wierzbicka (IFOAM Organics Europe) zat het debat voor. De panel leden: Kari Marte Sjovik (Okologisk Norge), Charlotte Bladh Andre (Organic Sweden) en Aura Lamminparras (Pro Luomu). De grote afwezige was Denemarken.
Het beeld in Zweden is dat een er lichte toename in biologische consumptie is en de interesse in biologische landbouwgrond terugkeert. Er is behoefte aan meer biologische zuivel, maar om dat te bereiken hebben boeren langer durende afzetzekerheid nodig om de productie vol te kunnen houden.
De Finse biologische groei varieert per voedselcategorie, met stijgingen in babyvoeding en eieren, maar zuivel en vlees blijven uitdagende sectoren. De economische situatie is moeilijk, hoewel het vertrouwen in biologische labels blijft bestaan. Veel Finnen geloven dat hun voedsel “bijna biologisch” is, maar dat is niet waar.
In Noorwegen blijft de publieke opinie en de overheid conservatief over het promoten van biologisch. Volgens de wet mogen biologische producten niet worden aangeprezen als “duurzamer” dan conventionele landbouw. Daarnaast vormen de hoge prijzen, vooral in gebieden buiten de stad, waar de supermarktprijzen met wel 40% kunnen stijgen, een belangrijke barrière.
In de discussie werd aangegeven dat beleidsdoelen effectief zijn gebleken, zoals te zien is in Zweden en Finland. Deze doelen stimuleren openbare keukens om meer biologisch in te kopen, wat zorgt voor een stabiele vraag en mensen aantrekt voor banen in keukens. Zweden is nu een leider in biologisch voedsel op de werkplek, en in Finland waren er succesvolle overheidspilots en werden wetten verwijderd die oorspronkelijk biologisch in openbare keukens verboden. Een oplossing voor Noorwegen zou kunnen zijn om biologisch te promoten als een manier om de voedselzekerheid te verbeteren, met sectoren zoals defensie die op lange termijn vraag bieden naar biologische productie en een beleidsdoelstelling van 10%.
Een belangrijke oplossing om de biologische productie en consumptie te stimuleren waren werd gezien int het implementeren van een echte kostenberekening (true costs accounting) en het handhaven van het principe “de vervuiler betaalt”. Ook het aangaan van strategische EU-dialogen en politici herinneren aan hun verplichtingen en het verbeteren van de communicatie over biologische voordelen van zowel de overheid als bedrijven zijn belangrijke acties. Concrete inspanningen van organisaties zoals IFOAM kunnen deze doelen ook ondersteunen.
Meer informatie
Meer informatie kunt u ook verkrijgen via de landbouwafdeling (voor de landen Denemarken, Noorwegen en Zweden) van de Nederlandse Ambassade te Kopenhagen, het emailadres is kop-lvvn@minbuza.nl.
KOP-LVVN, Aimee Chan en Renske Nijland, Stockholm & Kopenhagen, 30 oktober 2024
Publicatiedatum: november 2024