Japan wil met dierlijke mest naar circulair voedselsysteem

Japan loopt voorop met het gebruik van reststromen in varkensvoer. Maar het land weet nog niet zo goed wat het met de mest aan moet. Terwijl het wel een van de grootste gebruikers is van fosfaat en stikstof per hectare landbouwgrond. Maar om de eigen boeren te beschermen, stelt Japan begrenzende maatregelen uit.

Om mest beter te verwaarden, heeft de Japanse overheid allerlei subsidieprogramma’s voor mestverwerking en biogasvergisting ingesteld. Tijdens de Nederlands-Japanse landbouwdialoog ‘circulaire landbouw’ kwam eind vorig jaar een aantal Nederlandse oplossingen aan de orde, zoals mestvergisting, veevoederadditieven en het gebruik van digistaat als meststof. Een zuivelmissie naar Hokkaido in het najaar speelt in op de kansen om duurzaamheid naar een hoger peil te tillen.

Lees verder onder foto

G20 Bilateraalgesprek Minister Yoshikawa en minister Schouten
G20 Bilateraalgesprek minister Yoshikawa en minister Schouten

Veel afval verwerkt

In Japan wordt reeds 35% van het afval uit de voedingsindustrie verwerkt tot varkensvoer. Reststromen die dierlijke resten bevatten, worden in Japan op een veilige manier omgezet tot varkensvoer, door ze te verhitten en te fermenteren. Maar mest als waardevolle grondstof krijgt maar langzaam voet aan de grond. Ook omdat de veehouderijsector in een transformatiefase zit en langzaam opschaalt. Het recent afgesloten vrijhandelsverdrag met de EU, TPP en USA zal dit versnellen.

Vanwege de bossen en bergen in Japan moeten zo’n 1,3 miljoen commerciële (parttime-) boeren op een landbouwareaal van 2,5 keer Nederland produceren. Het algehele beeld van een Japanse kleinschalige en weinig verdienende agrarische sector geldt echter niet voor de zuivel en intensieve veehouderij. In de melkveehouderij vond de laatste 15 jaar een forse schaalvergroting plaats: het aantal zuivelbedrijven is gehalveerd naar 17.000 in 2015 en het gemiddeld aantal koeien groeide van 52 naar 77. Verder telde Japan in 2015 5.000 varkensbedrijven, 2.500 bedrijven met leghennen en 2.400 bedrijven met vleeskuikens. Veel veevoer wordt geïmporteerd uit USA, Canada en Australië. De zelfvoorzieningsgraad van vlees is desondanks relatief laag: 64% zuivel, 54% varkens- en 66% voor kippenvlees.

Biomassa energie-installatie van HoSt
Beeld: ©HoSt
Biomassa energie-installatie van HoSt

Duurzaamheid in Japan

Als grote netto-landbouwimporteur heeft Japan lang gedacht dat de milieu-impact van de landbouw in het land zelf gering was. Maar toen in 2019 een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) uitkwam, bleek dat het helemaal niet zo goed gaat met duurzaamheid. De Japanse agrarische sector kampt met een flink aantal uitdagingen op het gebied van klimaat en milieu.

Wat velen al wisten: Japanse boeren gebruiken over het algemeen relatief veel kunstmest en pesticiden. Zo is de nutriëntenbalans (stikstof en fosfaat) met gemiddeld 177 kilo per hectare een van de hoogste onder de OECD-landen, vooral veroorzaakt door mest, het tweede hoogste getal onder alle OECD-landen. Meer nog dan Nederland, die na Japan op een derde plek staat qua kilo’s stikstof per hectare.

Stikstofgift in Japan
Beeld: MAFF
Stikstofgift in Japan

Bilaterale Landbouwdialoog

Vorig jaar nam minister Carola Schouten deel aan de G20 en bracht in mei een bezoek aan Tokio en Niigata. In een bilaterale ontmoeting met haar Japanse collega werd afgesproken om meer ervaringen uit te wisselen op het gebied van circulaire landbouw en mestverwerking. Japan geeft op zijn eigen manier invulling aan de circulaire landbouw en legde op de G20 sterk de nadruk op SMART-agriculture, met drones, robotica, AI en big data. Onderwerpen waar Nederland veel heeft te bieden, en in Japan al in de praktijk brengt in de glastuinbouw en veehouderijsector.

'Ruimhartige subsidies zijn voorhanden om dierlijke mest om te zetten in bio-energie'

Ruimhartige subsidies

De overeengekomen Nederlands-Japanse “landbouwdialoog” over circulaire landbouw in december 2019 leverde interessante inzichten op vooral op het gebied van mestgebruik. Er zijn in Japan weliswaar voorschriften voor de mestopslag, maar boeren mogen de mest onbeperkt over het land uitrijden. En dat gebeurt dan ook. Japan is nieuwsgierig naar Nederlandse ervaringen. Een ALIC-delegatie (een Japanse overheidsinstelling verantwoordelijk voor uitvoering van het landbouwbeleid) bracht in november een bezoek aan Nederland. (Lees hier het rapport in het Japans) Daar waar mest in Nederland toenemend wordt gezien als kostbaar bijproduct, gebruikt Japan het voornamelijk als kunstmest of brandstof. Ruimhartige subsidies zijn bijvoorbeeld voorhanden om dierlijke mest om te zetten in bio-energie. Maar ingrijpende nationale mestbeperkende maatregelen zullen uitblijven, aangezien de Japanse boeren beschermd moeten worden tegen toenemende buitenlandse concurrentie.

Nederlandse inzet van DSM en HoSt

HoSt (biomassa energie-installaties) en DSM (o.a. veevoeder additieven) zijn mooie voorbeelden van Nederlandse bedrijven die al geld verdienen op de Japanse markt. Zij presenteerden tijdens de bilaterale landbouwdialoog hun innovatieve oplossingen voor het mestprobleem en uitstoot van methaangassen. DSM liet zien wat de effecten van hun Clean Cow en Ronozyme® Proact-producten zijn voor koeien en kippen. En HoSt heeft eind vorig jaar een groot bio-energieproject op Yuimarl Farm in Ishigaki Island binnengehaald. De biogasinstallatie kan 550 kW elektriciteit uit mest genereren, wat gelijkstaat aan de energiebehoefte van 1.300 huizen. Voor HoSt is dit het eerste biogasproject in Japan dat rond augustus 2020 opgeleverd moet worden. De combinatie van lokaal mestoverschot, hoge subsidies (dan wel hoge feed-in tarieven) waren doorslaggevende argumenten om op een geïsoleerd eiland als Ishigaki een dergelijk grootschalig energieproject op te starten.

Lees verder onder foto

Nederlandse Ambassadeur Peter van der Vliet woont de ondertekening van Host bij
Nederlandse Ambassadeur Peter van der Vliet woont de ondertekening van HoSt bij.

Op een tweesprong

Japan staat op een tweesprong qua mest en duurzaamheidsbeleid in de landbouw. Nationaal is het probleem wellicht beperkt, maar op regionaal niveau zijn er serieuze mestproblemen. Het Japanse ministerie van landbouw (MAFF) is zich daarvan terdege bewust en neemt de tijd om naar oplossingen te zoeken. Hoog innovatieve, geïntegreerde SMART-oplossingen hebben de voorkeur.

Een Seed Money Project van de WUR, 'een data-gedreven, duurzame zuivelketen', moet dit najaar onderzoeken waar Nederlandse oplossingen in mest, arbeidsbesparing en duurzaamheid soelaas kunnen bieden voor de Japanse uitdagingen in de veehouderij om hun concurrentiepositie te verbeteren. In oktober dit jaar zal een kleine delegatie naar Hokkaido afreizen. Geïnteresseerden kunnen hiervoor contact opnemen met Jelle Zijlstra.

Landbouwteam Japan
tok-lnv@minbuza.nl
Twitter: @AgriTokio

Mei 2020

Deze bijdrage maakt deel uit van de Agrospecial Bodemverbetering. Via onderstaande link kunt u alle overige bijdragen lezen over dit thema.