Spanje en Nederland lijken meer op elkaar dan we denken
Nina Berendsen, vertrekkend landbouwraad op de Nederlandse ambassade in Madrid, heeft de afgelopen jaren veel energie gestoken in het verder uitbouwen van de beleidsdialoog tussen beide landen. ‘Droogte was een rode draad, dat is een enorm probleem in Spanje en Portugal. Op de langere duur dreigt 75 procent van Spanje in een woestijn te veranderen.’
Nina Berendsen (40) heeft de afgelopen vier jaar met haar man en kinderen in Madrid gewoond en gewerkt. ‘Een grote stad. Als ik een afspraak had in het centrum was ik zo’n drie kwartier onderweg. Het openbaar vervoer is hier overigens heel goed en goedkoop. En al is Madrid een grote stad, je bent toch dicht bij natuurgebieden. Bergen bijvoorbeeld en er is een skigebied ongeveer een uur bij ons vandaan.’
Daarnaast zijn er ook mooie steden in de buurt, zoals Toledo en Segovia, en in vier uur ben je in Valencia. Berendsen: ‘Wat veel mensen zich misschien niet realiseren, is dat het hier in de winter best koud wordt. Dan valt er ook sneeuw, in januari 2021 was alles hier twee weken lang door de sneeuw ontregeld. Spanjaarden lijken meer op Nederlanders dan wij vaak denken. We hebben toch vaak een verouderd beeld van Spanjaarden, alsof ze elke dag een lange siësta houden en niet hard werken. Dat is onzin. Ze komen gewoon op tijd op afspraken en je kunt uitstekend zakendoen met hen.’
Beleidsdialoog met Spanje is uitgebreid
Wat is het mooiste dat Berendsen heeft bereikt, en waar liep ze tegenaan? ‘Toen ik hier kwam, was er een tijd geen landbouwraad geweest. Mijn benoeming accentueerde dat Nederland Spanje belangrijk vindt. Spanje is een landbouwgrootmacht. Doordat het Verenigd Koninkrijk uit de EU is gestapt, is het voor ons als partner in Europa belangrijker geworden.’
‘Ik heb hier het netwerk uitgebouwd en gekeken hoe we kunnen inzetten op kringlooplandbouw. De beleidsdialoog is uitgebouwd: we wisselen informatie over onze posities uit en we laten elkaar weten op welke terreinen we willen samenwerken. Daar heb ik nadrukkelijk thema’s zoals verduurzaming en natuur bij betrokken.’
Droogte is een rode draad
‘Eerlijk gezegd vind ik de term landbouwraad een beetje ongelukkig. Ik noem mezelf liever “raad van LNV”. Ik heb veel contact gehad met bijvoorbeeld Wereld Natuur Fonds (WNF), SEO BirdLife en andere NGO’s. En droogte was een rode draad, dat is een enorm probleem in Spanje en Portugal. Op de langere duur dreigt 75 procent van Spanje in woestijn te veranderen.’
‘De coronaperiode was erg lastig, ook privé. We konden op een gegeven moment 58 dagen ons huis niet uit. Ik heb jonge kinderen, die we thuis les moesten geven. Die tijd heeft grote impact gehad, ik vond het ook moeilijk dat ik niet dicht bij mijn ouders zat. Ook op het werk had het grote invloed. Gelukkig konden we digitaal toch nog veel doen en het leverde ook wel ruimte op om na te denken.’
Focus in Portugal ligt op kennis delen
Berendsen heeft ongeveer 80 procent van haar tijd besteed aan Spanje en 20 procent aan Portugal. ‘In Portugal had ik een vaste collega met veel ervaring, aan wie ik veel kon overlaten. Onze focus ligt daar op kennis delen. Daarin werken we samen met Nederlandse kennisinstellingen. Het gaat bijvoorbeeld om het uitwisselen van studenten en stageplaatsen. Verder waren we vorig jaar betrokken bij de UN Oceans Conference in Lissabon. Daarvoor hebben we onder meer twee zogeheten side events mede georganiseerd. Die gingen over de mogelijkheden voor voedselproductie op zee en het gebruik van de Noordzee. Interessant, want hoe werk je samen met alle stakeholders die daarbij betrokken zijn?’
‘Sinds de Brexit is Spanje belangrijker geworden voor Nederland als partner in de EU’
Kansen in Spanje voor Nederlandse voedseltechnologie
In Spanje ontwikkelt de voedseltechnologiesector zich sterk. Berendsen: ‘Daar liggen veel kansen voor Nederlandse bedrijven, bijvoorbeeld slimme manieren om verspilling van voedsel tegen te gaan of reststromen te hergebruiken. Spanje heeft veel belangstelling voor onder meer onze nationale eiwitstrategie. Hoe worden we minder afhankelijk van de invoer van bijvoorbeeld soja? Hoe stimuleer je de productie en consumptie van eiwit? Eiwitrijke producten op plantaardige basis zijn een groeimarkt. Nederland is daarmee verder dan Spanje. Dat komt onder meer doordat wij integraal naar dossiers kijken en over de grenzen van departementen heen samenwerken.’
‘Spanje heeft een sterk ministerie voor ecologische transitie opgebouwd,’ gaat ze verder. ‘Ze zijn hier hard aan de slag met de energietransitie, klimaatverandering en de problematiek rond waterschaarste. Dat schuurt soms met de belangen van de landbouwsector, ook daarin lijken we op elkaar. In Spanje zijn ook boerenprotesten geweest en zijn er burgers boos over de plannen voor megastallen.’
Tips aan de nieuwe landbouwraad
Wat geeft ze mee aan haar opvolger? ‘Zoals gezegd hebben we de onderlinge beleidsdialoog met Spanje de afgelopen jaren goed op gang gekregen. Die moet nog verder worden uitgebouwd. En het is belangrijk om Nederland goed op de hoogte te houden van wat hier allemaal gebeurt. Onze belangen liggen vaak dicht bij elkaar. Zorg voor de bodemkwaliteit, het bestrijden van bosbranden, emissies van broeikasgassen: het zijn allemaal zaken die niet stoppen bij landsgrenzen. We hebben dezelfde of vergelijkbare problemen, laten we samen proberen om die op te lossen.’
Nu gaat ze terug naar Nederland. ‘Ik ben eerst even vrij en in oktober begin ik in mijn nieuwe functie als coördinator windenergie op zee bij het ministerie van LNV. Het is leuk om met meer departementen samen aan een klus te werken. De energietransitie is een grote opgave, waarbij complexe belangen een rol spelen, van bescherming van zeeleven tot visserij. Aan de ene kant is het nieuw voor mij, maar ik ben de afgelopen jaren veel in aanraking gekomen met vraagstukken rond natuur en klimaat. Je hoeft ook niet alles meteen te weten of volledig te beheersen, er mag ruimte zijn om te leren. Ik ben ooit opgeleid tot dierenarts, dus er zijn vele wegen waarlangs je op bijvoorbeeld een ambassade kan komen te werken. Het zou goed zijn als we echt afkomen van het denken in hokjes, op nationaal niveau maar ook internationaal.’
Dit interview maakt deel uit van de serie In gesprek met de landbouwraden. Via de link onderaan kunt u ook de eerdere interviews met onze landbouwraden en landbouwattachés lezen.