OECD-rapport: Gerichter overheidssteun nodig voor de visserijsector

Op woensdag 19 februari werd in het bijzijn van de Secretaris-Generaal van de OECD, Ambassadeur Olivier Puivre d’Arvoir (voorzitter van de United Nations Ocean Conference (UNOC3)) en Angela Ellard (plv DG WTO) de OECD Review of Fisheries gepresenteerd.

Ambassadeur Olivier Puivre d’Arvoir (voorzitter van de United Nations Ocean Conference (UNOC3)) en Angela Ellard (plv DG WTO)
Ambassadeur Olivier Puivre d’Arvoir (voorzitter van de United Nations Ocean Conference (UNOC3)) en Angela Ellard (plv DG WTO)

De OESO pleit in dit rapport voor de noodzaak van beter gerichte overheidssteun om de veerkracht en productiviteit in de visserijsector te verbeteren. Bijna twee derde (65%) van de steun aan de visserij in 41 landen en gebieden loopt het risico overbevissing en illegale visserij te bevorderen, vooral in het geval van een gebrek aan effectief visserijbeheer. Een gezonde beheersing van visbestanden is cruciaal voor miljoenen mensen om in hun levensonderhoud te voorzien, voor voedselzekerheid en voor wereldwijd milieubehoud.

De OECD Review of Fisheries 2025 biedt een actuele beoordeling van de staat van de visserij en aquacultuur, evenals de beleidsmaatregelen die tussen 2020 en 2022 zijn gebruikt om de visserij te reguleren en te ondersteunen. Tussen 2005 en 2022 is de waarde van de visserij- en aquacultuursector bijna verdrievoudigd, met een totale waarde van 381 miljard USD.

De OECD geeft aan dat de totale steun aan de visserij in de periode 2020-2022 gemiddeld 10,7 miljard USD per jaar bedroeg in de 41 onderzochte landen en gebieden, goed voor 79% van de wereldwijde visproductie in dezelfde periode. Zes economieën zijn verantwoordelijk voor 85% van deze uitgaven: China (36,1%), Japan (12,4%), de Verenigde Staten (11,0%), Canada (10,7%), EU-lidstaten (samen; 8,0%) en Brazilië (6,4%). In het rapport wordt het belang van visserijbeheer voor het gezond en productief houden van visbestanden voor toekomstige generaties beschreven.

Om de sector veerkrachtiger te maken, pleit de OECD voor het herbestemmen van middelen die momenteel worden gebruikt voor het subsidiëren van brandstof en de bouw, verwerving en exploitatie van vaartuigen. Deze middelen zouden beter kunnen worden ingezet voor activiteiten die essentieel zijn voor de duurzaamheid van de wereldwijde visserij, zoals onderzoek naar de status van visbestanden, handhaving van viswetten en gerichte, tijdgebonden inkomenssteun voor vissers die getroffen zijn door crises zoals mariene hittegolven.