Zuivelketen Armenië in ontwikkeling

In Armenië liggen kansen voor bedrijven uit de Nederlandse zuivelketen. Bijvoorbeeld op het terrein van dierlijk uitgangsmateriaal, veevoeding, graslandverbetering en kennisoverdracht. Dat blijkt uit een studie naar de ontwikkeling van de melkveehouderij en zuivelverwerking in Armenië.

De kleinschaligheid van de zuivelsector is mogelijk een knelpunt voor Nederlandse investeerders. De studie is uitgevoerd door Martin de Jong van Bles Dairies Consultancy uit Leeuwraden in opdracht van het landbouwteam in Moskou. Armenië hoort - naast Rusland, Wit-Rusland, Kazachstan, Oezbekistan en Kirgizië - tot het werkgebied van dit team. De resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd op een seminar in Heerenveen op 26 september.

Martin de Jong

Uitbreiding veestapel

De studie schetst een beeld van de ontwikkelingen in de Armeense melkveehouderij, zuivelverwerking en exportmogelijkheden. Onderzoeker De Jong geeft ook een aantal adviezen aan de Armeense overheid om de ontwikkelingen in de melkveesector te versnellen.

De maatregelen zouden gericht moeten zijn op uitbreiding van de veestapel per bedrijf en productieverhoging per koe. De Nederlandse overheid kan hierbij ondersteuning bieden, bijvoorbeeld via bestaande ondersteuningsprogramma’s van RVO en het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Belangrijke agrarische sector

Armenië is een relatief klein en bergachtig land (even groot als België) in de Kaukasus. Het land Het land grenst aan Georgië, Azerbeidzjan, Iran en Turkije. Er wonen 3,3 miljoen mensen. De melkveehouderij is de belangrijkste agrarische sector, zowel qua werkgelegenheid als bijdrage aan het nationaal inkomen.

Een van de grotere melkveebedrijven in Armenië

In het land zijn 170.000 kleine boeren actief in de melkveehouderij. Deze bedrijven hebben een tot vijf koeien. Een klein aantal bedrijven melkt meer dan honderd koeien. In het land wordt jaarlijks 2,8 miljard liter melk geproduceerd. Circa 50% hiervan wordt verwerkt in commerciële melkfabrieken, vooral tot kaas. Veel van deze kaas wordt uitgevoerd naar Rusland.

Gunstige productieomstandigheden

Volgens onderzoeker De Jong blijkt uit zijn studie dat er een afzetmarkt ligt voor Nederlandse bedrijven die in de zuivel actief zijn. De bodem- en klimaatomstandigheden zijn in het land gunstig voor melkproductie. “Die potentie wordt op dit moment niet optimaal benut. Door graslandverbetering en betere inkuiltechnieken kan de ruwvoerproductie bijvoorbeeld fors omhoog. En met beter krachtvoer kan de productie per koe verdrievoudigen.”

Op al deze terreinen kunnen Nederlandse bedrijven ondersteuning bieden, zegt De Jong. “Dat geldt ook voor leveranciers van fokvee, stallenbouwers en bedrijven die actief zijn op het terrein van scholing en training.”

Armeense kaas

Seizoensgebonden productie

Volgens de onderzoeker heeft de zuivelketen in het land veel potentie, maar zijn er ook factoren die de ontwikkeling van de sector afremmen, zoals de seizoensgebonden melkproductie en de gebrekkige infrastructuur. De mogelijkheid voor boeren om geld te lenen om investeringen te doen, zijn beperkt.

Borgstellingsfonds

De studie van De Jong biedt een aantal handvatten voor de Armeense en Nederlandse overheid om de ontwikkelingen in de sector te stimuleren. De instelling van een borgstellingsfonds door de Armeense overheid zou volgens hem een prima oplossing zijn om banken aan te zetten tot financiering van melkveebedrijven.

Vanuit Nederlandse kant kunnen stimuleringsprogramma’s zoals G2G (Government to Government), K2K (Knowledge tot Knowledge) en PPP (Private Public Partners) worden ingezet om de Armeense zuivelketen op een hoger plan te brengen.

Seminar over ontwikkelingen in Armeense zuivelketen (26 september)